29 oktober 2018
Jepma en collega’s deden twee experimenten waarin ze proefpersonen pijnlijke hitteprikkels gaven en keken naar ervaren pijn en hersenactiviteit. Om effecten van verwachtingen te onderzoeken kregen proefpersonen eerst specifieke verwachtingen bij visuele cues aangeleerd: sommige cues werden geassocieerd met een hoge temperatuur en andere juist met een lage temperatuur. In de volgende, cruciale fase van de experimenten werden de cues gevolgd door hitteprikkels, maar waren de cues niet meer voorspellend voor de intensiteit van de hitte; de proefpersonen was dit vooraf niet verteld. Op die manier konden de onderzoekers kijken of de cues van invloed waren op hoe de proefpersonen de pijn ervaarden. Ook keken ze of de proefpersonen over de tijd leerden dat de cues en de werkelijkheid (de toegediende hitteprikkel) niet langer met elkaar overeenkwamen.
De hitteprikkels werden toegediend op arm of been met een thermode, een soort metalen plaatje dat op temperatuur kan worden ingesteld. De prikkel is pijnlijk, maar ongevaarlijk.
De onderzoekers vonden bewijs voor twee mechanismen die er samen voor kunnen zorgen dat verwachtingen over pijn in stand blijven terwijl deze niet overeenkomen met de realiteit. Ten eerste beïnvloeden verwachtingen de perceptie van pijn: hoe meer pijn mensen verwachten, hoe meer pijn ze ervaren. Daarnaast blijkt er sprake te zijn van een bias (vooringenomenheid) in het leerproces: wanneer nieuwe pijnervaringen in tegenspraak waren met de oorspronkelijke verwachting, leerden mensen hier minder van dan wanneer nieuwe ervaringen hun verwachting bevestigden. Als de ervaren pijn hoger was dan verwacht, waren de proefpersonen eerder geneigd hun verwachting omhoog bij te stellen als ze waren gecued voor hoge pijn dan als ze waren gecued voor lage pijn. Jepma: ‘Dit vonden we ook voor de omgekeerde ervaring: als minder pijn werd ervaren dan verwacht, stelden proefpersonen hun verwachtingen voor de volgende test meer naar beneden bij als ze vooraf een lage-pijn-cue hadden gezien’. In beide gevallen leerden de proefpersonen meer van informatie die overeenkwam met hun oorspronkelijke verwachting, en negeerden bewijs dat daar tegenin ging. Dit noem je een confirmation bias, een voorkeur voor bevestiging.
‘Deze confirmation bias kan verklaren waarom verwachtingen zo volhardend kunnen zijn, zelfs als mensen worden geconfronteerd met bewijs dat hun verwachtingen tegenspreekt’, aldus Jepma.
Dit proces kan negatief maar ook positief uitwerken. ‘Als je na een operatie bijvoorbeeld verwacht dat bewegen erg pijnlijk is, maar op een dag merkt dat dit wel meevalt, zou je geneigd kunnen zijn dit aan toeval toe te schrijven en je niet realiseren dat je aan het herstellen bent. En omgekeerd, als je verwacht dat je pijn zal afnemen maar nog geen pijnafname ervaart, zal je dit misschien wijten aan ‘een slechte dag’ in plaats van aan het niet werken van een behandeling. Deze processen spelen mogelijk een belangrijke rol bij de ontwikkeling van chronische pijn’, besluit Jepma.
Marieke Jepma, Leonie Koban, Johnny van Doorn, Matt Jones en Tor D. Wager: ‘ Behavioural and neural evidence for self-reinforcing expectancy effects on pain’, in: Nature Human Behaviour, 29 oktober 2018. Doi: https://doi.org/10.1038/s41562-018-0455-8.