Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Bij de UvA communiceren we zelfbewust, open en verbindend. Dat betekent onder meer dat we de kwaliteit van de UvA benadrukken, actief schrijven en ons verplaatsen in de bezoeker. Een aantal richtlijnen en tips.

In onze communicatie willen we betrokkenheid en verbondenheid uitstralen. Dit betekent vriendelijk en betrokken communiceren. Persoonlijk en dichtbij, waarbij we de behoeften van onze doelgroepen constant voor ogen hebben. 

Op dit moment is dat nog niet altijd zo: we communiceren vaak formeel, langdradig en ambtelijk. Ook denken we vaak vanuit onze organisatie en wat wij kwijt willen, in plaats vanuit de lezer en wat die wil weten. Hieronder een aantal tips om het beter te doen.  

Schrijf doelgroepgericht  

Verplaats je in de lezer. Ga niet uit van jezelf of de universiteit, maar van de bezoeker die de tekst leest. Wat zijn de behoeften van de lezer? Wat is het kennisniveau? Wat is het perspectief van de doelgroep? Maak van daaruit de brug naar de boodschap van de UvA. 

  • Niet: ‘De bibliotheek heeft computers die de studenten kunnen gebruiken.’
  • Wel: ‘Je kunt de computers van de bibliotheek gebruiken.’ 

Schrijf persoonlijk 

Schrijf persoonlijk. In plaats van alleen maar ‘de UvA’, ‘de universiteit’, ‘de studenten’ gebruik je ook ‘wij’ en ‘jij’. Zo klinkt een grote organisatie zoals de UvA minder afstandelijk. 

Op de websites van de UvA gebruiken we ‘jij’ en ‘je’, geen ‘u’.  

Schrijf begrijpelijk, óók voor hbo-/wo-opgeleiden 

Begrijpelijke taal draagt bij aan betrokkenheid en verbondenheid. Ook als hbo-/wo-opgeleiden je doelgroep zijn. Er zijn diverse onderzoeken die dat benadrukken.

Zo blijkt uit Amerikaans onderzoek dat schrijvers van teksten met moeilijke woorden eerder werden gezien als ‘minder intelligent’. Andersom, bij teksten in eenvoudige taal werd de intelligentie van de auteur juist hoger ingeschat. Volgens Nederlandse onderzoekers is dit te verklaren doordat lezers ervan uitgaan dat schrijvers eenvoudig schrijven ‘als ze weten waarover ze praten, en omgekeerd schrijven ze moeilijk als ze de stof zelf ook niet goed begrijpen’. 

Eenvoudige taal maakt daarnaast een overtuigendere en vriendelijkere indruk, blijkt uit het genoemde Nederlandse onderzoek. Hbo-/wo-opgeleiden zijn daar nog iets gevoeliger voor dan andere groepen.  

Er zijn nog meer redenen om te kiezen voor begrijpelijk taal. Zo zijn er onder hbo-/wo-opgeleiden ook mensen die dyslectisch zijn. En niet alle hbo-/wo-opgeleiden hebben Nederlands als eerste taal. 

Een paar tips voor begrijpelijk schrijven:  

  • Gebruik woorden die iedereen kent: zoek eenvoudige woorden, of controleer of woorden makkelijk te begrijpen zijn.
  • Voorkom ouderwets taalgebruik: derhalve, desalniettemin, hetgeen, welk, gezien de, trachten etc. 
  • Voorkom stroperige, ambtelijke taal en jargon. Schrijf bijvoorbeeld 'aanmelding' in plaats van 'aanmeldprocedure', en 'ondersteunen' in plaats van 'faciliteren'.
  • Moet je toch een ingewikkelde term gebruiken? Leg dan uit wat deze inhoudt. 
  • Schrijf afkortingen altijd minstens de eerste keer voluit met de afkorting tussen haakjes: ‘Onderwijs- en examenregelingen (OER)’.
  • Vermijd ingewikkelde zinsconstructies, zoals tangconstructies
  • Schrijf actief (zie hieronder). 
  • Wissel korte en lange zinnen af. Dat maakt je tekst dynamischer. 
  • Maak alinea’s van maximaal 4 à 5 regels. 

Schrijf actief 

Schrijf actief, in de tegenwoordige tijd. Maak duidelijk wie wat doet. Vermijd lijdende (passieve) vormen. De meeste passieve zinnen bevatten de constructie ‘worden… door…’. 

  • Niet: De Onderwijs- en Examenregeling (OER) wordt elk jaar opnieuw vastgesteld. 
  • Wel: De faculteit stelt de Onderwijs- en Examenregeling (OER) elk jaar opnieuw vast.

Vermijd ook de naamwoordstijl. Dit houdt in dat je werkwoorden niet verandert in zelfstandige naamwoorden. Want als je dat veel doet, maakt het je tekst onnodig ingewikkeld. Bijvoorbeeld: 

  • Er heeft een daling van het aantal studenten plaatsgevonden. 
  • We willen volgend jaar komen tot een uitbreiding van het aantal opleidingen. 

Kies liever voor een actieve werkwoordstijl: 

  • Het aantal studenten is gedaald. 
  • We willen het aantal opleidingen volgend jaar uitbreiden.  

Schrijf positief 

Schrijf positief. Beschrijf wat je wél wil. Buig ontkenning zoals ‘niet’ en ‘geen’ om: 

  • Niet: Geef je niet te laat op. 
  • Wel: Geef je op tijd op. 

Benadruk het voordeel voor de lezer: 

  • Niet: Om misbruik van gegevens te voorkomen, vragen we om tweestapsverificatie. 
  • Wel: Om je gegevens beter te beschermen, vragen we om tweestapsverificatie. 

Vermijd promotioneel taalgebruik, zoals reclametaal (‘het beste vak’, ‘de leukste bijeenkomst’, ‘een fantastische uitkomst’). Beperk je tot de feiten. Daarbij kun je natuurlijk wel positieve feiten benadrukken: ‘De onderzoekers tonen voor het eerst aan dat…’. 

Roep op tot (inter)actie 

Als je de lezer wil oproepen tot interactie, wees daar dan duidelijk in. Dus niet alleen een kopje met ‘Contact’, een telefoonnummer en een e-mailadres, maar een echte oproep.  

Dat kan bijvoorbeeld op een warme manier: ‘We horen graag van je’, ‘We zijn er voor jou’. Of juist heel duidelijk en beslist: ‘Neem contact op’, ‘Stuur ons een mail’, ‘Laat het ons weten’.     

Schrijf met respect voor anderen

De UvA wil een universiteit zijn waar iedereen zich gerespecteerd en thuis voelt. Hoe jij schrijft, kan hieraan bijdragen. Vermijd bijvoorbeeld: 

  • Stereotiep taalgebruik, zoals ‘werkende moeder’ of ‘vrouwelijke CEO’ (we gebruiken immers ook nooit ‘mannelijke CEO’)
  • Genderspecifiek taalgebruik, zoals ‘brandweerman’ of ‘ombudsman’. Schrijf in plaats daarvan ‘brandweerkracht’ en ‘ombudspersoon’.  
  • Mensen aanspreken op één kenmerk, zoals ‘de transgender’, ‘de gehandicapte’ of ‘de lesbienne’. Je kunt ook ‘de trans man’, ‘de gehandicapte student’ of ‘de lesbische vrouw’ zeggen (als dat relevant is). Mensen zijn immers meer dan dat ene kenmerk.

Wil je meer weten over inclusief schrijven? Lees dan bijvoorbeeld: