Fungi behoren tot de eukaryoten, dat wil zeggen dat ze een echte celkern hebben zoals mens, dier en plant, maar ze vormen slechts één van de vele evolutionaire groepen binnen deze groep organismen. Schimmels groeien met zogenoemde schimmeldraden of hyfen. Deze hyfen hebben dwarswanden met daarin een centraal gat. Een uniek organel, de septumporekap, speelt een belangrijke rol om dit gat te dichten en draagt op deze manier bij tot handhaving van de integriteit van de schimmelcel. Dit organel is door Boekhout en collega’s voor het eerst geïsoleerd en ten dele biochemisch gekarakteriseerd. Eencellige fungi, of gisten, zijn meerdere keren tijdens de evolutie van de fungi ontstaan. Veel gisten vormen ook hyfen en sommige hebben een septumporekap. Boekhout belicht in zijn oratie de evolutionaire betekenis van dit organel.

Boekhout laat tevens de relevantie zien van bepaalde gisten, met name als ziekteverwekker en als belangrijk bestanddeel van de microbengemeenschap die voorkomt op de huid. Een beter inzicht in de rol van micro-organismen - waaronder fungi - in ecologische processen, waaronder interacties met verschillende gastheren (inclusief de mens), kan worden verkregen met modern onderzoek van het microbioom. Boekhout is bezig een initiatief van de grond te krijgen voor samenwerking op dit terrein tussen verschillende onderzoeksgroepen van UvA, VU, ACTA en CWI.

Tot slot gaat Boekhout in op de publicatie-mores en de man/vrouw-verhouding in de academische wereld. 

Dhr. prof. dr. T. Boekhout, bijzonder hoogleraar Fungal Functional Diversity: Theatrum Fungorum: Van Campernoelje en Kleyne Deeltjens.