Column door Monique Volman, hoogleraar Onderwijskunde
31 maart 2020
Tegelijkertijd maakt deze crisis duidelijk wat onderwijs altijd al geweest is, terwijl niemand het zag. Nu kinderen thuis zitten, blijkt de opvangfunctie van scholen cruciaal voor de economie. En vooral: de school is essentieel als fysieke ontmoetingsplaats. Om te beginnen omdat leren interactie is - je leert door met anderen na te denken en te praten over vragen en problemen - maar ook omdat het een plek is waar iemand ziet hoe het met kinderen gaat.
Van de basisscholen waarmee we in de Werkplaats Onderwijsonderzoek projecten uitvoeren op het gebied van gelijke kansen en diversiteit, horen we zorgen over leerlingen van wie de ouders geen dagplanning maken en die niet kunnen helpen als een opdracht onduidelijk is; over leerlingen die thuis geen laptop hebben en geen plek om rustig aan hun schoolwerk te zitten; en over leerlingen voor wie het thuis niet veilig is.
Van basisscholen horen we zorgen over leerlingen van wie de ouders geen dagplanning maken en die niet kunnen helpen als een opdracht onduidelijk is
Als we straks terugkijken en uit deze crisis lessen trekken voor de toekomst, zal wellicht geconcludeerd worden dat we een stap dichter bij de oplossing van het lerarentekort zijn gekomen: het bleek toch online te kunnen? Laten we inderdaad doorpakken met het gebruik van technologie in het onderwijs. Maar laten we dan niet vergeten dat het werkte voor sommige kinderen, uit sommige gezinnen. Misschien wordt alles anders na corona, maar dit niet: kinderen hebben een leerkracht nodig om te leren, maar voor veel kinderen betekent naar school gaan meer dan dat.