Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Promovendus Pepijn Brandon bracht de zomer door in Los Angeles met een Fellowship van de Huntington Library. In het kader van een artikel over de internationale integratie van kapitaalmarkten tijdens en direct na de Spaanse Successieoorlog, bestudeerde hij het archief van de achttiende-eeuwse Engelse financier James Brydges. ‘Internationaal onderzoek kan veel opleveren dat ook in nationale studies nieuwe inzichten geeft.’
Pepijn Brandon
Pepijn Brandon

Trekschuiten vol stuivers

Brydges was ‘een slimme kapitalist’. Als paymaster-general regelde hij de financiële transacties van de Engelse staat met betrekking tot de Spaanse Successieoorlog. Zijn correspondentie biedt  belangrijke inzichten in de werking van vroegmoderne kapitaalmarkten. In tijden van oorlog zag de staat zich voor grote financiële uitdagingen gesteld. ‘Om soldaten op tijd te betalen vervoerde men op trekschuiten tienduizend guldens in tonnen vol stuivers,’ vertelt Brandon. ‘Ondernemers als Brydges bedachten manieren om dat in goede banen te leiden. Omdat hij werkte in opdracht van de staat had hij beschikking over geldbedragen waarbij de meeste handelskapitalen verbleken. Zijn manier van opereren vertelt veel over het functioneren van kapitaalmarkten. Zo gebruikte Brydges zeepbel-aandelen van de befaamde South Sea Company als onderpand voor zijn transacties. “Moderne” kwalen waren toen ook aanwezig.’

Engels-Nederlandse connectie

In de achttiende eeuw werd  Amsterdam als centrum van de wereldeconomie voorbijgestreefd door Londen. Over het verloop van dat proces bestaat nog veel onduidelijkheid. Brydges’ correspondentie  helpt Brandon in zijn onderzoek naar hoe de betalingsnetwerken van beide steden gekoppeld waren. Hij ontdekte dat Brydges nauwe banden had met Amsterdam: ‘Ik dacht dat zijn correspondentie vooral vergelijkend onderzoek zou opleveren, maar nu blijkt dat Brydges zaken deed met dezelfde handelaren als Nederlandse troepenfinanciers. Ook hadden ze deels dezelfde problemen en oplossingen. Dat was een verrassing.’