24 juli 2024
De ontdekking is onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift “Heritage Science” door Fréderique Broers en Nouchka de Keyser, beiden promovendi aan het Van 't Hoff Institute for Molecular Sciences van de UvA en wetenschappelijk onderzoekers bij het Rijksmuseum. Ze concluderen dat Rembrandt de vrij ongebruikelijke combinatie van pigmenten toepaste om het gouddraad weer te geven in de geborduurde kolder en het doublet van Willem Van Ruytenburch. Hij is de rechter van de twee centrale figuren op de voorgrond van het schuttersstuk, naast kapitein Frans Banninck Cocq.
De arseensulfidepigmenten werden ontdekt in kader van ‘operatie Nachtwacht’, het grootschalige onderzoeksproject dat in 2019 van start ging en nog steeds opmerkelijke resultaten oplevert. Een röntgenfluorescentiescan (MA-XRF) van het volledige schilderij had al de aanwezigheid van arseen en zwavel aangetoond in delen van de kleding van Van Ruytenburch. De onderzoekers veronderstelden in eerste instantie dat dit duidde op het gebruik van orpiment (geel) en realgar (rood), twee bekende pigmenten op basis van arseensulfide. Dit veranderde na gedetailleerde studie van twee piepkleine verfmonsters van De Nachtwacht. Daarbij werd lichtmicroscopie aangevuld met microRaman spectroscopie, elektronenmicroscopie en röntgendiffractie. Dit bracht de aanwezigheid aan het licht van de meer ongebruikelijke arseensulfidecomponenten pararealgar (geel) en semi-amorfe pararealgar (oranjerood).
De aanwezigheid van pararealgar in historische schilderijen wordt vaak verklaard door de veroudering van realgar. De aanwezigheid van het ‘semi-amorfe’ pararealgar zette de onderzoekers echter op een ander spoor. Ze stellen dat Rembrandt er bewust voor koos om deze pigmenten te gebruiken in zijn poging om de gouden details van de kleding van Van Ruytenburch te imiteren. Het verhitten van geel pararealgar resulteert in de vorming van het roodachtige semi-amorfe pararealgar. Dit werd vervolgens gecombineerd met lood-tin geel en vermiljoen (rood kwiksulfide) pigmenten om de gouden glans te creëren.
Deze chemische verklaring werd ondersteund door een uitgebreid overzicht van historische bronnen die melding maken van het gebruik van arseensulfidepigmenten. Het lijkt erop dat in het zeventiende-eeuwse Amsterdam een breder assortiment arseenpigmenten beschikbaar was dan eerder gedacht. Ze kwamen waarschijnlijk via bekende handelsroutes vanuit Duitsland/Oostenrijk en Venetië naar Amsterdam. Dit wordt verder ondersteund door het feit dat Willem Kalf (1619-1693), een tijdgenoot van Rembrandt in Amsterdam, een zeer vergelijkbaar mengsel van pigmenten toepaste. De onderzoekers concluderen daarom dat Rembrandt doelbewust pararealgar en semi-amorfe pararealgar gebruikte, samen met loodtin geel en vermiljoen, om de speciale oranje-'gouden' verf te maken.
Nouchka De Keyser, Fréderique T. H. Broers, Frederik Vanmeert, Annelies van Loon, Francesca Gabrieli, Steven De Meyer, Arthur Gestels, Victor Gonzalez, Erma Hermens, Petria Noble, Florian Meirer, Koen Janssens & Katrien Keune: Discovery of pararealgar and semi-amorphous pararealgar in Rembrandt's The Night Watch: analytical study and historical contextualization. Heritage Science (2024) 12:237 DOI: 10.1186/s40494-024-01350-x