Dhr. dr. R.O. Schlingemann
15 januari 2009
Dhr. dr. R.O. Schlingemann is benoemd tot bijzonder hoogleraar Oculaire Angiogenese aan de Faculteit der Geneeskunde.
Dhr. dr. R.O. Schlingemann (1960) is benoemd tot bijzonder hoogleraar Oculaire Angiogenese aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam (AMC-UvA). De leerstoel is ingesteld vanwege het Genootschap ter bevordering van Natuur-, Genees- en Heelkunde.
Aandoeningen met vaatgroei (angiogenese) in het oog vormen de belangrijkste oorzaak van onbehandelbare blindheid en slechtziendheid in de westerse wereld. Reinier Schlingemann richt zijn onderzoek vooral op de rol van groeifactoren bij angiogenese en wondheling in het oog. Daarnaast onderzoekt hij de ontstaansmechanismen van de oogziekten diabetische retinopathie en leeftijdsgebonden maculadegeneratie. Schlingemann heeft hiermee een belangrijke bijdrage geleverd aan de introductie van nieuwe medicijnen die angiogenese remmen. Naast dit meer fundamentele onderzoek bouwde hij binnen zijn eigen afdeling een trial centrum op voor oogheelkundige klinische studies. Ook speelde Schlingemann een belangrijke rol bij het tot stand komen van een netwerk van dergelijke centra in Nederland. Onder zijn leiding wordt door dit netwerk vanaf 2008 een groot landelijk vergelijkend onderzoek verricht naar de angiogeneseremmers Avastin en Lucentis bij leeftijdsgebonden maculadegeneratie.
Schlingemann is sinds 1996 werkzaam als oogarts en hoofd van de Oculaire Angiogenese Groep aan het AMC. Voor die tijd werkte hij onder meer als onderzoeker in Londen en Oklahoma City, en aan de Universiteit van Leiden en de Radboud Universiteit Nijmegen. Ook was Schlingemann als fellow oogarts en senior honorary registrar verbonden aan het Moorfields Eye Hospital in Londen. Schlingemann is bestuurslid van de Landelijke Stichting Blinden en Slechtzienden en de Macula Degeneratie Werkgroep Nederland van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap. Ook was hij lid van de redactieraden van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, het Nederlands Tijdschrift voor Diabetologie en Framingham on Ophthalmology. Voor zijn onderzoek naar oogproblemen bij suikerziekte kreeg Schlingemann verschillende projectsubsidies van het Diabetes Fonds Nederland. In 2008 kreeg hij van ZonMW een Doelmatigheidssubsidie.
Aandoeningen met vaatgroei (angiogenese) in het oog vormen de belangrijkste oorzaak van onbehandelbare blindheid en slechtziendheid in de westerse wereld. Reinier Schlingemann richt zijn onderzoek vooral op de rol van groeifactoren bij angiogenese en wondheling in het oog. Daarnaast onderzoekt hij de ontstaansmechanismen van de oogziekten diabetische retinopathie en leeftijdsgebonden maculadegeneratie. Schlingemann heeft hiermee een belangrijke bijdrage geleverd aan de introductie van nieuwe medicijnen die angiogenese remmen. Naast dit meer fundamentele onderzoek bouwde hij binnen zijn eigen afdeling een trial centrum op voor oogheelkundige klinische studies. Ook speelde Schlingemann een belangrijke rol bij het tot stand komen van een netwerk van dergelijke centra in Nederland. Onder zijn leiding wordt door dit netwerk vanaf 2008 een groot landelijk vergelijkend onderzoek verricht naar de angiogeneseremmers Avastin en Lucentis bij leeftijdsgebonden maculadegeneratie.
Schlingemann is sinds 1996 werkzaam als oogarts en hoofd van de Oculaire Angiogenese Groep aan het AMC. Voor die tijd werkte hij onder meer als onderzoeker in Londen en Oklahoma City, en aan de Universiteit van Leiden en de Radboud Universiteit Nijmegen. Ook was Schlingemann als fellow oogarts en senior honorary registrar verbonden aan het Moorfields Eye Hospital in Londen. Schlingemann is bestuurslid van de Landelijke Stichting Blinden en Slechtzienden en de Macula Degeneratie Werkgroep Nederland van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap. Ook was hij lid van de redactieraden van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, het Nederlands Tijdschrift voor Diabetologie en Framingham on Ophthalmology. Voor zijn onderzoek naar oogproblemen bij suikerziekte kreeg Schlingemann verschillende projectsubsidies van het Diabetes Fonds Nederland. In 2008 kreeg hij van ZonMW een Doelmatigheidssubsidie.