1 oktober 2015
‘Zoals onder anderen door de Australische filosoof David Chalmers betoogd, staan we nog steeds oog in oog met ‘The Hard Problem’ in dit veld’, vertelt Pennartz. ‘Hoe kan bijvoorbeeld een materieel object zoals de hersenen met zijn miljarden zenuwcellen aanleiding geven tot een subjectieve, kwalitatieve ervaring zoals het zien van kleuren? Hoe bestaat het dat de triljoenen electrische impulsen die voortdurend door ons brein flitsen, ertoe kunnen leiden dat we een goede Chardonnay proeven?
Pennartz neemt de lezer terug naar de tijd van de Verlichting, waarin het eerste onderzoek plaatsvond naar de totstandkoming van zintuiglijke ervaringen. Kijkend naar de gevolgen van hersenbeschadigingen en experimentele ingrepen, behandelt hij de vraag in hoeverre de hersenen zouden kunnen worden ‘afgepeld’ totdat er geen bewustzijn meer overblijft. Hij concludeert dat hersensystemen voor bijvoorbeeld taal, beweging, emotie of geheugen niet essentieel zijn voor bewustzijn, maar dat systemen voor waarneming dat wel zijn.
Welke eigenschappen hebben die waarnemingssystemen om hun bijzondere positie te verklaren? Deze vraag leidt tot een zoektocht door de anatomie en fysiologie van de hersenen, en langs theoretische modellen die ook in de artificiële intelligentie worden gebruikt. In bestaande computermodellen kunnen neuronen op allerlei manieren aan elkaar worden geknoopt om rekenkundige problemen op te lossen, maar ook deze modellen schieten tekort in het oplossen van het bewustzijnsvraagstuk. Zullen computers nooit in staat zijn om subjectieve ervaring te genereren, of hebben we de goede oplossingen nog niet bedacht?
Pennartz brengt de voorwaarden in kaart waaronder zulke oplossingen gevonden kunnen worden. Centraal in zijn visie staat dat de hersenen complexe representaties genereren. Deze representaties komen niet voort uit een enkele modaliteit (zoals zien of horen), maar berusten op interacties tussen modaliteiten. Zo komen de hersenen tot ‘inschattingen’ van wat er in de buitenwereld of in het eigen lichaam aan de hand is. Dit model laat toe dat onze bewuste ervaringen een kwalitatief karakter hebben - zoals geur, gevoel of pijn - dat echter alleen ‘voelbaar’ is op een hoog niveau van hersenorganisatie. Tegelijk laat dit hoge niveau zich goed verdragen met de lagere niveaus waarop neuronen zich organiseren tot netwerken en supernetwerken. Op die manier verzoent deze representationele theorie het gegeven dat hersenen puur uit materie bestaan met het voortbrengen van rijk geschakeerde ervaringen, die net zo 'werkelijk' zijn als de onderliggende substantie. Tot slot plaatst Pennartz de theorie in de context van de huidige filosofie van lichaam en geest, waarbij hij ingaat op vragen als: welke diersoorten hebben bewustzijn? Kunnen robots in principe bewuste ervaringen hebben?
Prof. dr. Cyriel M.A. Pennartz is hoogleraar Cognitive and Systems Neuroscience aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is werkzaam aan het Center for Neuroscience van het Swammerdam Institute for Life Sciences van de UvA en is betrokken bij het universitaire onderzoekszwaartepunt Brain and Cognition.
Cyriel M.A. Pennartz: The Brain’s Representational Power – On Consciousness and the Integration of Modalities (MIT Press, september 2015). ISBN: 9780262029315.