'In de eerste instantie koos ik voor de studie Tandheelkunde in Nijmegen. Dit heb ik twee jaar gedaan, maar na twee jaar realiseerde ik mij dat die studie eigenlijk niet bij mij paste. Binnen die studie miste ik het sociale aspect, waarvan ik in de eerste instantie dacht dat daar te zullen vinden. Daarna heb ik nog getwijfeld tussen verschillende studies, maar Psychologie sprak mij uiteindelijk het meeste aan. Door bij mijzelf na te gaan wat mijn krachten waren, merkte ik dat ik mij op mijn gemak voel bij mensen en anderen bovendien van nature makkelijk op hun gemak kan stellen. Ik maak eenvoudig contact, wat binnen dit vak goed van pas komt.'
'Ontwikkelingspsychologie, zonder twijfel; daar ben ik uiteindelijk ook in afgestudeerd. Eigenlijk wist ik in het eerste jaar al meteen dat ik die kant op wilde. Ik geloof er heilig in dat er in het werken met kinderen nog zo veel te herstellen en recht te zetten valt, omdat kinderen nog volop in ontwikkeling en daardoor te vormen zijn. Daarnaast kom ik hierbinnen goed tot mijn recht, omdat ik zelf ook nog iets speels in mijn karakter heb. Dat sluit goed aan bij het werken met kinderen.
Ook kan ik mij een vak over culturele psychologie herinneren, wat ik erg interessant vond. Daarnaast heb ik in het tweede jaar keuzevakken kunnen volgen, waaronder het vak Afrikanistiek. Destijds koos ik bewust voor vakken buiten psychologie, vanuit nieuwsgierigheid wat er buiten de studie te ontdekken viel.'
'Na mijn afstuderen ging ik drie dagen per week aan de slag als basispsycholoog bij de Opvoedpoli, en gaf ik op de overige dagen les aan eerstejaarsstudenten Psychologie op de UvA. Het was een ontzettend leuke combinatie van werkzaamheden, maar binnen mijn werk als basispsycholoog merkte ik al gauw dat ik niet zo goed kon aarden. In Nederland is het gebruikelijk dat psychologen al hun werkzaamheden rapporteren, en een groot gedeelte van de werkdag declarabel zijn. Daardoor wordt een groot deel van de werkdag in beslag genomen door allerlei randfactoren, zonder dat je je als behandelaar echt op het kind kan focussen. Ondanks dat ik prima kan schrijven, is dat niet waar mijn kracht ligt; die ligt juist bij het in contact zijn met de kinderen. Na ongeveer een jaar als basispsycholoog te hebben gewerkt, begon ik dan ook te twijfelen. Ik was 29, had nog geen vast contract, geen partner of een hypotheek. Daardoor realiseerde ik mij dat ik eigenlijk nog alle kanten op kon. Tegelijkertijd was de vraag waar een Nederlandstalige psycholoog allemaal terecht zou kunnen. Een vriend zei uiteindelijk: 'Waarom ga je niet naar Kaapstad?'
Kaapstad ligt in dezelfde tijdzone als Nederland, er wordt Engels gesproken en ik zou hier veel kunnen leren op het gebied van culturele psychologie. In heel Zuid-Afrika zijn zo’n 450 psychiaters en psychologen werkzaam in de publieke sector, die ongeveer 50 miljoen inwoners helpen. Psychologen werden echter niet beschouwd als professionals met een critical skill, waardoor ik als buitenlander niet zomaar een visum kreeg. Ik wist daardoor dat ik niet als psycholoog aan te slag zou kunnen, maar wel als onderzoeker. Uiteindelijk heb ik de keuze gemaakt om te verhuizen en ben ik begonnen aan mijn PhD in sociale en emotionele kinderontwikkeling aan de Universiteit van Kaapstad. Het onderzoek zou voor mij twee jaar duren, wat nu uiteindelijk al ruim zes jaar is geworden. Binnen het onderzoek wordt gekeken naar de ontwikkeling van duizend moeders en kinderen, vanaf de zwangerschap tot de leeftijd van twaalf jaar. De looptijd is nu zo’n elf jaar, en ik ben ongeveer zeven jaar geleden ingestroomd. Binnen dit onderzoek richt ik mij op het concept veerkracht van kinderen die opgroeien in moeilijke omstandigheden in townships rondom Kaapstad, en dan met name hoe je die veerkracht kan vergroten.'
'Op mijn allereerste dag als onderzoeker, ging ik naar een sloppenwijk net buiten Kaapstad. Daar nam ik vragenlijsten af bij een moeder, aan wie ik vroeg of haar driejarige kind bijvoorbeeld al eens geweerschoten had gehoord, een lijk op straat had gezien, of ruzie thuis had meegemaakt. Alle vragen beantwoordde zij bevestigend, maar op de vraag of hetzelfde kind traumatische ervaringen had meegemaakt, reageerde zij dat dit niet het geval was.
