Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Door de maatregelen rondom corona is het thuiswerken en online lesgeven in een stroomversnelling geraakt. We gaan in gesprek met collega’s om erachter te komen hoe zij dit ervaren. Dit keer vertelt Maike Steen, docent Strafrecht en Strafprocesrecht, over haar ervaringen tot nu toe.
Maike Steen
Het uitzicht van Maike Steens thuiswerkplek

Hoe verliep jouw overgang naar thuiswerken?

‘Het voelt al wel lang geleden, maar omdat ik letterlijk de dag na de lockdown een heel intensieve onderwijsdag voor de boeg had, weet ik het nog goed. Ik werd diezelfde avond bestookt met mails, de WhatsApp-groep van de masterstudenten was ontploft. Iedereen vroeg zich af: kunnen we volgende week wel pleiten op de rechtbank? De volgende dag heb ik een privé-Skype aangemaakt waar we mee van start konden met de studenten. Af en toe viel het beeld stil, maar iedereen was goedgemutst en geduldig. Die eerste dag was alles sowieso nog heel onwerkelijk. Een week later waren we allemaal een stap verder met Zoom, was er goede ondersteuning en begonnen langzaam de digitale ontmoetingen “het nieuwe normaal” te worden.

Ik ben nog één keer op REC A geweest om paperassen op te halen. Dat was een vervreemdende ervaring, een leeg gebouw waar het leven totaal stil is gevallen. Ik heb alle planten van mijn sectie verzorgd en ze een mooie plek gegeven in een zonnige kamer en heel hard muziek gedraaid.

Op dit moment heb ik het wel heel druk. Ik heb thuis een zoon van zeven die les moet krijgen en mijn aandacht vraagt. Gelukkig springt mijn vriend “meester Uif” veel bij. De afgelopen weken hebben we negen zittingsdagen van de oefenrechtbank digitaal afgenomen, allemaal via Zoom. Dat ging prima, hoewel we de zittingsdagen wel over meer dagen hebben uitgesmeerd, omdat het anders te intensief was. De interactie is er en inhoudelijk kun je het prima beoordelen, maar je mist het gevoel wel. Gelukkig werkte een klein gedeelte van de gastrechters ook nog mee. Daardoor was het voor studenten toch wat feestelijker na de grote teleurstelling dat het op de rechtbank niet doorging.’

Waar werk je?

‘Ik werk op een eigen kamer van waaruit ik de bomen, vogels en de tuin goed kan zien. Doordat ik wekenlang hetzelfde uitzicht heb, krijg ik het gevoel dat ik dichter bij de werkelijke tijd sta. Je ziet letterlijk de bloemen uit de grond komen en de blaadjes zich ontvouwen en al die tijd die blauwe lucht zonder strepen met de zon. Daardoor heb ik vaak Here Comes The Sun van The Beatles in mijn hoofd.’

‘Here comes the sun, doo-dun-doo-doo
Here comes the sun, and I say
It's all right’

Wat mis je het meest van de UvA?

‘Ik mis de sfeer, het gebouw, de centrale hal, dat gekrioel van al die studenten: het afstandelijke is niet aan mij besteed. Je kunt digitaal heel veel doen, maar het geeft geen energie. Ik mis het om studenten bezig te zien, het contact; het bijdragen aan hun ontwikkeling is veel afstandelijker nu. Ik ben meer in de zendmodus, in plaats van in dialoog met daarbij de gemeenschappelijke energie die ik tijdens normale colleges ervaar.’

Wat hoor je van studenten?

‘Studenten vinden het eenzamer dan normaal en ook intensiever, al dat digitale onderwijs. Toch merk ik ook dat ze ons een warm hart toedragen en tevreden zijn met wat we allemaal digitaal proberen.’

‘De verbondenheid ervaren met elkaar als academische gemeenschap is van vitaal belang’

Heb je iets nieuws ontdekt tijdens het thuiswerken?

‘Ik vind dit een interessante tijd. De eerste week volgde ik al het nieuws en was ik vooral bezig met het verzamelen en delen van hartverwarmende initiatieven, teksten en filmpjes. Daarna kreeg ik behoefte aan meer rust en stilte. Een quote die ik las uit Shakespeares King Lear, die hij schreef tijdens de pest, past hierbij: “We moeten het gewicht van deze verdrietige tijd gehoorzamen.” Inderdaad, wat is het gewicht van deze tijd? Wat is het tempo dat daarbij hoort? Wat toont zich nu in de wereld, in de mens en in mij? Heel veel vragen komen naar voren. Hier ben ik nog wat stil in, dat ontvouwt zich langzaam.

Verder is dit ook een goede tijd om op te ruimen. Tijdens het afstoffen van mijn boekenkast viel het nog ongelezen boek Afdalingen van Marjoleine De Vos in mijn handen. In dit boek met klassieke mythes staat de zoektocht naar onsterfelijkheid beschreven. Ik was geraakt door de mythe van Admetos wiens lot het is jong te moeten sterven. Maar Admetos heeft Apollo zo goed behandeld dat hij niet dood hoeft als hij iemand vindt die zich voor hem opoffert. Hij vraagt zijn ouders. Maar zijn moeder zegt: “Hij denkt dat wij, omdat wij oud zijn, terugdeinzen voor elkaars aanblik; hij denkt dat we niet langer van de warmte van de zon houden, van de geur van bloemen, van het geluid van vogels die zingen. Hij denkt dat wij op sterven na dood zijn.” Deze mythe raakt aan twee thema’s van deze tijd: de rechten van een jongere generatie worden ingeperkt ten gunste van ouderen, waarbij sommigen denken als Admetos. Maar ook Admetos zelf: kunnen we omgaan met de dood, dat we niet alles kunnen beheersen? Dat dingen eindig zijn?

We zijn nu letterlijk gedwongen om stil te staan. Dit kan een goed moment zijn om opnieuw te kijken naar onze manier van leven. Trendvoorspeller Lidewij Edelkoort zei dit ook in Tegenlicht: “De hele wereld kan resetten. Niet meer zo veel consumeren.” Het is een heel grote kans, maar pakken we die ook? Tegen studenten zeg ik: “Neem deze tijd om te reflecteren. Wat komt er nu in je op, waar je normaal geen tijd voor neemt? Wat zou je echt willen?” Die vragen roepen ook een tegengeluid op: studenten vinden dat we momenteel veel van hen verwachten. De trein moet door en dat botst met de ruimte voor reflectie waar ook zij behoefte aan hebben. Ik denk dat een deel van de stress daar vandaan komt: dat de hele wereld stilstaat, alles vertraagt en wij in onze eigen onderwijsrealiteit in hetzelfde tempo doorgaan. Hoewel allemaal begrijpelijk vanuit het belang van het afronden van de studie, vind ik dit wel wringen met Shakespeares oproep het gewicht van deze tijd te gehoorzamen.’

Hoe zie je de toekomst van thuiswerken?

‘Ter voorbereiding kan thuiswerken handig zijn, maar ik sta persoonlijk niet te trappelen om veel digitaal onderwijs te geven in de toekomst. Het is niet mijn ding; ik mis te veel. Heb het gevoel dat ik de studenten niet echt “kan zien”.

Ik verwacht dat de studenten van nu ook opnieuw kijken naar wat ze altijd riepen: dat ze grote hoorcolleges graag digitaal willen volgen. Nu merken ze hoe het is om hele dagen achter de computer te zitten. Dit is dus wat je mist: de gemeenschappelijke energie, de gedachtegang, de uitwisseling. De verbondenheid ervaren met elkaar als academische gemeenschap is van vitaal belang. Dat gemis toont zich nu.’