Door het bedrijven van empirische filosofie hebben Annemarie Mol en haar naaste collega’s de afgelopen decennia bijgedragen aan het denken over het goede. Ze deden dat niet door abstract te argumenteren, maar door complexe praktijken te ontrafelen. Daarin figureren verschillende versies van de werkelijkheid tegelijkertijd, zowel met elkaar in strijd, als van elkaar afhankelijk. In plaats van tussen die versies, en de bijbehorende soorten goed, te kiezen, is het vaak mogelijk om zorgend te werk te gaan: wat je doet en laat telkens weer aanpassen aan nieuw ontstane situaties.

Neveneffecten

Pogingen om een situatie te verbeteren, hebben onherroepelijk neveneffecten, vaak onverwacht; terwijl het in complexe praktijken vaak niet zonder meer duidelijk is wat goed is, en wat slecht. Alertheid en specificiteit blijven dan ook geboden. Dit alles (en meer) licht Mol toe aan de hand van voorbeelden uit de gezondheidszorg, eetpraktijken, het schoonmaken van de stad, en rioolwaterzuivering.

Prof. dr. A. Mol, hoogleraar Antropologie van het lichaam: The Good in Question: a Farewell Lecture. 

Dit afscheidscollege is hier live te volgen.