Sinds vorig jaar werkt de UvA aan nieuwe richtlijnen om externe samenwerking uitgebreider te toetsen. De uitbreiding heeft het specifieke doel te voorkomen dat de UvA via onderwijs of onderzoek bijdraagt aan de grove schending van mensenrechten, misbruik van kennis voor ongewenste militaire doeleinden of serieuze schade aan het milieu. Parallel aan dat traject heeft de vaste adviescommissie Samenwerking met Derden advies uitgebracht over deze drie specifieke casussen.
Nee. We hebben nadrukkelijk een beleid waarbij we elke samenwerking afzonderlijk beoordelen op basis van de nieuwe richtlijnen. De richtlijnen zijn ‘landen-neutraal’ en bevatten ethische criteria op basis waarvan de toetsing plaatsvindt. Het niveau van de evaluatie hangt af van de vorm van de samenwerking en kan op het niveau van een onderzoeksgroep, opleiding, faculteit of instelling plaatsvinden. De adviezen gaan uit van de actuele situatie in de context van een onderzoeksgroep, opleiding, faculteit of instelling. Daarom kan het zo zijn dat we samenwerkingen, in sommige gevallen, in de toekomst opnieuw opstarten omdat de situatie veranderd is. De beoordeling aan de hand van de richtlijn geldt dus echt alleen voor díe samenwerking in de situatie die op dát moment geldt.
Verplichtingen die de UvA reeds is aangegaan, zullen in goed overleg met de betrokken counterparts worden nageleefd. Uitwisselingsstudenten of PhD's die op basis van de eerder geldende overeenkomsten op dit moment nog voor studie of onderzoek bij de UvA zijn, kunnen deze activiteiten afronden.
Deze samenwerkingen worden voortgezet omdat de UvA gekozen heeft voor een case-by-case aanpak: elk afzonderlijk project wordt apart bekeken als er aanleiding is voor een adviesaanvraag.
De adviezen over de studentenuitwisseling met Hebrew University of Jerusalem en over de PhD-bursalen via de China Scholarship Council maken duidelijk dat deze samenwerkingen op dit moment niet in de huidige vorm kunnen verdergaan. Academische vrijheid komt met academische verantwoordelijkheid: dat betekent ook de verantwoordelijkheid om te blijven zoeken naar ruimte, onder meer voor jonge mensen om hun eigen keuzes binnen de internationale academische wereld te maken. Het college hecht er daarom aan in gesprek te blijven met deze langjarige partners, om te bekijken of samenwerking onder aangescherpte voorwaarden op basis van de aanbevelingen in de adviezen van de commissie in de toekomst eventueel wel mogelijk is.
Twee samenwerkingsovereenkomsten, die met de Hebrew University of Jerusalem en met de China Scholarschip Council, zijn in 2024 verlopen. Opleidingen plannen studentenuitwisselingen vooruit en het voorbereiden van promotieonderzoek vraagt tijd. Duidelijkheid is nodig. De derde casus betreft potentiële samenwerking met instellingen binnen het kader van Hongaarse programma’s die eind 2022 door de EU zijn uitgesloten van deelname aan Erasmus en HorizonEurope, en die daarom nu in de context van de Pannonia en HU-rizon mogelijkheden zoeken om samenwerking alsnog gestalte te geven. Het College van Bestuur heeft de vaste adviescommissie Samenwerking met Derden in september 2024 gevraagd om parallel aan het uitwerken van de nieuwe richtlijn voor externe samenwerking versneld te adviseren over deze drie samenwerkingen.
Het bestuur en de academische gemeenschap van de UvA werken sinds mei vorig jaar samen aan de uitbreiding van de bestaande richtlijn, onder meer door brede consultatie binnen allerlei geledingen van de UvA. De richtlijn is in concept eind december voorgelegd aan de centrale medezeggenschap op basis van bovenwettelijk adviesrecht. Op basis van het komende advies van de medezeggenschap, de feedback uit verschillende universitaire commissies en de praktijk van de eerste drie adviezen, wordt de nieuwe richtlijn de komende tijd afgerond en vastgesteld. Ondanks de urgentie van het onderwerp gaat in dit traject zorgvuldigheid boven snelheid, omdat de beslissingen over academische samenwerkingen fundamenteel zijn en veel impact hebben. Lees meer over de totstandkoming van de richtlijnen en het toetsingskader.
Het definitieve concept van die richtlijn is klaar. Dat concept is tot stand gekomen met brede inbreng vanuit de UvA-gemeenschap. De commissie heeft het concept en de reacties erop gebruikt om deze eerste casussen te toetsen. Dat is zo gedaan omdat deze casussen niet langer konden wachten. Wetenschappers en studenten moeten weten waar ze aan toe zijn. Het college wilde niet beslissen over de inmiddels verlopen overeenkomsten zonder adviezen van de vaste adviescommissie.
Nee, onderzoekers kunnen voorstellen voor voorgenomen internationale samenwerkingen, ook met partners in Israël, aan de adviescommissie voorleggen met verzoek om advies uit te brengen over die specifieke samenwerkingen.
Alleen de adviezen over deze drie urgente cases worden eenmalig publiek gemaakt. De overige adviezen van de commissie zijn uitsluitend bestemd voor intern gebruik. De adviezen zijn opgesteld door een onafhankelijke commissie van experts, die in vertrouwen moet kunnen discussiëren over deze onderwerpen. Om de commissieleden te beschermen, de discussie niet te beïnvloeden en de privacy van betrokkenen bij besproken onderzoeks- of onderwijsprojecten te beschermen, blijven de adviezen intern. Het zijn heel gevoelige kwesties. Dat was het afgelopen jaar goed zichtbaar. Bovendien is het in sommige gevallen onvermijdelijk ook namen te noemen en te bespreken. Op dit moment wordt bekeken of de commissie jaarverslagen kan opstellen en publiceren met overzichten van ingediende en behandelde adviesaanvragen. In de jaarverslagen wordt dan informatie over de partners en thema's van de samenwerkingen opgenomen.
De taak van de vaste adviescommissie Samenwerking met derden was en is het toetsen van en adviseren over samenwerkingen: door het jaar heen behandelt de commissie reguliere adviesaanvragen. Dus: ja, het klopt dat recent vier reguliere adviezen zijn uitgebracht. Dat betreft adviesaanvragen over facultaire onderzoeksamenwerkingen met andere internationale partnerinstellingen en private organisaties. Het gaat niet om projecten van de lijst met acht projecten die de UvA in mei 2024 heeft gedeeld.
Deze vier adviezen worden op reguliere wijze behandeld. Dit betekent dat de de decaan van de betrokken faculteit het advies ontvangt en op facultair niveau een besluit wordt genomen over de voorgenomen deelname aan de samenwerking. Reguliere adviezen zijn alleen bedoeld voor intern gebruik, onder meer vanwege potentieel gevoelige informatie over personen, financiën en/of onderzoeksideeën. Dat is de reden dat de commissie en het college geen verdere informatie delen over deze vier adviezen.
Op dit moment wordt bekeken of de commissie jaarverslagen kan opstellen en publiceren met overzichten van ingediende en behandelde adviesaanvragen. In de jaarverslagen wordt dan informatie over de partners en thema's van de samenwerkingen opgenomen.
Advies China Scholarship Council (pdf, 6 p.)
Advies Hebrew University of Jeruzalem (pdf, 4 p.)
Advies Hungary Pannónnia/HU-rizon (pdf, 5 p.)