Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Soms werkt de UvA samen met andere instellingen. Om te bepalen wanneer welke huisstijl van kracht is (die van de UvA, die van een derde partij of een eventuele samenwerkingshuisstijl), is een onderscheid gemaakt in vier categorieën.

1. Volledig onderdeel van de UvA

Faculteiten, afdelingen, (onderzoeks)instituten, leerstoelen en vakgroepen maken allemaal deel uit van de UvA-organisatie. Ondanks het feit dat zij niet altijd een naam hebben die direct herleidbaar is tot de UvA (bijvoorbeeld: Van ’t Hoff Institute for Molecular Sciences, Instituut voor Informatierecht, de Spinozaleerstoel), vallen zij onder het UvA-concern en moeten zij daarom verplicht gebruikmaken van de UvA-huisstijl. De specifieke naam van de afzender kan op de daarvoor bestemde plek onder het UvA-logo worden ingevuld. Het gebruik van eigen logo’s is niet toegestaan.

2. Gelieerde instellingen

In deze categorie vallen de ondernemingen uit de UvA-Holding, de onafhankelijke stichtingen en verenigingen die door de UvA gesubsidieerd worden. Voor deze groepen vervalt het woordmerk naast het beeldmerk. Zij mogen bij akkoord van het College van Bestuur het beeldmerk gebruiken, aangevuld met hun eigen bedrijfsnaam. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in de logo’s van de AUV en het AUF.

3. Samenwerkingsverbanden met één andere partij (50/50)

Wanneer de UvA een samenwerking aangaat met één andere organisatie, dan kan afhankelijk van de aard van de samenwerking gekozen worden uit drie opties:

  1. Gebruik van de UvA-huisstijl
    Dit is van toepassing wanneer de UvA ofwel penvoerder is, ofwel een groter deel van de financiële lasten draagt, ofwel een groter deel van de organisatie voor haar rekening neemt.
  2. Gebruik van de huisstijl van de andere organisatie
    Dit is van toepassing wanneer de samenwerkingspartner ofwel penvoerder is, ofwel een groter deel van de financiële lasten draagt, ofwel een groter deel van de organisatie voor haar rekening neemt.
  3. Gebruik van een samenwerkingshuisstijl
    Een samenwerkingshuisstijl heeft een algemeen, neutraal karakter en presenteert beide partners op een gelijkwaardige manier. Deze variant is te gebruiken wanneer beide partners op een gelijkwaardige, welomschreven en vastgelegde basis met elkaar samenwerken en is te allen tijde vastgesteld door het College van Bestuur. De samenwerkingshuisstijl moet vastgelegd zijn in een stijlgids. Op dit moment bestaan drie samenwerkingshuisstijlen: met de Hogeschool van Amsterdam en op het gebied van studievoorlichting met de Faculteit der Geneeskunde (AMC/UvA) en de Faculteit der Tandheelkunde (ACTA/UvA).

4. Deelname in een project/consortium (met meerdere partijen)

Wanneer de UvA deelneemt aan een project met meerdere partijen, of in een consortium, wordt het UvA-logo geplaatst binnen de huisstijl van het desbetreffende project of consortium, die in dat geval leidend is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de deelname aan de netwerken LERU en U21, of bij het symposium Kennis voor de stad.