Vlak voor zijn afscheidsrede als hoogleraar Staatsrecht in de Aula van onze UvA vroeg Jan mij: ‘Fred, kun jij op je Schotse doedelzak komen spelen aan het hoofd van het cortège als dat de aula verlaat?’ Ik wist onmiddellijk waarom hij dat vroeg, want doedelzakmuziek stond voor hem synoniem aan bevrijding en het begin van een volgende, veel vrolijkere, levensfase. Zo had hij als Zeeuws jongetje de bagpipes Vlissingen binnen horen marcheren toen in 1945 de oorlog op Walcheren eindelijk voorbij was, en zo moest het ook zijn bij zijn afscheid in 2003: een nieuw begin met meer tijd voor zijn hobby's als zeilen, Zweedse taal en de geschiedenis van Nederlands-Indië.
In de jaren zeventig was hij wetenschappelijk medewerker Staatsrecht in Utrecht en kreeg ik niet alleen als student les van hem maar gingen we meteen daarna op vrijdag huiswaarts: hij naar Driebergen, ik naar het ouderlijk huis in Zeist. De gesprekken tijdens de bustocht gingen altijd over het belang van een sterke sociaal-democratie als tegenwicht voor ‘de ideologie van het zakkenvullen’ van VVD en KVP. Alleen de PvdA en de in die dagen links-gereformeerde ARP waren te vertrouwen en zouden de mensheid waarlijk verder helpen met delen van kennis, macht en inkomen. We waren beiden linkse protestantse en vooral opstandige jongetjes.
In 1983 werd hij hoogleraar Staatsrecht aan de UvA en vroeg hij mij als wetenschappelijk medewerker. De busreizen werden gezamenlijke treinreizen naar Driebergen-Zeist. Politieke gesprekjes werden wetenschappelijke gesprekjes over een proefschrift dat ik maar eens moest schrijven over een opstandig onderwerp: vrije straatcommunicatie. Dat ging over bescherming van demonstraties en uitingsvrijheid. Een briljant idee en ik werd zijn eerste promovendus in 1989, op de dag dat de Berlijnse muur viel. Zijn leiderschap was er één van totaal geen leiderschap, wat heel goed paste in die Amsterdamse jaren tachtig. Er waren geen voorgeschreven formats, trajecten en deadlines. Van spreadsheets en managers had nog nooit iemand gehoord. De vakgroep was een puur inhoudelijke praatgroep waar alleen spitsvondige en witty dingen gezegd mochten worden. Wetenschapsbeoefening was in die dagen nog eindeloos inlezen, kritisch denken, veel publiceren en bezield preken voor de klas op de Oudemanhuispoort.
Tekenend voor Jan was zijn archetypische verstrooidheid. Ooit moesten we beiden surveilleren bij het kandidaatsexamen Staatsrecht. Pp station Driebergen zag ik hem op die donkere winterochtend actie-flyers op het perron uitdelen, die gingen over het behoud van dat station als intercitystation. Tenminste...dat dacht hij. Hij had per ongeluk de tentamenopgaven Staatsrecht uitgedeeld: 'Beantwoord kort en bondig de volgende vragen. Gebruik daarbij uw wetboek'.
Afgelopen oudejaarsdag overleed hij. Een nieuwe transitie en werkelijkheid wellicht, maar dit keer zonder doedelzakspelers.
F.H. (Fred) Kistenkas, promotie UvA 1989, Staatsrecht UvA 1983-2003, Milieurecht Wageningen Universiteit 2003-heden