‘Oorspronkelijk kom ik uit een dorpje in de buurt van Amsterdam, en Amsterdam had voor mij altijd een bepaalde aantrekkingskracht. Het werd over het algemeen gezien als de tofste plek om te studeren, dus ik wist al vrij snel dat ik daar naartoe wilde. Qua studie wist ik aanvankelijk nog niet precies wat ik wilde doen, waardoor ik ben begonnen met de bachelor Bèta-Gamma via het Instituut voor Interdisciplinaire Studies (IIS). Dat programma gaf me de kans om in korte tijd kennis te maken met heel verschillende vakgebieden; er kwamen in één trimester wel tweeëntwintig verschillende studies voorbij.’
‘Gaandeweg merkte ik dat mijn interesse vooral lag bij natuurkunde en psychologie. Uiteindelijk koos ik voor psychologie; in de eerste instantie vooral omdat de sfeer en de mensen me daar meer aanspraken. Al redelijk snel kwam ik erachter dat vooral de sociale psychologie mij trok, en het bestuderen van groepen mensen mijn interesse had. Ik ben altijd gefascineerd geweest door waarom mensen doen wat ze doen, en hoe hun gedrag verandert zodra ze in een groep zijn in plaats van één-op-één.’
'Ja, zeker! Het Social Skills Lab vond ik echt fantastisch. Daarbij kwam je twee keer per week samen in een groepje van ongeveer tien mensen, wat werd begeleid door twee ouderejaars studenten. In die practicumgroep draaide alles puur om communicatievaardigheden. We oefenden bijvoorbeeld door te discussiëren over verschillende onderwerpen, en daarna analyseerden we hoe het gesprek was verlopen. Je was continu bezig met reflectie: hoe communiceer ik, welke positie neem ik in in een groep, en hoe functioneer ik binnen de groepsdynamiek. Het was echt een leerproces dat zowel praktisch als analytisch was. Hier leerde je ontzettend veel van, omdat je continu feedback kreeg van anderen. Later heb ik ook gesolliciteerd om dat vak zelf te mogen geven, omdat ik altijd al wist dat ik trainer wilde worden. Uiteindelijk was ik de enige die drie keer solliciteerde, maar toch helaas ook drie keer afgewezen werd. Er kwam verder geen feedback over de “waarom” achter de afwijzing, maar dat hoorde er toen een beetje bij.'
'Een ander vak dat is bijgebleven, was Sociale Cognitie. Dat ging over alle denkprocessen die een rol kunnen spelen in het sociale verkeer. Als voorbeeld kan je hierbij denken aan de hindsight bias, ofwel de; “dat heb ik altijd al gedacht”-bias. Een grappige manier waarop dit onderzocht is, was via een onderzoek dat al vóór de ramp in Tsjernobyl was uitgevoerd. Deelnemers kregen toen de vraag hoe groot zij de kans achtten dat er ooit een ongeluk gebeurt met een kernreactor zou gebeuren. Na de ramp wisten de onderzoekers wonderwel zo’n 90% van diezelfde mensen te achterhalen, en werd aan diezelfde deelnemers gevraagd of zij nog wisten wat ze oorspronkelijk geantwoord hadden. In werkelijkheid had maar een klein deel – ik geloof iets van 17% – eerder aangegeven dat ze een ongeluk waarschijnlijk vonden. Jaren later, zei echter zo’n 60 à 70% dat ze altijd al hadden gedacht dat het zou misgaan. Met dat onderzoek werd geconstateerd dat mensen een gebeurtenis die al heeft plaatsgevonden, zelfs als die vooraf heel onwaarschijnlijk was, achteraf als veel waarschijnlijker ervaren. Er bestonden hele boeken vol met dit soort sociale denkmechanismen, waardoor ik merkte dat allerlei mensen voor mij hier al over na hadden gedacht. Daardoor vond ik ineens een taal, of woorden voor wat al in mij leefde.'
