Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Sinds 1 juli geeft Iris van Domselaar invulling aan de leerstoel Rechtsfilosofie en Beroepsethiek voor Juristen aan de rechtenfaculteit van de UvA. 'Ik wil met mijn onderzoek een brug slaan tussen de theorie en de alledaagse rechtspraktijk.'
Copyright: Kirsten van Santen

Iris van Domselaar begon haar loopbaan in het vreemdelingenrecht. 'Daar ervaarde ik dat het werk van juristen directe impact kan hebben op het leven van anderen. Wat een individuele jurist doet, doet ertoe. In mijn werk als asieljurist heb ik mijzelf ook de vraag gesteld: wat is mijn rol als individueel jurist in dit systeem? Die vraag is natuurlijk van alle tijden en ook hoogst actueel. Kijk naar de lastige dilemma’s van juristen die onder Trump werkten of naar de juristen die betrokken waren bij de Toeslagenaffaire. Blijf je zitten, stap je op, probeer je van binnenuit terug te duwen? Dat zijn vragen die mij fascineren.'

Kijk naar de juristen die onder Trump werkten of betrokken waren bij de Toeslagenaffaire. Blijf je zitten, stap je op? Iris van Domselaar

Van Domselaars leerstoel richt zich op de ethische aspecten van het handelen van juristen en naar het functioneren van juridische beroepsgroepen in de rechtstaat. Niet voor niets komen rechtsfilosofie en beroepsethiek hierin samen. 'Wat mag je in alledaagse praktijksituaties verwachten van een jurist? Ik vind het belangrijk dat die vraag verbonden wordt met de klassieke vraagstukken van de rechtsfilosofie. Die twee horen bij elkaar.'

Naast haar theoretische insteek zoekt Van Domselaar naar de kruisbestuiving met de empirische wetenschappen zoals de sociale psychologie en de sociologie. ‘Juristen zijn natuurlijk ook net mensen en inzichten over algemene menselijke ethische valkuilen zijn belangrijk voor een realistische benadering van beroepsethiek. Ook is het voor de vraag hoe een rechtvaardige juridische procedure eruitziet natuurlijk relevant te weten waar de betrokken burgers zelf behoefte aan hebben. Gelukkig hebben we aan onze faculteit een topteam van wetenschappers dat zich met dergelijke empirische thema’s bezighoudt.' 

Rechtsfilosofie en de rechtspraktijk

Rechtsfilosofie nodigt Van Domselaar uit om out of the box te denken. 'Filosofie biedt denkvrijheid, creativiteit en verbeeldingskracht. Binnen deze leerstoel wil ik gedachtegangen kunnen doordenken, zonder daarbij al te veel gebonden te zijn aan gangbare ideeën binnen de rechtspraktijk. Juist omdat de filosofie op afstand staat en een ander perspectief biedt, kan dat soms prikkelend zijn voor die praktijk. Het kan zelfs een beetje schuren.'

De leerstoelhouder zoekt telkens naar een vruchtbare uitwisseling tussen fundamenteel onderzoek en de praktijk – op zo’n manier dat het voor de praktijk en de filosofie betekenisvol is. Van Domselaar begeleidt om die reden regelmatig bijeenkomsten met praktijkjuristen waarin gesproken wordt over de dilemma’s die zij ervaren. 'Ik wil op de huid van de rechtspraktijk zitten en daarmee ook relevant zijn voor de prangende vragen die in de praktijk spelen. Sinds de Toeslagenaffaire klinkt bijvoorbeeld steeds vaker de roep om meer maatwerk en responsiviteit. Maar, wat wordt daar nu precies mee bedoeld? Die concepten bekijk ik dan vanuit verschillende denktradities en theorieën. En juist door de concrete voorbeelden uit de praktijk krijgt de rechtsfilosofie weer meer gelaagdheid.'

Ik wil op de huid van de rechtspraktijk zitten
Copyright: Kirsten van Santen

Ontwikkelingen

Als leerstoelhouder onderzoekt Van Domselaar de komende jaren 3 ontwikkelingen binnen de rechtspraktijk: digitalisering, informalisering en commercialisering. 'Wat betekenen die ontwikkelingen voor het rechtssysteem? En wat betekenen deze ontwikkelingen voor de professionele idealen van juristen? Onafhankelijkheid is bijvoorbeeld een belangrijk uitgangspunt van klassiek juridische instituties en van de beroepsethiek van individuele juristen. Maar door de toenemende digitalisering ontstaat er juist een grote mate van afhankelijkheid van juristen ten opzichte van machines, en daarmee ook van legal tech- bedrijven en ICT’ers. Hoe kunnen we in een dergelijke context de institutionele en professionele onafhankelijkheid begrijpen en borgen?'

De hoogleraar hoopt dat het Nederlands beroepsethisch onderzoek meer aansluiting vindt bij internationale debatten en netwerken. In 2024 is daar in ieder geval een goede kans voor. Dan organiseert het Amsterdam Centre on the Legal Professions and Access to Justice , de 10e editie van de internationale Legal Ethics Conference, in nauwe samenwerking met de Nederlandse Orde van Advocaten.  

Wat voor jurist wil ik zijn? 

Volgens Van Domselaar sluit haar leerstoel goed aan bij de maatschappelijke missie van de faculteit. 'We willen in het onderwijs een bijdrage leveren aan de professionele vorming van toekomstige juristen, waarbij de student vanaf dag 1 nadenkt over de vraag: wat voor jurist wil ik zijn? Daar helpen we bij door ze in de opleiding te laten kennismaken met verschillende vraagstukken en relevante theoretische perspectieven. De dilemma’s bij een groot kantoor zijn immers anders dan die bij de rechtbank of die van een overheidsjurist. Via ervaringsonderwijs laten we studenten reflecteren op hun eigen rol. Zo leren we ze om te gaan met alledaagse heikele kwesties.'

Van Domselaars eigen passie voor rechtsfilosofie werd aangewakkerd toen ze het vak volgde aan de faculteit waar ze nu hoogleraar is. 'Ik wist meteen: hier wil ik mee verder. Met deze leerstoel is de cirkel voor mij op een bijzondere manier rond. Nu hoop ik natuurlijk dat ik studenten net zo enthousiast kan maken voor dit vakgebied.'