23 december 2022
Aarland Ballochius (1628-circa 1674) was een heuse beroemdheid in Amsterdam, en niet omdat ze zo’n keurig leven leidde. Ze poseerde als naaktmodel en was de maîtresse van verscheidene rijke en voorname mannen, onder wie een Poolse prins. Samen met haar collega Maria de la Motte bestierde ze een bordeel in een steegje bij de Haarlemmersluis. Al deze activiteiten werden uitgebreid bezongen in liederen en gedichten.
Het leven van Ballochius speelde zich af in het schemergebied van de hogere kringen en de zelfkant van de samenleving. Al snel circuleerden er diverse schandliederen over haar, waarin haar activiteiten in de ‘minnehandel’ breed werden uitgemeten. In de zeventiende eeuw was er een enorme markt voor zulke liederen, die verspreid werden door straatzangers, maar ook via boekhandelaren en in herbergen. Hierdoor kregen de autoriteiten lucht van Ballochius’ activiteiten en werd zij veroordeeld tot twee jaar gevangenschap in het Spinhuis.
In het midden van de zeventiende eeuw speelden vrouwen een opvallende rol in het bloeiende culturele milieu van Amsterdam. Naast een aanzienlijk aantal dichteressen en schilderessen waren vrouwen actief als gezelschapsdame in de Schouwburg, als schildersmodel of als muze van dichters. In de bestaande literatuur blijven deze vrouwen op het zijtoneel goeddeels anoniem, of worden zij als armoedige, ongeletterde prostituees gestereotypeerd. Met hun artikel over het kleurrijke levensverhaal van Aarland Ballochius brengen Judith Brouwer en Harm Nijboer daar verandering in.