4 april 2022
Tussen de jaren zeventig en de jaren negentig nam het aantal scheidingen een vlucht. Scheiden werd wettelijk mogelijk, we leefden steeds langer (en kregen dus meer tijd om elkaar beu te worden) en de maatschappelijke kijk op het onderwerp veranderde. Anno nu eindigt een derde tot de helft van alle samenwoonrelaties (ook die zonder huwelijk) in een scheiding.
Die verandering neemt een toename in sociale ongelijkheid met zich mee. ‘De kans dat iemand met een mbo-diploma gaat scheiden is twee keer hoger dan bij iemand die een universitair diploma heeft’, zegt Hogendoorn. Dat heeft te maken met extra stressfactoren die in die groep vaker voorkomen. ‘Onder andere geldzorgen hebben impact op hoe je met elkaar omgaat en dragen bij aan de kans dat een huwelijk strandt.’
Een scheiding kan serieuze financiële gevolgen hebben, die volgens Hogendoorn met name bij moeders uit die groep hard aankomen. ‘Aangezien zij meestal de minstverdienende partner zijn en het vaakst de kinderen in huis nemen. In de lagere sociaaleconomische klasse hebben vrouwen een grote kans om na scheiding onder de armoedegrens te belanden. Vrouwen in de hogere klassen gaan er financieel ook op achteruit , maar zij hebben voldoende middelen om een acceptabele levensstandaard te handhaven.’
De kans dat iemand met een mbo-diploma gaat scheiden is twee keer hoger dan bij iemand die een universitair diploma heeftBram Hogendoorn over zijn proefschrift ‘Divorce and Inequality: stratification in the risk and consequences of union dissolution'.
De verzorgingsstaat kan uitkomst bieden. Belastingen en toeslagen kunnen ervoor zorgen dat vrouwen in arme gezinnen ook zonder partner kunnen rondkomen. Maar de verdeling van zorgtaken speelt ook een rol. ‘In landen in bijvoorbeeld Scandinavië is een verdeling ontstaan die gelijker is. Dat heeft voor een groot deel te maken met het aanbod aan sociale voorzieningen. Denk aan een verruimd geboorteverlof voor vaders of de openbare kinderopvang. Die geven beide ouders meer tijd voor zorgtaken. Een effect daarvan is dat de inkomens in een gezin beter verdeeld zijn.’
Volgens Hogendoorn is het belangrijk om dit nu aan te tonen omdat we in de zogeheten tweede demografische transitie zitten. Een verzamelnaam voor allerlei veranderingen in de maatschappij van de afgelopen vijftig jaar. Eén van de hypotheses is dat die transitie beter uitpakt voor mensen in een al gunstige sociale positie en minder goed voor mensen in lagere klassen. ‘Die transitie is nog vol aan de gang en daar hebben we dus nog impact op.’
Er wordt vaak aangenomen dat inkomens verdeeld worden door staat en markt maar ook de gezinssamenstelling speelt dus een grote rol, volgens Hogendoorn. ‘Mijn proefschrift toont aan dat een meer ontwikkelde verzorgingsstaat vrouwen kan beschermen tegen de financiële gevolgen van de gezinsvorming en een scheiding. Het maatschappelijk en politiek debat houdt te weinig rekening met dit inzicht. Mijn proefschrift kan dat debat voeden.’
Bram Hogendoorn, 2022, ‘Divorce and Inequality: stratification in the risk and consequences of union dissolution. Promotor is; dr. T. Bol, copromotoren zijn; prof. dr. M. Kalmijn en prof. dr. T. Leopold (University of Cologne).
Woensdag 20 april, 10.00 uur, Agnietenkapel, Amsterdam.