Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Willem Slootens neef Fred Beijen (UvA-alumnus Geschiedenis, 2004) kwam via een erfenis in het bezit van het dagboek van zijn oom. Samen met zijn vriend Sjaak Priester (hoofdredacteur Folia van 1983 - 2000, later eindredacteur van De Volkskrant), besprak hij het bijzondere materiaal. Ze kwamen al snel tot de conclusie dat dit dagboek een unieke inkijk geeft in het leven op de Koopvaardij tijdens de Tweede Wereldoorlog en gedigitaliseerd moest worden zodat anderen het ook kunnen lezen. Het dagboek bevat maar liefst 1800 geschreven bladzijden; zo’n kwart miljoen woorden. Een project van enorme omvang.
Fred Beijen en Sjaak Priester

Willem Slooten (1902 - 1992) voer in de Tweede Wereldoorlog als stuurman op diverse Nederlandse schepen. Op Hemelvaartsdag 1940 vertrok Willem Slooten naar Argentinië, om vijf jaar lang niet meer huiswaarts te kunnen keren vanwege het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.  Deze periode maakte een enorme indruk op deze zeeman in hart en nieren met een bovengemiddelde belangstelling voor de wereld om zich heen. Slooten beschreef zijn ervaringen in een dagboek, in de vorm van een lange brief aan zijn moeder.

 

Fred, hoe kwam je in het bezit van de dagboeken van je oom?

‘Via mijn moeder, die ze op haar beurt uit een familie-erfenis had ontvangen. Ik wist meteen dat ik iets bijzonders in handen had. De mensen van de Koopvaardij waren een ondergeschoven groep uit die periode en er was niet veel bekend over hun leven.’

Fred en Sjaak, kunnen jullie iets vertellen over het proces van het digitaliseren en online beschikbaar maken van de dagboeken?

‘Fred hield zich bezig met het digitaliseren. Vervolgens hebben Sjaak en Fred samen gewerkt aan het ordenen en moderniseren van de tekst. Sjaak heeft de website gemaakt. Hij ontwikkelde eerder o.a. de website Moordatlas, met een overzicht van alle moorden in Nederland en achterliggende informatie, dus hij had al ervaring met een dergelijk project.

Wat hopen jullie te bereiken met jullie website?

‘Wij vinden dat dit unieke stukje geschiedenis bewaard moet blijven en hopen dat er belangstelling voor is. En misschien duikt er nog wel eens een dergelijk dagboek op, waardoor de geschiedenis van de Koopvaardij nog completer wordt. Het dagboek zelf wordt uiteindelijk geschonken aan het NIOD, zodat het voor altijd bewaard blijft. De website is nu eindelijk compleet en klaar. Wij hopen op veel bezoekers!

Hoe lang duurde het proces van beslissing dit dagboek online beschikbaar te maken tot de oplevering van de website?

‘Van 2004 tot ca. 2006 is Fred bezig geweest met het digitaliseren van de tekst uit het dagboek. Vervolgens heeft hij lange tijd geprobeerd om het boek uit te laten geven. Tevergeefs. Daarna lag het project jaren stil om vanaf ca. 2017 nieuw leven ingeblazen te krijgen: het idee om er een website van te maken. Vanaf dat moment heeft het project dus zo’n 5 jaar in beslag genomen.’

Is er een bijzondere uitspraak of passage uit het dagboek die jullie graag willen delen?

‘In een naschrift schrijft Willem Slooten: Ik heb nog nooit een U-boot gezien, maar ik heb wel gemerkt dat ze er waren’

De website Koopvaardij 40-45 is nu toegankelijk voor alle belangstellenden.