‘Ik wil andere studenten met dyslexie helpen’
Op de mavo vond alumnus Sanne van ’t Hof (41) leren maar lastig en saai. Ze verliet haar school voortijdig. Daarna had ze allerlei baantjes: in de thuiszorg en de horeca, als krantenbezorger en als fotomodel. In het volwassenenonderwijs kwam ze erachter dat ze dyslectisch is. Toen Sanne haar vwo-diploma had gehaald ging ze naar de politieacademie. Daar raakte ze geïnteresseerd in strafrecht. Op haar 37e, in 2017, was ze meester in de rechten.
‘Zo voelt het niet voor mij. Ik deed nooit zoveel, ook niet toen ik volwassenenonderwijs volgde. Dat was zo’n 6 uur per week. Op de politieacademie verveelde ik me een beetje. Al was het wel spannend om met een wapen op je heup een donkere steeg in te lopen. Pas op de UvA - ik was 29 toen ik rechten ging studeren - moest ik hard gaan werken. Thuis studeren, heel veel lezen, alles zelf doen, dat had ik nog nooit gedaan. En de multiple choice tentamens, daar had ik met mijn dyslexie grote moeite mee. Ik mocht ze niet mondeling doen. Dus het was een kwestie van doorzetten. In mijn eerste jaar haalde ik maar 15 punten.’
‘UvA Bridge is voor mij de brug tussen praktijk en wetenschap. Ik wil graag iets betekenen voor de huidige studenten van de UvA. Bijvoorbeeld voor studenten die vroegtijdig met school zijn gestopt en via een bijzondere weg bij de UvA terecht zijn gekomen, of die een functiebeperking hebben. Als schoolverlater en dyslect ben ik ervaringsdeskundige, ik kan ze goed adviseren. En ik heb een groot netwerk.’
Ik wil graag iets betekenen voor de huidige studenten van de UvA.
‘Recht en dyslexie is geen ideale combinatie. Zeker in de eerste jaren zijn alle vakken heel erg zwart-wit. Terwijl ik het pas interessant ga vinden als het recht gaat leven. Daarom heb ik ook een sociaalwetenschappelijke minor gedaan aan de VU. Ik kan goed met studenten sparren over welke loopbaan bij ze past: of je een jurist bent die binnen de lijntjes wil kleuren of juist breder wil kijken.’
‘Ik werkte bij de Belastingdienst. Ik beoordeelde dossiers van gedupeerden van de Toeslagenaffaire, in het kader van de 30.000 euro-regeling. Dat was interessant werk, soms ook moeilijk vanwege de schrijnende gevallen, maar puur uitvoerend.
Per 1 juni ben ik aan de slag gegaan als beleidsondersteuner bij het ministerie van Justitie en Veiligheid, Directoraat-Generaal Straffen en Beschermen, afdeling Slachtofferbeleid. Daarnaast ben ik actief voor D66 Amsterdam in de kennisgroep Mensenrechten en Veiligheid. En ik ben ook betrokken bij een project voor schoolverlaters van het Joke Smit College.
Op dit moment ben ik aan het kijken wat ik als vrijwilliger voor Stichting Hoogbegaafdheid kan doen. Graag zou ik zelf in contact komen met andere hoogbegaafden en specifiek iets willen betekenen voor hoogbegaafde dyslecten. Ik zag eens een documentaire op televisie over mensen die dyslectisch èn hoogbegaafd zijn. Toen ging er een wereld voor me open. ‘Dat ben ik!’, dacht ik. Ik was zo blij.’
‘Ja, dat is wel iets voor mij. Ik heb een aantal korte stages gelopen bij advocatenkantoren. Ik heb ook contact met een UvA-alumnus die bij een topkantoor werkt. Ondernemingsrecht lijkt me interessant. Maar nu nog beginnen aan een driejarige beroepsopleiding, daar moet ik nog over nadenken. Misschien in de toekomst.’