Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
De mond is belangrijk voor ons uiterlijk, om te eten, te zoenen en te spreken. Maar ook voor het bespelen van een blaasinstrument. Bij het bespelen van een blaasinstrument legt de lucht een weg af van de longen, via de keel, het gehemelte, de tong, de wangen, de tanden en de lippen, in het instrument. Al deze lichaamsdelen spelen mee in de vorming van de toon. Het samenspel van alle spieren rond de mond wordt ‘embouchure’ genoemd. Fawn van der Weijden, orthodontist in opleiding en verdienstelijk fluitist legt in haar proefschrift de dwarsverbanden. Ze promoveert op vrijdag 22 april aan de UvA.

Het belang van de embouchure voor een blaasmusicus wordt onvoldoende begrepen door veel mondzorgprofessionals. Om de embouchure goed te gaan beheersen moet een blazer eindeloos oefenen en perfectioneren. Het vergt de ontwikkeling van een hele subtiele coördinatie waardoor een blazer niet alleen zuiver leert spelen, maar ook allerlei nuances in de toon kan leggen, zoals een ronde of scherpe toon. Tanden spelen een belangrijke rol bij het bespelen van een blaasinstrument, want ze ondersteunen de lippen waartegen het mondstuk wordt geplaatst. Een kleine ingreep aan het gebit, kan al een grote positieve of negatieve impact hebben op het spel. Van der Weijden verschaft een overzicht van aspecten van de tandstand en kaakstand die van invloed kunnen zijn op het comfort en de kwaliteit van het spel. Scheve tanden kunnen pijn of wondjes in de lip veroorzaken. Spleetjes tussen de tanden kunnen ervoor zorgen dat er ‘valse lucht’ ontsnapt. Bij een open beet kan je je voorstellen dat de lippen en het mondstuk onvoldoende steun hebben van de tanden. Specifiek voor koperblazers, zoals trompettisten, is een terugliggende onderkaak met grote overbeet nadelig, omdat het mondstuk dan niet op de onderlip kan afsteunen. Een brede boven- en onderkaak zijn juist voordelig, omdat de tong dan meer bewegingsruimte heeft. Toch is het niet zo zwart-wit; blazers blijken in staat zich aan te passen aan een sub-ideale gebitssituatie. Van der Weijden: 'Een solotrompettist uit een van ’s werelds beste orkesten heeft een smalle boventandboog, een grote overbeet en een open beet, maar speelt toch op een bijzonder hoog professioneel niveau.'

Links: goede voor-achterwaartse relatie tussen onder- en bovenkaak, Rechts: terugliggende onderkaak met grote overbeet. Illustratie: Rob Hazenberg

Wel of geen beugel?

Ondanks dat een beugel ongemak kan geven tijdens het spelen, zou Van der Weijden jongeren die een blaasinstrument bespelen wel adviseren om aan een orthodontische behandeling te beginnen. 'Ik zou niet aanraden om te wachten met een beugel totdat er moeilijkheden optreden in het spel, want als jonge blazer ben je veel flexibeler om je embouchure/spierreflexen aan te passen aan veranderingen in de tandstand en ook aan een beugel. Bovendien kan een grote overbeet op volwassen leeftijd alleen verholpen worden met een kaakverplaatsingsoperatie.' Zo’n operatie brengt het risico met zich mee dat er tijdelijk of permanent gevoelsverlies kan optreden aan de lippen. Van der Weijden heeft zes blazers geïnterviewd die zo’n operatie hebben ondergaan. Bij de helft van de patiënten is hun spel verbeterd na de operatie. Bij de andere helft is het spel verslechterd, omdat het gevoel niet volledig is hersteld.

Van der Weijden heeft ook tien blazers geïnterviewd die geboren zijn met een lip- en /of gehemeltespleet (schisis). 'Een beperking zou iemand niet moeten ontmoedigen om een blaasinstrument te bespelen. Het kan wat meer moeite kosten door een suboptimale situatie, maar de blaasmusici in mijn onderzoek laten zien dat het mogelijk is, zelfs op een (semi)professioneel niveau.'

Slaapapneu

Het bespelen van een blaasinstrument zou mogelijk kunnen helpen om een betere spierspanning te ontwikkelen. Zo kan het bespelen van bijvoorbeeld een didgeridoo een positief effect hebben op slaapapneu. Er zijn ook aanwijzingen dat het bespelen van een blaasinstrument kan helpen voor mensen die door hun mond ademhalen of een korte bovenlip hebben. Dit is iets waar Van der Weijden nog verder onderzoek naar hoopt te doen.  

Met haar proefschrift brengt Fawn van der Weijden de werelden van muziek en tandheelkunde dichter bij elkaar. Ze hoopt dat het bijdraagt aan het begrip van mondzorgprofessionals hoe de embouchure werkt en hoe belangrijk deze is voor een blazer. Mondzorgprofessionals zullen beter in staat zijn om een vraag te beantwoorden of advies te geven.

Als laatste werd aangetoond dat achtergrondmuziek bij de tandarts een positief effect heeft op het welbevinden van de patiënt, dat klinkt echt als muziek in de oren!

Promotiegegevens

De promotie van Fawn van der Weijden vindt plaats op vrijdag 22 april om 11.00 uur in de Agnietenkapel. Ze promoveert op het proefschrift: 'Musicodontology'. Promotor is prof. dr. F. Lobbezoo. Copromotor is dr. R.B. Kuitert.