Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Ada Vermeer-Janse (69) was de eerste in haar familie die ging studeren. In de jaren ‘70 koos ze voor Economie aan de UvA, een studie die ze later aanvulde met een postdoctorale opleiding Accountancy. ‘Het heeft mij zó veel gebracht’, zegt Vermeer-Janse nu. Ze besloot haar nalatenschap grotendeels ten goede te laten komen aan onderwijs en onderzoek aan de UvA.
Ada Vermeer-Janse

Vermeer-Janse is niet zomaar een UvA-alumnus. Ze heeft zich vijftien jaar lang als vrijwilliger ingezet voor de universiteit. Eerst als penningmeester van de alumnivereniging Kring van Amsterdamse Economen (KAE), vervolgens als bestuurslid van de Amsterdamse Universiteits-Vereniging (AUV) en tot slot als penningmeester van het Amsterdams Universiteitsfonds (het fonds dat beurzen, onderzoeks- en erfgoedprojecten steunt die niet uit reguliere middelen kunnen worden bekostigd). Voor haar bijzondere inzet ontving Vermeer-Janse in 2020 een Erepenning van de UvA.  

Het is een indrukwekkende staat van dienst als UvA-vrijwilliger. Hoe kwam dat zo? 

‘Ik was helemaal geen verenigingsmens. Maar ik heb anderhalf jaar in Amerika gewerkt en daar speelde dat verenigingsleven veel meer. Toen ik terugkwam, dacht ik: laat ik toch maar eens naar een bijeenkomst van de KAE gaan. Met alle gevolgen van dien. Ik was niet alleen penningmeester, ik organiseerde ook kringreizen. Het heeft mij een heel scala aan economenvrienden gebracht. En later dus nog andere bestuursfuncties.’ 

Ik geloof dat het nu moeilijker is dan in de jaren '70 om naar de universiteit te gaan als dat in je familie niet gebruikelijk is. Ik wil mensen die kans graag geven.

Dat is niet alles, want je bent ook donateur geworden van het Amsterdams Universiteitsfonds. 

‘Mijn nalatenschap komt ten goede aan een fonds op naam: het Adriana fonds. Dat wordt ondergebracht bij het Amsterdams Universiteitsfonds. Het geld is bedoeld om de toegankelijkheid van onderwijs en onderzoek te vergroten. Die toegankelijkheid staat onder druk. Het begint al in het basis- en voortgezet onderwijs. In bepaalde kringen kunnen kinderen bijlessen krijgen, in andere niet. In de fase daarna is het niet makkelijker geworden om studiefinanciering te krijgen. Ik geloof dat het nu moeilijker is dan in de jaren ’70 om naar de universiteit te gaan als dat in je familie niet gebruikelijk is. Ik wil mensen die kans graag geven. Het gaat trouwens ook om meer kansen voor onderzoekers, want die krijgen niet zo makkelijk meer een aanstelling aan de universiteit. Als penningmeester van het Amsterdams Universiteitsfonds heb ik gezien dat je soms met een paar duizend euro werkelijk het verschil kunt maken.’  

Wat heeft studeren aan de UvA jou gebracht? 

‘Veel meer dan ik had gedacht, de impact van studeren is groot. Je ontmoet heel andere mensen, je krijgt de kans om meer te verdienen en langer te leven – om maar iets te noemen. Ik was secretaresse, ik had een Schoeversopleiding gedaan. Mijn vriendin Elly ging rechten studeren aan de VU, dat schudde mij wakker. Ik koos voor Economie aan de UvA en ik heb er altijd bij gewerkt. In de vakanties zat ik bij Buhrmann Tetterorde in de Bilderdijkstraat offertes te typen voor drukmachines, sigarettenbandoleermachines of beschuitverpakkingsmachines. Voor een studentenleven had ik geen tijd. Later, in de opleiding Accountancy, werkte iedereen, want op het droge kun je niet leren zwemmen. Tussen de middag gingen we met de hoogleraren – die toen meestal niet gepromoveerd waren – een broodje eten in de Jodenbreestraat.’  

Heb je een tip voor alumni die hun band met de UvA willen aanhalen? 

‘De UvA is een grote bak aan kennis waar je als actieve alumnus uit kunt putten. Niet alleen voor je eigen vakgebied; je kunt ook dingen oppikken uit andere disciplines. Als je actief bent in de community, bijvoorbeeld via een bestuur, dan steek je daar veel van op. Je leert mensen kennen en weet wat er speelt. Het is halen en brengen – of eigenlijk liever andersom: brengen en halen. En voor het Amsterdams Universiteitsfonds is veel donateursgeld nodig, zeker nu de rijksoverheid in heel veel dingen terugtreedt. Ik heb een groot vertrouwen in het fonds, ik weet uit ervaring dat het geld zorgvuldig beheerd wordt en dat het niet over de balk wordt gesmeten.’