Minder meldingen, maar grote zorgen blijven bestaan 

In 2024 ontving de ombudsvrouw 94 meldingen (in 2023 waren dat er 118 en in 2022 100), waarvan 49 van medewerkers, 32 van studenten en 13 van promovendi. 

Hoewel dit een lichte daling is ten opzichte van 2023, is het opmerkelijk dat het aantal meldingen van studenten opvallend laag blijft: slechts 0,07% van de studentenpopulatie meldde iets. Dit terwijl landelijke cijfers aantonen dat grensoverschrijdend gedrag wijdverspreid is, met name onder jonge vrouwen. 

De aard van de meldingen is bovendien zorgwekkend. De meeste klachten gingen over: 

• Onjuiste toepassing van regelgeving, beleid of procedures 
• Structurele sociale onveiligheid 
• Arbeidsconflicten gekoppeld aan sociale onveiligheid 
• Discriminatie op basis van afkomst 

Daarnaast blijkt dat meldingen vooral gaan over het gedrag van leidinggevenden of medewerkers die betrokken zijn bij de uitvoering van beleid en regels. Vrouwen zijn fors oververtegenwoordigd als melders (78% meer dan mannen), en onder studenten vormen internationale studenten van buiten de EU een kwetsbare groep.

Wat vindt de COR? 

De COR  herkent veel van deze signalen. Wij maken ons met name zorgen over: 

• Structurele problemen op het gebied van leiderschap en sociale veiligheid 
• De lage meldingsbereidheid onder studenten en internationals 
• Het risico dat melders zich niet veilig voelen om zaken aan te kaarten 

We steunen de oproep van de ombudsvrouw om systematisch te investeren in goed leiderschap, heldere communicatie en toegankelijke, veilige meldstructuren. We onderstrepen ook het belang van nazorg, transparantie over de opvolging van meldingen en concrete maatregelen, zoals trainingen, duidelijke informatievoorziening (ook voor internationals) en betere bescherming van melders. 

Onze inzet als COR 

Als COR dringen wij aan op: 

• Een stevige opvolging van de aanbevelingen uit het verslag, met duidelijke actiepunten per faculteit en dienst 
• Verbetering van de sociale veiligheidscultuur op alle niveaus 
• Structurele evaluatie van procedures, inclusief de rol van vertrouwenspersonen en meldingsroutes 
• Meer aandacht voor studenten en promovendi, waaronder een PhD-mentorstructuur en betere voorlichting 

De oproep tot zelfreflectie die in dit verslag doorklinkt, nemen wij serieus. Transparantie en vertrouwen zijn essentieel. Medewerkers en studenten moeten zich veilig voelen om zich uit te spreken – en erop kunnen rekenen dat er écht iets gebeurt met wat zij delen.