De wittebroodsweken van de Nederlandse parlementaire democratie
16 september 2013
Wie waren de eerste leden? Welke verwachtingen hadden burgers van het parlement? Welke discrepanties bestonden tussen theorie en praktijk? ‘De eerste parlementariërs waren pioniers. Sommigen hadden eerder politieke functies bekleed, maar niet in een parlement. Ze moesten voor zichzelf uitvinden hoe dat systeem werkte.’
‘Bij de eerste zittingen ontbraken nog allerlei regels, die moesten gedurende het debat ontstaan. Maar de parlementariërs hadden wel belangen en zolang de regels ontbraken, werd dat strategisch ingezet. Tijdens de wittebroodsweken van het parlement was dat onderdeel van het spel.’
‘Het parlement uit de 18e eeuw kende een gevarieerde samenstelling, van kleine zelfstandigen tot leden van de oude adel. Dat kwam door het getrapte kiesstelsel. De stemgerechtigde bevolking koos kiesmannen, die een afgevaardigde voor de nationale vergadering kozen. Dat kon bijna iedereen zijn. Kandidaten waren er niet, niemand mocht zich verkiesbaar stellen. Hierdoor ontstond soms de bizarre situatie dat iemand werd gekozen, terwijl hij daar absoluut geen zin in had.’
‘Politieke ambitie werd gewantrouwd. De vertegenwoordigende democratie was een reactie op het voorgaande politieke systeem van de oligarchische familieregering. Het idee bestond dat een goede volksvertegenwoordiger liever iets anders deed, maar zich desondanks opofferde voor het landsbelang. Dat maakte hem juist geschikt. Iemand die zijn politieke ambities openlijk toonde, werd gewantrouwd. Hij was uit op macht, net als de bestuurders van het oude regime.’
‘De silhouetportretkunst was begin 1800 zeer populair. Ook van de eerste parlementariërs werden silhouetportretten gemaakt: van de meesten de enige bewaard gebleven afbeelding. Ik heb dat willen gebruiken als een metafoor voor de geschiedschrijving. Wij historici proberen het verleden zo dicht mogelijk te naderen, maar een scherper beeld dan een schaduwomtrek, kunnen we niet bieden.’