Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
De aanslagen op de Twin Towers in 2001 vormden in Nederland aanleiding voor een intensivering van het debat over de islam, terwijl ze in de Verenigde Staten werden gezien als een wrede verstoring van de nationale veiligheidsutopie. Is een gebeurtenis als 9/11 altijd een radicaal keerpunt dat het begin vormt van maatschappelijke en politieke veranderingen? Socioloog Thijs van Dooremalen deed onderzoek naar de framing van 9/11 in media, politiek en beleid, en vergeleek Nederland, de Verenigde Staten en Frankrijk met elkaar. Hij promoveert op woensdag 11 september aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).
Twin Towers
Foto: Flickr, YU-bin

Tot 11 september 2001 hadden de Amerikanen een sterk geloof in hun land als veilige, militair onneembare haven. Van Dooremalen noemt 9/11 een shock event voor de VS. ‘Het betekende een radicale ommezwaai in dat denken’, licht hij toe. ‘Het vormde de aanleiding voor een revolutionaire herziening van houdingen en beleid rond nationale veiligheid.’ In de nasleep van de aanslagen was er in de VS nauwelijks sprake van stigmatisering van moslims in de media of politiek. Dit komt volgens hem doordat het in die periode immoreel en on-Amerikaans werd gevonden om in het publieke debat religiekritiek te geven. ‘Dit is in scherp contrast met de Nederlandse situatie, waar naar aanleiding van 9/11 de positie van moslims in de samenleving breeduit werd bediscussieerd.’

Dominante kwesties

Vaak wordt 9/11 in Nederland als hét omslagpunt gezien in het debat over de islam. Van Dooremalen betwist dat: ‘Het is in Nederland één van de gebeurtenissen geweest die in de media en de politiek werd gezien als reden voor een kritischer houding tegenover moslims, niet dé gebeurtenis. Het debat over de islam was al een tijd gaande.’ Hij categoriseert 9/11 in Nederland dan ook niet als shock event, maar als focus event: een bevestiging van een idee dat al leeft, dat zorgt voor de intensivering of radicalisering van het inslagen pad. ‘9/11 werd hier dan weer geen onderwerp van discussies over nationale veiligheid. We achtten ons als Nederland te klein om in ons eentje een internationaal probleem als terrorisme te kunnen bestrijden en we voelden meer weerzin dan de Amerikanen tegen het opofferen van privacy in de naam van de vrijheid.’

In de VS werd veiligheid de dominante kwestie en in Nederland de positie van de islam. Maar hoe was dat in Frankrijk? Van Dooremalen zag dat de Franse kranten de aanslagen op de Twin Towers nauwelijks aan binnenlandse kwesties verbonden en hetzelfde gold ook voor de Franse politiek. Zelfs een gebeurtenis die met wereldwijde opschudding gepaard gaat, krijgt dus niet overal binnenlandse consequenties. Wat betreft buitenlandse zaken werd 9/11 wel in alle drie de landen gekoppeld aan dezelfde onderwerpen: terrorisme, de oorlogen in Irak en Afghanistan, en luchtvaartbeleid.

Grandeur vs. bescheidenheid

Hoe kan het dat eenzelfde gebeurtenis aan zulke verschillende binnenlandse kwesties verbonden wordt of juist aan geen enkele? Voor een antwoord op deze vraag keek Van Dooremalen ook naar andere gebeurtenissen die zowel in Nederland als in Frankrijk veel aandacht kregen: de tsunami in Zuidoost-Azië (2004), de Arabische Lente (2011) en de politieke opkomst van Donald Trump (2016). Ook voor die gebeurtenissen geldt dat ze in Nederland veel meer ‘gedomesticeerd’ werden dan in Frankrijk.

Van Dooremalen stelt dat verklaring te vinden is in het verschil in ‘culturele repertoires’. Dat van Frankrijk heeft als doel de Franse grandeur – het idee dat Frankrijk een unieke en belangrijke wereldnatie is – uit te dragen. Dit zorgt ervoor dat Franse politici zich in de nasleep van een buitenlandse gebeurtenis prominent op het internationale politieke toneel willen begeven. Van Dooremalen: ‘Denk aan de rol van Sarkozy bij het afzetten van Khadaffi tijdens de Arabische Lente. Hier tegenover is het Nederlandse repertoire bescheidener. Nederlandse politici menen over het algemeen dat hun land, als kleine natie, geen al te grote ambities moet hebben over bemoeienissen elders in de wereld. We hebben in Nederland juist wel een sterke neiging om buitenlandse gebeurtenissen niet alleen te verbinden aan binnenlandse debatten, maar ook aan het eigen psychische welzijn. Zo kreeg Trump een rol in het debat over ‘de boze burger’ in Nederland en gaven veel bekende Nederlanders in eindejaarsinterviews in 2016 aan dat de verkiezing van Trump voor hen één van de meest ingrijpende, stressvolle momenten van het jaar was geweest.’

Aanslagen Madrid en Charlie Hebdo

Grote gebeurtenissen kunnen lange levens hebben, zag Van Dooremalen. Jaren na 9/11 werd het in Nederland, de VS en Frankrijk nog altijd aangehaald als een reden om politieke en maatschappelijke veranderingen door te voeren. ‘Dat was vooral te zien in de nasleep van de terroristische aanslagen op de trein in Madrid (2004) en de redactie van Charlie Hebdo. Juist rond zulke nieuwe gebeurtenissen kan de oude weer opnieuw transformerende kracht krijgen, omdat herinneringen eraan worden gereactiveerd.’

Promotiegegevens

Thijs van Dooremalen: The Framing of 9/11 in the American, French, and Dutch Public Spheres (2001 – 2015). A Contribution to the Sociology of Events. Promotor is prof. dr. W.G.J. Duyvendak; copromotor is dr. J.L. Uitermark.

Tijd en locatie

De promotie vindt plaats op woensdag 11 september, om 12.00 uur.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.