Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Nederlandse sportorganisaties zijn innovatiever dan de gemiddelde Nederlandse organisatie. Bovendien leveren sportorganisaties die goed scoren op innovatie, ook betere prestaties – zowel op sportief als economisch en maatschappelijk gebied. Dat zijn de belangrijkste conclusies van de 1e Nederlandse Sportinnovatiemonitor, uitgevoerd door het Amsterdam Centre for Business Innovation van de UvA en het Mulier Instituut in opdracht van Sportinnovator. Het gaat om een meting onder diverse vormen van sport en bewegen, bij topsportorganisaties, sportverenigingen, ondernemende sportaanbieders en recreatiesporters in de openbare ruimte.

Innovatie in de sport is van groot belang en heeft zowel sportieve als maatschappelijke impact. Betere materialen, betere voeding en betere trainingsmethodes zorgen ervoor dat iedereen op zijn eigen niveau kan bewegen en sporten, en tot betere prestaties kan komen. Innovaties in de sport leiden ook tot betere prestaties van onze topsporters: tot meer medailles, minder blessures en sneller herstel. Maar hoe innovatief is de Nederlandse sport eigenlijk?

Boven het gemiddelde

Sportinnovatie kenmerkt zich op drie met elkaar samenhangende manieren: de ontwikkeling en/of introductie van nieuwe producten, diensten en sportactiviteiten, die de beoefening van sport direct raken en primair gericht zijn op het bevorderen van sport en bewegen. Uit de 1e Nederlandse Sportinnovatiemonitor blijkt dat sportorganisaties gemiddeld meer nieuwe innovaties realiseren dan de doorsnee Nederlandse organisatie. De monitor toont daarnaast aan dat innovatie ook echt loont. Sportorganisaties die goed scoren op sportinnovatie, komen tot hogere prestaties. Niet alleen zijn hun financiële en sportieve prestaties groter; het leidt ook tot meer beoefenaars van de betreffende sport als de sportorganisatie succesvol innoveert. Daarnaast is de tevredenheid van de sporters en de medewerkers over hun sportorganisatie duidelijk hoger.

Vooral topsport doet het goed

Met name topsportevenementen en topsportprogramma’s doen het goed op het gebied van innovatie. De vernieuwing bij sportverenigingen en in de recreatiesport (ongeorganiseerd hardlopen, wandelen en fietsen) blijft in vergelijking daarmee wat achter. Innovatie betekent in de recreatiesport vaak vooral het aanschaffen van nieuwe sportattributen, die niet per se heel vernieuwend hoeven te zijn. Het overnemen van een succesvolle sportinnovatie van andere organisaties krijgt bij sportverenigingen en in de recreatiesport vaak de voorkeur boven het ontwikkelen van een eigen, daadwerkelijk nieuwe innovatie.

R&D en co-creatie

Sportorganisaties investeren bij het innoveren relatief weinig in onderzoek en ontwikkeling (R&D) of in de samenwerking met externe partijen. Daar is winst te behalen, want de Sportinnovatiemonitor laat zien dat co-creatie met partijen van buiten het eigen netwerk samengaat met een hogere mate van sportinnovatie.

Maatschappelijke impact

Om de innovatiekracht van Nederlandse sportorganisaties te blijven volgen, wordt de monitor elke drie jaar herhaald. Deze eerste monitor vormt de nulmeting. In de vervolgonderzoek zal de maatschappelijke impact van sportinnovatie een prominente plaats krijgen. Tevens zal er internationaal vergelijkend onderzoek plaatsvinden.

Aarnout Brombacher van het Topteam Sport van Sportinnovator: ’Sportorganisaties omarmen innovatie en zien ook dat het effect heeft. Niet alleen op de prestaties, maar ook op het ledental en de tevredenheid bij zowel sporters als medewerkers. Sportinnovatie loont dus. In de topsport zien we al dat dit werkt en ook in de breedtesport – ongeorganiseerd en anders georganiseerd – zien we hier een enorm potentieel. Tegelijkertijd is er nog winst te behalen, met name waar het gaat om samenwerking met externe partijen. Daar zullen wij vanuit Sportinnovator en de Sportinnovator-centra de komende jaren nog meer op gaan sturen.’

Henk Volberda, directeur van het Amsterdam Centre for Business Innovation van de UvA: ‘Ik doe al jarenlang onderzoek naar de stand van zaken op het gebied van innovatie in het Nederlandse bedrijfsleven. Deze Sportinnovatiemonitor is, voor zover ik weet, uniek in de wereld. Het onderzoek biedt sportief en bewegend Nederland inzichten waarmee binnen de sport veel voordeel behaald kan worden.’

Remco Hoekman, directeur van het Mulier Instituut: ‘Als sportsocioloog heb ik met name aandacht voor de maatschappelijke betekenis van sportdeelname en hoe je mensen in beweging krijgt. Ik ben ervan overtuigd dat sportinnovatie daar een belangrijke rol in speelt. Deze monitor onderstreept dat en laat zien dat sportinnovatie tot meer bijdraagt dan alleen een betere sportprestatie. Sportinnovatie heeft ook een bredere maatschappelijke betekenis.’