'Uiteindelijk ben ik inderdaad trainer geworden, zoals ik van plan was. In het begin gaf ik vooral trainingen op het gebied van emotiemanagement, en werkte ik bij een psychologisch trainingsbureau waar ik tijdens mijn studie ook al een excursie naartoe had georganiseerd.'
'Die trainingen waren in het begin vrij theoretisch. Vaak gaf ik een halve dag een soort college over emoties, bijvoorbeeld over hoe emoties werken in de hersenen, hoe ze zich uiten in het lichaam, en hoe dat bijvoorbeeld samenhangt met stress of communicatie op de werkvloer. Ik denk dat ik in de eerste jaren vooral behoefte had mijn kennis te etaleren, en behoefte had aan publiek en applaus.'
'Inmiddels heb ik die behoefte veel minder, waardoor mijn aanpak in de loop van de tijd sterk is veranderd. Ik zou nu niet meer twee uur lang een groep plat-praten, en de deelnemers allerlei theorie geven die ze waarschijnlijk alweer vergeten zijn zodra ze de deur uitgaan. Tegenwoordig probeer ik deelnemers veel actiever te betrekken in hun leerproces. Ook de inhoud is veranderd. Waar ik eerst vooral op emoties focuste, ligt mijn nadruk nu meer op samenwerking en teambuilding. De afgelopen jaren heb ik daarnaast ook meer freelancewerk gedaan, waarbij ik me richtte op spellen en interactieve activiteiten voor teambuilding. Daar ging het soms meer om verkoop en organisatie dan om uitvoering, dus ik heb veel geleerd over het proces zelf.'
'Dat is eigenlijk een beetje in mijn schoot geworpen. Een jeugdvriend van mij had een heel goed lopend bedrijf in Denemarken en zei iets van: “Dit moet je echt eens bekijken, dit ga je leuk vinden. Het is door psychologen ontwikkeld, en jij bent zelf ook psycholoog. Kijk maar wat je ermee doet.” Ik nam het spel mee en probeerde het uit met een team IT-studenten tijdens een bootcamp, waar ik toen werkte. Binnen de kortste keren zaten mensen te huilen, omdat ze zich durfden open te stellen en echt kwetsbare gesprekken met elkaar voerden. Toen dacht ik: wow, dit is echt iets, dit heeft effect.'
'Vanaf dat moment ben ik ermee aan de slag gegaan. Ik heb het spel hertaald naar het Nederlands en daarbij goed gelet op de psychologische onderbouwing, zodat de effecten die de originele versie beoogde ook behouden bleven. Uiteindelijk kwam ik daardoor ook op het punt van verkoop, marketing en hoe je zoiets positioneert. Het ging erom taal te vinden om een niet-talig onderwerp zoals emoties te beschrijven en dat ook nog te vertalen naar de bedrijfskunde, zoals hoeveel geld het bespaart en wat het oplevert.'
'De deelnemers spelen in kleine groepjes van drie tot zeven personen. In een organisatie van vijftig mensen worden bijvoorbeeld tien spelrondes gespeeld. Het spel is bedoeld om de teamdynamiek te versterken. Je ziet hier bijvoorbeeld het spelbord, dat op een speelse en humoristische manier is vormgegeven. Doordat deelnemers samen deze ervaring doormaken en uiteindelijk kwetsbaar durven te zijn tegenover elkaar, groeit het vertrouwen binnen het team. Dat verhoogt de teamcohesie, en onderzoek laat zien dat dit ook leidt tot meetbare voordelen voor de organisatie: de weerbaarheid van het team gaat omhoog, verzuim neemt af en verloop wordt kleiner.'
'Naast deze zakelijke resultaten, is het ook voor individuele deelnemers waardevol. Ze voelen zich bijvoorbeeld meer begrepen en vertrouwd op de werkvloer, en op teamniveau wordt de samenwerking verbeterd. Voor leiders biedt het spel bovendien direct inzicht in waar het team behoefte aan heeft. Als daar vervolgens op wordt ingespeeld, draagt dat bij aan beter werkgeverschap.'