Allerlei nare gebeurtenissen die kinderen meemaken, zijn hier zo genormaliseerd dat het niet meer als traumatisch gezien wordt. Tegelijkertijd zorgen dergelijke ervaringen, net als bij andere kinderen, voor allerlei aanpassings- en gedragsproblemen. Dat er niet over wordt gepraat of gedacht, betekent niet dat het geen impact heeft. Door meerdere van dit soort gesprekken, kwam ik erachter dat in Zuid-Afrika basale kennis over en van psychologie ontbreekt. Er bestaat geen voorlichting voor ouders, of hun kinderen.
Uit de gesprekken met de moeders binnen mijn onderzoek bleek echter wel dat zij behoefte hadden aan deze voorlichting. Zij vroegen bijvoorbeeld om meer uitleg over emoties en hoe zij met hun kinderen om konden gaan, maar vooral over hoe de kinderen met zichzelf om konden gaan. Vanuit mijn eigen interesse in en onderzoek naar veerkracht, ben ik aan de slag gegaan met het ontwikkelen van allerlei workshops voor kinderen. Deze workshops richtten zich op emoties, zelfvertrouwen, coping en: veerkracht. Langzamerhand groeiden deze workshops uit tot Little Lions Child Coaching.'
'Veerkracht is voor iedereen anders. Het bestaat in mijn optiek uit meerdere factoren, die ervoor zorgen dat iemand om kan gaan met tegenslag. Je kan bijvoorbeeld denken aan het beter begrijpen van moeilijke situaties, weten wat je moet doen om hieruit te komen en hierop kunnen reflecteren. Het is naar mijn idee meer dan coping, omdat coping erg situationeel bepaald is. Bij coping gaat het meer om dat je iets naars meemaakt, en uiteindelijk weer terugkeert naar een normaal niveau. Veerkracht gaat daarentegen meer om hoe je kan leren van wat je meemaakt, en daar uiteindelijk beter uit kan komen.'
'In de trainingen gaan we spelenderwijs in op allerlei thema’s. Het is een programma van twaalf weken (het Inner Lion programma), waarbinnen verschillende onderwerpen aan bod komen. We hebben het bijvoorbeeld over het herkennen en benoemen van emoties bij jezelf en de ander, maar ook over kwaliteiten die je bezit en waar je – in moeilijke situaties – op kan terugvallen. Om hiermee te oefenen, spelen we allerlei spelletjes met de kinderen. Je kan hierbij denken aan emotion memory, maar ook aan dansen en zingen. De trainingen worden gegeven door coaching duo’s, en elk duo heeft een grote doos met allerlei materialen en spelletjes. Elk spelletje is volledig doorweekt in de psychologie en de training volgt een strak curriculum. Door de trainingen krijgen de kinderen handvatten, of een gereedschapskist, waarmee ze zichzelf kunnen wapenen tegen wat het leven brengt. Na het programma, komen de kinderen elke drie maanden terug voor een boostersessie en checken we in hoe het gaat.'
'In de lokale taal, IsiXhosa, is er voor sommige emoties geen vertaling voorhanden. Er bestaat bijvoorbeeld geen woord voor jaloers of verdrietig; je hebt in de basis vooral happy, unhappy en angry. Daardoor is de emotiebeleving ogenschijnlijk beperkt. Tegelijkertijd voelen en beleven de kinderen hetzelfde als kinderen in Nederland. Als ze bijvoorbeeld zenuwachtig zijn, omschrijven ze hetzelfde gevoel van nervositeit in hun buik. Ze hebben er alleen geen woorden voor, zoals wij die wel kennen. Ik denk dat de emotiebeleving niet anders is, maar dat ze nooit hebben geleerd zich op die manier te uiten. Het is daardoor heel belangrijk om die woorden aan te reiken, zodat ze zichzelf kunnen gaan uitdrukken. Het mooie aan kinderen is dat ze dit gemakkelijk oppikken, en er op die manier ook iets aan kunnen hebben.'
'Vijf jaar geleden bestond dit bedrijf niet, maar inmiddels heb ik 14 mensen op de loonlijst staan en zijn we in twee landen actief. Het maakt mij trots dat ik het als buitenlander in een nieuw land, zonder geld en uit het niets zo ver heb geschopt. Daarnaast ben ik ook heel trots op het programma, wat we vanaf de grond hebben opgebouwd. Bovendien stromen nu de eerste resultaten binnen van onze eerste RCT, die positief zijn. Daaruit blijkt dat de veerkracht van de kinderen in het programma ook daadwerkelijk groeit, vergeleken met de kinderen in een wachtlijstconditie. Dat betekent dat we binnen drie à vier jaar een programma hebben ontwikkeld, wat ook daadwerkelijk evidence based is. Dat is de kers op de taart van het harde werken van de afgelopen jaren.'
'Kies altijd voor avontuur en weet dat er binnen de psychologie stiekem best veel mogelijk is om je eigen pad te volgen, of vorm te geven. Er is veel mogelijk, maar je moet ervoor gaan en risico’s durven nemen. Kies voor jezelf, en voor wat goed voelt.'