Na een lange weg van technisch overleg en het komen tot goede afspraken over de condities waaraan de voortzetting met de samenwerking Arbodienst AMC moet voldoen, heeft de COR onder voorwaarden ingestemd met de voorlopige voortzetting van de samenwerking.
Al lange tijd was er kritiek op het functioneren van de Arbodienst AMC. De wachttijden voor een afspraak met de dienst duren te lang, er zijn te weinig bedrijfsartsen en er is soms onvoldoende inlevingsvermogen. De dienst heeft een magere visie op bijv. re-integratie. Deze wordt niet goed begeleid en er is veel aan te merken op de visie over duurzame inzetbaarheid. De registratie van het ziekteverzuim rammelt en de jaarverslagen komen te laat of niet en roepen meer vragen op dan dat ze antwoorden geven. De projecten die de dienst op zich neemt worden te algemeen omschreven en er vindt geen haalbaarheidsanalyse plaats.
Na gesprekken tussen de HRM-commissie van de COR en de leiding van de Arbodienst AMC en de afdeling HRM-Beleid van de UvA, werd duidelijk dat ook de dienst zelf vindt dat zij op dit moment niet goed genoeg functioneert. Organisatorisch zijn zaken niet op orde, er ontbreekt dus een duidelijke visie op de activiteiten van de dienst en is er geen duidelijke (haalbaarheids-) planning. De dienst heeft zelf inmiddels verbetertrajecten ingezet. Men heeft een sterkte/zwakte analyse gemaakt en een begin gemaakt met een plan van aanpak.
Als resultaat van de overleggen is een addendum van het contract tot verlenging tot stand gekomen, waarin een aantal afspraken voor verbetering zijn vastgelegd.
Er blijven nog veel vragen onbeantwoord, maar gelet op de jarenlange relatie met de Arbodienst AMC, die voortkomt uit de UvA, wil de COR de dienst een kans geven zich te revancheren. Daartoe is bij het verlengingscontract tot 31 december 2022 een addendum toegevoegd met een eisenpakket waaraan de Arbodienst AMC moet gaan voldoen. De dienst krijgt de kans om in oktober dit jaar met een uitgewerkt verbeterplan te komen. In november 2021 moet er via een evaluatie worden vastgesteld of de dienst op de goede weg is. Het CvB is akkoord gegaan met dit voorstel van de COR. In november 2021 wordt ook de beslissing genomen of de UvA doorgaat met de Arbodienst AMC na het einde van de contractdatum van 31 december 2022.
De COR heeft ook kritiek op het functioneren van de afdeling HRM-beleid in deze kwestie. De datum van opzegging van het contract bleek bij behandeling in de COR vorig jaar al ruim gepasseerd waardoor de COR veel te laat werd geconfronteerd met een contractverlenging. De COR voelde zich daardoor bestuurlijk onder druk gezet. Het CvB heeft hiervoor aan de COR haar excuus aangeboden. HRM-beleid heeft ook verbeterslagen in het vooruitzicht gesteld.
UvA Central Works Council (COR) approves continuation of its collaboration with the AMC Occupational Health and Safety Service, albeit on conditions
After protracted technical negotiations leading to proper agreements regarding the conditions for the continuation of its collaboration with the AMC Occupational Health and Safety Service (Arbodienst AMC), the COR has approved the provisional continuation of this collaboration.
There has been criticism of the way Arbodienst AMC functions for a considerable time. Waiting times for consultations with the service are lengthy, there are too few occupational physicians and at times there is a lack of empathy. The service has an inflexible approach to, for example, reintegration. Supervision of reintegration falls short of expectations and there is a lot to find fault with in the service’s vision on long-term employability. The registration of absenteeism is unsound and annual reports are often delivered late, if at all, and raise more questions than they clear up. The projects the service undertakes are not well specified and feasibility analyses are not done.
Following discussions between the COR’s HRM committee and the management of Arbodienst AMC and UvA’s HRM Policy department, it was clear that the occupational health and safety service itself considered its functioning below par at this stage too. In organisational terms, things are not as they should be, a clear vision of the service’s activities is therefore lacking and there is no clear feasibility planning. In the meantime, the service has started implementing processes aimed at improvement. An analysis of strengths and weaknesses has been made and the first steps in the drawing up of an action plan have been taken.
The discussions have led to the drawing up of an addendum to the extension contract, in which a number of issues for improvement are laid down.
A great number of questions remain unanswered but, given the fact that the relationship with Arbodienst AMC (originating from the UvA) goes back years, the COR wishes to give the service one more chance to set matters straight. To that end, an addendum has been added to the contract of extension to 31 December 2022, which contains a list of demands Arbodienst AMC must meet. The service is given the opportunity to draw up and submit a comprehensive plan for improvement this October. An evaluation in November 2021 must establish whether the service is moving in the right direction. The Executive Board has approved this proposal by the COR. In November 2021, a decision will also be taken as to whether the UvA will extend its collaboration with Arbodienst AMC after the expiry of the contract date of 31 December 2022.
Besides the above, the COR also levelled criticism at the HRM Policy department for the way it dealt with this matter. At the time the COR dealt with this matter last year, the date on which notice for the contract was to have been given had long since passed, with the result that the COR was confronted with a contract extension at a far too late stage. The OR experienced this as a form of management pressure. The Executive Board has apologised to the COR for this. As far as HRM Policy is concerned, there are also prospects of improvements being made by them.