Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Koekhappen, spijkerpoepen en niet te vergeten de vrijmarkt: Koningsdag gaat ieder jaar weer gepaard met een veelvoud aan tradities. En dat zegt volgens Peter Jan Margry, professor Europese etnologie aan de Universiteit van Amsterdam en het Meertens Instituut, veel over hoe de Nederlandse samenleving in elkaar zit. Want hoe komt het eigenlijk dat we op 27 april massaal kleedjes uitrollen om onze spullen te verkopen? En welke rol spelen dit soort feestdagen nog in onze steeds individualistischere samenleving? Margry biedt een blik op Koningsdag in een veranderende tijd: ‘Er is geen andere Nederlandse feestdag die zo inclusief en breed gevierd wordt.’
Vrijmarkt op Koningsdag in Amsterdam. In het oranje geklede Amsterdammers verkopen hun tweedehands spullen vanaf kleedjes op straat.
Stadsarchief Amsterdam / Bert Gerlagh

De verandering van een volksfeest  

‘Bijzonder aan Koningsdag is dat het feest zo breed gedragen wordt,’ legt Margry uit. ‘Dat komt doordat het karakter van Koninginnedag, later Koningsdag, door de jaren heen sterk veranderd is. Vroeger kwam de samenleving naar het Koninklijk Paleis, waarna een selectie van onderdanen de vorst mocht begroeten en feliciteren. Echt een top-down benadering dus, die heel eenzijdig was.’ Tijdens de regeerperiode van koningin Beatrix is dat veranderd. 'De manier waarop het feest werd gevierd paste gewoon niet meer in de moderne egalitaire Nederlandse samenleving.’  

Zo vond op een zeker moment inversie plaats. Bij inversie, of sociale omkering, veranderen groepen in de samenleving bestaande maatschappelijke verhoudingen op een informele manier. De rollen worden als het ware omgedraaid. Het volk gaat nu niet meer naar het koningshuis om de koning te eren, maar de vorst komt juist naar het volk toe. Zo bezoekt koning Willem-Alexander ieder jaar een andere Nederlandse stad, waar hij met de burgers meedoet. ‘De volkse spelletjes zoals koekhappen die de leden van het koningshuis dan moeten doen, zijn daarbij eigenlijk ook een manier om de monarchie de maat te nemen,’ aldus Margry.  

Een inclusief feest voor iedereen 

Maar Koningsdag speelt ook een bredere rol in de samenleving. 'Het is een heel verzoenend feest, waarin de hele samenleving zich kan herkennen. Je bent vrij om te doen wat je wilt: de sociale regels zijn een stuk losser. En iedereen mag participeren, welk gender of welke huidskleur je ook hebt.’ Daardoor is de monarchie ook steeds meer een bijrol in het feest gaan spelen. Juist in een tijd waarin de verschillen groter lijken dan ooit, kan Koningsdag daarom een belangrijke verbindende rol vervullen, stelt Margry. ‘De samenleving heeft het - met behulp van de Rijksvoorlichtingsdienst - het feest opnieuw uitgevonden. Het kent een succesformule voor iedereen. Het enige andere feest waarbij je iets vergelijkbaars ziet is de Pride, maar dat is vooral op Amsterdam gecentreerd.’  

Loskomen uit het individualisme 

Koningsdag moet dus niet alleen gezien worden als een volksfeest waarbij de monarchie wordt geëerd. ‘Een afname van de populariteit van de monarchie zou ook niet hoeven betekenen dat het feest ophoudt te bestaan,’ aldus Margry. 'De samenleving heeft behoefte aan inclusieve feesten voor iedereen, waarbij je eens los kunt komen uit het individualisme. Die kracht van het feest zorgt ook voor de bestendigheid ervan.’ 

Peter Jan Margry 

Peter Jan Margry is emeritus hoogleraar Europese Etnologie aan de Universiteit van Amsterdam en het Meertens Instituut. Hij onderzoekt onder andere de cultuur van het dagelijks leven en de rol die festiviteiten daarin spelen.