2 december 2020
In Nederland zijn nu ongeveer driehonderd voorbeelden van publiek-private samenwerkingen in het beroepsonderwijs. Daar zitten succesverhalen tussen, maar ook samenwerkingen die minder goed verlopen. Pieter Moerman: ‘Wat ik voor het onderzoek niet verwachtte, is dat de manier waarop de overheid sturing biedt, toch enorm veel impact heeft op hoe de samenwerking uitpakt.’ Nu worden regels vaak top-down opgelegd, worden er targets gesteld zoals minder uitval van studenten, en stelt de overheid onderwijsinstellingen vervolgens verantwoordelijk voor het uitvoeren ervan. ‘Beter is het om bedrijven en scholen de ruimte te geven om zelf hun aanpak te verbeteren.’
De essentie van publiek-privaat samenwerken is dat resultaten worden behaald, die scholen of bedrijven alléén niet bereiken. Vaak krijgen deze projecten een financiële stimulans vanuit de overheid, die vervolgens eisen stelt aan de samenwerking. Moerman onderzocht hoe het combineren van leren en verantwoorden – experimentalist governance – een alternatief kan bieden. ‘Als overheid wil je monitoren hoe de samenwerking verloopt. Op dit moment hangt daar vaak een sfeer van afrekening: “Als we het verkeerd doen, worden we gestraft en krijgen we geen geld.” Deze combinatie kan daar een positieve draai aan geven door het leerproces centraal te stellen.’
Voor zijn proefschrift analyseerde Moerman onder andere 48 samenwerkingen waarbij nieuwe vormen van sturing door de overheid en publiek-private samenwerking getest werden. Een voorbeeld daarvan is het Centrum voor innovatief vakmanschap Water in Leeuwarden. ‘Bij dit kenniscentrum staan medewerkers binnen waterbedrijven en waterschappen centraal. De uitdaging is om de vaak wat oudere medewerkers blijvend op te leiden in nieuwe kennis en technieken op het gebied van waterbeheer. Dat heeft dus te maken met de opleiding zelf, maar ook met bijscholing van de huidige medewerkers. De vele kennis die er al is, kan door een samenwerking gedeeld worden.’
Moerman: ‘Wat ik bewonder aan deze nieuwe vormen van sturing, is dat de overheid lef getoond heeft. Zo werden er veel minder regels opgelegd. Hoewel ik in mijn proefschrift ook kritisch ben op deze nieuwe vormen, vind ik het belangrijk dat de overheid durft te experimenteren en moedig ik het aan om dat lef door te zetten. Uit mijn resultaten blijkt dat het een verschil kan maken.’
Pieter Moerman: Governance regimes and problem-solving capacity: Public-private partnerships in Dutch vocational and higher education. Promotor is prof. dr. J.H. Zeitlin. Copromotor is dr. E.M. Heemskerk. De promotie vindt plaats op donderdag 17 december om 10.00 uur in de Agnietenkapel en is te volgen via een livestream.