11 januari 2022
Hopman volgt forensische DNA-fenotypering in drie verschillende settings. Haar exploratie begint in het onderzoekslaboratorium, waar fundamenteel onderzoek wordt gedaan naar de genetica achter uiterlijke kenmerken. Daar worden markers geïdentificeerd die een effect hebben op het fenotype. Vervolgens bekijkt ze hoe de techniek wordt gebruikt in het forensisch laboratorium, waar kits worden toegepast op forensische DNA-sporen. En tot slot analyseerde Roos Hopman hoe de resultaten door politie gebruikt worden in de criminele opsporing. Ze ontdekte hierin dat ras onder andere materialiseert in vertalingen die plaatsvinden wanneer FDP-technologieën van de ene naar de andere setting reizen: waar resultaten veranderen van genetische markers, naar genetische groepen, en uiteindelijk naar types van verdachten.
‘Gezien de beladen geschiedenis rond ras in de wetenschap, de genetica in het bijzonder, is "ras" een term waar genetici zich liever verre van houden,’ vertelt Roos Hopman, ‘Mijn onderzoek laat zien dat genetici op het gebied van FDP zich actief verwijderen van elke connotatie met ras of rassenwetenschap door middel van temporele en ruimtelijke distantiëring. In de tijd wordt gezegd dat ras in het verleden achtergelaten is, en dat de methoden in hedendaagse laboratoria juist steeds meer focussen op individuen. Ruimtelijk wordt van ras afstand genomen door te argumenteren dat het pas relevant wordt als de resultaten van genetische analyses het laboratorium verlaten en door rechercheurs worden gebruikt, of in de samenleving circuleren.’
In haar onderzoek ging Hopman ook verder in op de eerste succesvolle toepassing van massively parallel sequencing in een Nederlandse strafzaak. Deze opkomende forensische technologie voorspelt geen fenotypische kenmerken van een groep verdachten, maar maakt juist individuele kenmerken van DNA-profielen beter inzichtelijk. Deze focus op individuen biedt volgens Hopman een interessant contrast met het gebruik van FDP in forensisch onderzoek.
Hoe kunnen we nadenken over de afwezige aanwezigheid van ras in forensische DNA-fenotyperingpraktijken? Op deze vraag geeft Roos Hopman, bouwend op het werk van Amade M’charek, hoogleraar Antropology of Science aan de UvA, en binnen de context van het bredere RaceFaceID project, antwoord door niet te kijken naar wat genetici zeiden over ras, maar door te kijken naar wat ze deden. ‘Door praktijken serieus te nemen kunnen we begrijpen hoe ras blijft terugkomen in wetenschappelijk onderzoek, ook wanneer de onderzoekers zelf er geen analytische interesse in hebben. Dit is belangrijk gezien deze resultaten niet in het lab blijven maar de samenleving in reizen, en daarvoor neutraal en objectief worden aangenomen.’
Roos Hopman promoveert op 12 januari 2022 om 10.00 uur op het proefschrift: 'Facing genetics: an ethnography of race in forensic DNA phenotyping practices'. Promotor is prof. dr. A.A. M'charek. Copromotor is dr. V.H. Toom. De promotie is hier live te volgen.