Zaaknummer AC1508 27522: Faculteit der Geneeskunde
Verweerster heeft verzoek van appellant voor herziening van een cijfer geweigerd.
Zowel op basis van de overgelegde stukken als uit het verhandelde ter zitting heeft het College vastgesteld dat verweerster erkent dat de vraagstelling van een van de vragen in het tentamen GKLO onjuist was. Verweerster is evenwel van mening dat, gelet op de structuur van de tentamenvraag, appellante bij de eerste drie deelvragen niet gedupeerd is door de fout in de vraagstelling.
Het College volgt verweerster niet in haar standpunt dat de foutieve vraag toch gehandhaafd kan blijven, omdat ondanks de fout toch goede antwoorden mogelijk waren. Evenmin volgt het College verweerster in haar standpunt dat appellante niet gedupeerd is door de fout in de gewraakte vraag. Appellante stelt immers dat zij bij de vierde en vijfde deelvraag, waar een juiste antwoordmogelijkheid ontbrak, ook is gaan twijfelen aan de juistheid van haar beantwoording bij de eerste drie deelvragen. Het College acht het aannemelijk dat appellante in verwarring is gebracht over de juistheid van haar beantwoording van de eerste drie deelvragen door het ontbreken van een juist alternatief bij de laatste twee deelvragen. Dit klemt temeer nu ter zitting door verweerster uitvoerig is toegelicht dat de vijf deelvragen met elkaar samenhangen nu het gaat om vragen naar aanleiding van één geschetste casus.
Het College is dan ook van oordeel dat verweerster in het geval van appellante niet kon volstaan met het schrappen van de laatste twee deelvragen. Het lag in de rede om de hele vraag buiten beschouwing te laten bij het vaststellen van het cijfer van appellante.
Beroep gegrond.
Zaaknummer AC 1408 28128: Faculteit der Geneeskunde
Aan appellant is het cijfer 5 toegekend voor het vak Maag-, darm- en leverziekten.
Het College heeft vastgesteld dat er uitvoerig gecorrespondeerd is tussen de examinator/coördinator van het vak en appellant over de juiste antwoorden in het meerkeuzetentamen. Daarbij is uitgebreid uitleg gegeven door de examinator waarom de antwoorden van appellant, bij de door hem aan de orde gestelde vragen, onjuist zijn. Nu de betreffende meerkeuzevragen uitgebreid zijn besproken met de examinator, waarbij appellant de kans is geboden punten van discussie aan te geven, is het College, toetsend binnen de hierboven aangegeven grenzen, van mening dat de beoordeling van het tentamen van appellant voldoende zorgvuldig heeft plaatsgevonden.
Voorts acht het College de stelling van appellant dat de examenstof steeds letterlijk terug te vinden dient te zijn in de voorgeschreven schriftelijke studiestof niet houdbaar. Met verweerster is het College van oordeel dat in een wetenschappelijke opleiding van studenten gevergd mag worden dat zij verschillende onderdelen uit de studiestof, en basale kennis uit eerder afgelegde tentamens, kunnen combineren.
Beroep ongegrond.
Zaaknummer AC 1602 22571