'Het doel van het spel is uiteindelijk dat teams een punt bereiken waarop ze zich open en kwetsbaar durven opstellen. Daarnaast biedt het spel de kans om concrete voorstellen te doen om de organisatie leuker en effectiever te maken. Denk aan ideeën als een mindfulnesscursus, activiteiten ten behoeve van de teambuilding of een sportschoolabonnement.'
'Precies, dat is ook precies waarom ik dit zo leuk vind. Er is onderzoek naar de effectiviteit van trainingen waaruit blijkt dat learner agency, de mate waarin iemand eigenaarschap heeft over zijn eigen leerproces, ontzettend belangrijk is. Het bepaalt niet alleen of iemand iets leert, maar ook of hij het onthoudt.'
'Het mooie van deze aanpak is dat deelnemers veel meer betrokken zijn bij hun eigen leerproces. Hoe vaker ik het begeleid, hoe minder ik zelf hoef te doen. Als iemand bijvoorbeeld vraagt: “Ik heb kaartje nummer vijf, wat moet ik hiermee?” dan kijk ik ze even aan, maar ik geef geen antwoord. Uiteindelijk zie je dat ze zich dan richten tot hun teamgenoten en samen tot een oplossing komen.'
'Het grappige is dat het eigenlijk een heel klein moment was, maar voor mij als psycholoog een moment dat ik alles uit de kast moest trekken. Ik begeleidde een projectgroep waarin twee jonge vrouwen echt met hun hakken in het zand binnenkwamen, maar wel samen moesten werken. Als bedrijfspsycholoog moest ik dat proces weer vlot trekken.'
'Ik liet eerst het hele gesprek plaatsvinden aan tafel, waarbij beiden hun verhaal deden. Het liep echter volledig vast. Toen besloot ik iets anders: aan de tafel waar acht mensen aan konden zitten, liet ik ze van plaats wisselen en aan de andere kant van de tafel gaan zitten. Ik vroeg hen om te kijken naar de plek waar ze net zaten en te bedenken wat de ander nodig had om verder te kunnen. Het werd een lange, ongemakkelijke stilte. Ik hield mijn mond en liet hen het proces zelf doorlopen. Uiteindelijk begonnen ze elkaar te vertellen wat ze dachten dat de ander nodig had. Het vergde veel inlevingsvermogen van allebei en juist doordat ik niets zei, begon het proces tussen beiden te lopen. Toen ze uiteindelijk de deur uitliepen, huilend en elkaar omhelzend, besefte ik dat het een prachtig proces was geweest. Het kostte veel moeite en het was een klein moment, maar liet mij ervaren dat ik als psycholoog echt iets had kunnen bijdragen.'
'Het lijkt me heel tof om zelf een leiderschapspositie te bekleden, waarbij je leiding geeft aan een team. Ik heb dat tot nu toe vooral op een informele manier gedaan, maar nog nooit in een echte formele rol. Het lijkt me niet makkelijk, maar juist daarom ook heel interessant.'
'In een leidersrol, hoop ik vooral mensen te kunnen inspireren. Daarnaast zou ik graag de assessmentpsychologen helpen om meer commercieel inzicht te ontwikkelen en hen durf te geven om commerciële vragen te stellen. Nu ik zes jaar ondernemer ben, zie ik hoe belangrijk dat is voor een onderneming. Als werknemer besef je vaak niet hoe belangrijk het is om nieuwe business binnen te halen; je denkt dat het genoeg is om je werk goed te doen. Het commerciële aspect wordt vaak vergeten, maar het is essentieel. Als ik dat inzicht kan meegeven en mensen kan helpen daarin te groeien, zou ik dat echt leuk vinden.'
'Volg je hart. Doe waar je blij van wordt. Dat is iets waar ik altijd op heb vertrouwd. Omdat ik mezelf de vrijheid heb gegeven om te kiezen wat me echt gelukkig maakt, heb ik het nog steeds redelijk naar mijn zin in mijn werk. Dat heb ik bij anderen – die vooral kozen voor wat “verstandig was” – ook weleens anders gezien.'