Igor van Krogten stond bekend om zijn onconventionele denkbeelden en zijn onderzoek naar de liefde, waarbij hij te rade ging bij de bellettrie. Hij was een eenling binnen de faculteit, maar mateloos geliefd bij studenten en personeel. Hij heeft honderden studenten geïnspireerd en gevormd, in de collegezalen en vanuit zijn torenkamer in het faculteitsgebouw. Veel van zijn oud-studenten beschouwden hem als een van de beste docenten die ze ooit hebben gehad.
Ik ontmoette Igor in 1989 tijdens zijn themacursus ‘Waarom lopen Nederlanders er voor schobberdebonk bij?’ Tijdens een koffiepauze wees hij mij er fijntjes op dat statistiek binnen de psychologie maar een hulpwetenschap is. Toen ik antwoordde dat ‘zij van Methodenleer’ dat maar niet moesten horen, ontplofte hij en ik kreeg een preek over hoe de psychologie als wetenschap is en hoe deze zou moeten zijn. Op dat moment wist ik dat ik bij hem moest afstuderen.
Als aspirerend schrijver had ik net mijn persoonlijke manuscript over de liefde voltooid en Igor zag er geen been in om mij hierop te laten afstuderen. In een later stadium wilde ik mensen interviewen om hun ideeën over de liefde te vergelijken met de liefdestheorie die Igor had gedestilleerd uit het werk van Marcel Proust. Hij vond het een belachelijk idee, want ‘mensen liegen altijd, tegen anderen en tegen zichzelf.’
Op dat moment kenmerkte onze relatie zich al door een wederzijdse eigenwijsheid, koppigheid en recalcitrantie en ik antwoordde; ‘Nou, mijn vriendinnen niet hoor.’
Hij keek me meewarig aan: ‘Richard, als je dat tijdens je colloquium beweert, ontneem ik je je bul.’ Maar ik mocht mensen van hem gaan interviewen. Wel dertigers, want ‘jullie twintigers weten nog niets over de liefde.’ Ik vond dat absurd en het duurde nog jaren voor ik hem ook hierin schoorvoetend gelijk moest geven.
Na zijn pensionering vroeg ik hem of hij mijn verloofde (die ik tijdens de bewuste themacursus heb ontmoet) en mij in de echt wilde verbinden.
‘Is het echte passie?’ vroeg hij. Pas toen ik dat beaamde, stemde hij toe.
In zijn huwelijkstoespraak zette hij uiteen hoe uitzichtloos de liefde was, hoe zij geen kans van slagen had en aan zichzelf ten onder zou gaan, maar hij wenste ons het hoogst haalbare toe: een innige kameraadschap.
Toen mijn vrouw en ik hem een maand voor zijn dood bezochten, was zijn geliefde Juan enige jaren dood en Igor was gebroken. Hij vertelde dat hij ongeneeslijk ziek was en niet langer wilde leven: ‘Ik ben ontroostbaar en ik wil ontroostbaar blijven.’
Voor Igor was leven zonder Juan ondragelijk lijden, dus accepteerde hij de dood op dezelfde onverschrokken wijze als hij de wetenschap heeft gediend.
Igor leefde voor de liefde en is er uiteindelijk mee gestorven.
Igor van Krogten
1934-2017
Amor omne vincit