1 oktober 2025
In Sens (232 pagina’s) volgt een anonieme reiziger - een man in lange jas en hoed - pijlen die in allerlei gedaanten opduiken: op muren, in voetsporen, als vlot of zelfs in zijn eigen koffer. Soms wijzen ze tegengestelde richtingen aan, vaak leiden ze nergens concreets heen. Uiteindelijk belandt de man op een veld vol pijlvormige grafstenen: een visueel symbool van de dood.
De meeste stripverhalen - denk aan Kuifje, Asterix of Suske en Wiske- combineren beelden met tekst, vaak in dialogen. Volgens Forceville laat Sens overtuigend zien dat een lang en gelaagd verhaal ook zonder één enkel woord kan worden verteld. Lezers begrijpen deze beelden volgens hem door hun dagelijkse ervaringen en doordat ze vertrouwd zijn met verhaalpatronen en de ‘taal’ van strips.
Volgens Forceville begrijpen lezers een woordloos verhaal deels door hun kennis over de wereld. ‘We herkennen objecten, mensen en gebeurtenissen in tekeningen dankzij onze dagelijkse ervaringen in de echte wereld, vaak zonder dat we daar bewust bij stilstaan’, aldus Forceville.
Maar lezers herkennen Sens ook als een verhaal met een bekend patroon: er is een hoofdpersoon met een doel, er zijn obstakels en er is een afloop. Forceville: ‘De reis heeft een begin, een weg en een eindpunt. Dat geldt niet alleen voor de letterlijke tocht van de hoofdpersoon, maar ook voor zijn symbolische zoektocht: hij vertrekt vanuit een probleem, overwint obstakels en bereikt uiteindelijk een eindbestemming.’
Sens laat zien hoe krachtig beeldtaal kan zijnUvA-mediawetenschapper Charles Forceville
Doordat het verhaal zelfs grafisch zo is opgebouwd - met een begin, een midden en een slot – en onze vertrouwdheid met deze verhaalpatronen kunnen we de reis beeld voor beeld goed volgen.
Tot slot hebben stripverhalen zoals Sens hun eigen middelen om informatie over te brengen die de lezer herkent stelt Forceville. ‘Net zoals een roman met taal werkt die je wel moet kunnen begrijpen, gebruikt een strip beeldmiddelen,’ legt hij uit. ‘Beweging wordt bijvoorbeeld gesuggereerd door de houding van een personage of door lijnen die snelheid of richting aangeven.’
En minstens zo belangrijk: de lezer moet zelf invullen wat er gebeurt in de ruimte tussen twee tekeningen, de zogeheten gutter. ‘In Sens gaat dat vaak heel subtiel. Kijk maar goed: er verandert in de beelden boven meer dan alleen het camerastandpunt dat 180 graden draait.’
Met zijn analyse toont Forceville hoe Mathieu’s striproman werkt én draagt hij bij aan een breder inzicht in hoe mensen betekenis geven aan verhalen, zelfs als die volledig zonder woorden worden verteld. ‘Sens laat zien hoe krachtig beeldtaal kan zijn. Visuele communicatie kent geen grammatica of vocabulaire. Ook zonder deze kunnen dus belangrijke dingen worden verteld.’
Charles Forceville: ‘The JOURNEY metaphor in Marc-Antoine Mathieu’s graphic novel à (Sens)’, in: Language & Literature (2025). Ga naar het artikel