Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Hoe functioneert het Nederlandse innovatielandschap in een omgeving die kwetsbaarder is geworden? Nederlandse bedrijven zijn verdeeld over de invloed van de geopolitieke omstandigheden op hun bedrijfsvoering. Dat blijkt uit de Nederlandse Innovatie Monitor 2025, uitgevoerd door het Amsterdam Centre for Business Innovation (ACBI) van de UvA en SEO Economisch Onderzoek. Het bedrijfsleven blijkt slechts beperkt bestand tegen uitval van essentiële voorzieningen. Het merendeel van de bedrijven kan binnen een halve dag niet meer functioneren zonder elektriciteit, telecom of andere ICT-diensten. Veel bedrijven hebben wel enkele voorzorgsmaatregelen getroffen, maar de omvang daarvan blijft wel beperkt; organisaties die meer maatregelen nemen, blijken gemiddeld weerbaarder.

‘Bedrijven verwachten ook dat hogere defensie-uitgaven zullen leiden tot verdere krapte en verdringing op de arbeidsmarkt’, vertelt onderzoeksleider Henk Volberda (hoogleraar Strategie & Innovatie en directeur van het ACBI). ‘Maar tegelijkertijd zien ze hierin kansen voor innovatie in bestaande en nieuwe markten.’

Minder klimaatambities

De inspanningen op het gebied van radicale, incrementele en managementinnovatie blijven vooralsnog stabiel. De aandacht voor verduurzaming neemt verder af: nog slechts een derde van de bedrijven heeft ambitieuze klimaatdoelstellingen, tegen bijna twee derde in 2022. Ook de doorsnee klimaatinvesteringen zijn gehalveerd, van 4 naar 2 procent van de omzet. Sleuteltechnologieën worden nog beperkt toegepast, met uitzondering van cybersecurity en kunstmatige intelligentie, waar organisaties zowel in gebruik als in organisatorische volwassenheid snel vooruitgang boeken.

Bron: De Nederlandse Innovatie Monitor 2025, bewerking door SEO Economisch Onderzoek Noot: Gebaseerd op 311 waarnemingen, gewogen naar representativiteit voor de Nederlandse bedrijvenpopulatie exclusief zzp’ers.
Bron: De Nederlandse Innovatie Monitor 2025, bewerking door SEO Economisch Onderzoek Noot: Gebaseerd op 311 waarnemingen, gewogen naar representativiteit voor de Nederlandse bedrijvenpopulatie exclusief zzp’ers.

De belangrijkste bevindingen 
 

  1. Bedrijven zijn verdeeld over de invloed van de geopolitieke context op hun bedrijfsvoering.
    Voor het bedrijfsleven als geheel geldt dat 43% de geopolitieke context in de brede zin (internationale spanningen, handelsrelaties, internationale afhankelijkheden etc.) als enigszins tot zeer invloedrijk ervaart, terwijl 38% aangeeft hier beperkt of geheel geen last van te ondervinden. Volberda: ‘Bij organisaties die hoofdzakelijk internationaal actief zijn, is de invloed duidelijk groter: 53% ervaart geopolitieke factoren als ten minste enigszins van invloed, waarvan 19% zelfs van zeer grote invloed en nog eens 11% van een grote invloed spreekt.’ 
     
  2. Het Nederlandse bedrijfsleven is kwetsbaar voor uitval van essentiële voorzieningen.
    Het merendeel van de bedrijven blijkt al binnen een halve dag niet meer te kunnen functioneren zonder elektriciteit, telecom of andere ICT-diensten. Na een week zonder deze voorzieningen kan nog slechts 6% van de bedrijven opereren zonder stroom, 10% zonder telefonie en internet, en 18% zonder ICT-diensten. Dit onderstreept volgens Volberda ‘de grote afhankelijkheid van het Nederlandse bedrijfsleven van deze vitale voorzieningen.’ Gevraagd naar hun ‘noodpakket’ met getroffen voorzorgsmaatregelen voor het niet-functioneren van vitale voorzieningen blijkt dat een op de vijf bedrijven (ruim 21%) nog niets heeft ondernomen.
     
  3. Hogere defensie-uitgaven zorgen voor krapte en verdringing, maar bieden ook kansen.
    Bedrijven verwachten dat dit vooral voelbaar zal zijn op de arbeidsmarkt, waar een kleiner personeelsaanbod tot verdere krapte kan leiden. Ook voorzien veel ondernemingen een negatief effect op hun eigen R&D-investeringen, mogelijk door verdringingseffecten op de arbeidsmarkt voor onderzoekspersoneel. Maar het biedt volgens Volberda ook kansen: ‘Hogere defensie-uitgaven kunnen de vraag in bestaande markten stimuleren en toegang bieden tot nieuwe markten.’
     
  4. De volwassenheid van bedrijven op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI) neemt toe.
    Bedrijven geven aan vooral een inhaalslag te hebben gemaakt in organisatorische en personele capaciteiten die nodig zijn om AI effectief toe te passen. Daarnaast lijkt het beeld van de achterblijvende bedrijfsprestaties te kantelen. Volberda: ‘Met name jonge, internationaal actieve bedrijven in de ICT-sector en zakelijke en financiële dienstverlening kennen een hoge AI-volwassenheid.’
     
  5. De toepassing van veel andere sleuteltechnologieën is vooralsnog beperkt.
    Momenteel gebruikt ongeveer de helft van de bedrijven cybersecuritytechnologieën en zo’n 40% past AI of data science toe. De overige sleuteltechnologieën worden door aanzienlijk minder bedrijven toegepast en bevinden zich vaak nog in de experimentele fase. Toepassingen van sleuteltechnologieën komen voor in vrijwel alle sectoren en regio’s, maar de Monitor laat volgens Volberda duidelijk een aantal regionale clusters zien: ‘Halfgeleidertechnologie, optische systemen en (opto)mechatronica concentreert zich vooral in Noord-Brabant, quantumtechnologie in Zuid-Holland en AI en data science in Noord-Holland.’ 
     
  6. Bedrijven worden steeds minder klimaatambitieus. 
    Het aandeel bedrijven met ambitieuze klimaatdoelstellingen –  gedefinieerd als bedrijven die vóór 2030 streven naar een verwaarloosbare ecologische voetafdruk –  is dit jaar opnieuw gedaald, van 38% naar 35%. In de laatste twee jaren groeit ook het aandeel bedrijven dat geen of pas na 2050 een verwaarloosbare voetafdruk ambieert, naar 31% procent van de bedrijven. Dit wijst erop dat niet enkel sprake is van verschuiving van klimaatambities met het dichterbij komen van 2030, maar ook met een bredere terugval in klimaatambities. Volberda stelt zorgelijk dat ‘vooral bedrijven met de grootste ecologische voetafdruk minder ambitieus zijn geworden.’
     
  7. Innovatie-inspanningen, bedrijfsprestaties en investeringen vertonen een wisselend beeld.
    De inspanningen van bedrijven op het gebied van radicale innovatie (nieuwe producten/diensten voor nieuwe markten/klanten) en managementinnovatie (nieuwe vormen van organiseren, leidinggeven en samenwerken) zijn dit jaar licht toegenomen. Daarentegen neemt de incrementele innovatie (verbeterde producten/diensten voor bestaande markten/klanten) verder af, in lijn met de dalende trend van voorgaande jaren. Bedrijven zijn bovendien iets minder positief over hun eigen prestaties. Ook investeringen staan onder druk, vooral op het terrein van verduurzaming en in mindere mate op het gebied van de ontwikkeling van personeel en ICT.