Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Clea de Koning werkt al jaren in de filmwereld. Van 1993 tot 1995 was ze producent van de bekroonde film 'Zusje'. Sinds 1999 is ze freelance juriste voor producenten en richt ze zich op filmfinanciering. Projecten waaraan ze heeft meegewerkt zijn bijvoorbeeld de natuurfilm 'Wolf' en de familiefilms 'Totem' en 'Knor', die nu in de bioscoop draaien. ‘Ik heb heel veel vrijheid en werk in een echt leuke sector.’

Al bij het plannen van het interview geeft Clea aan dat ze graag wil vertellen dat er een hele wereld bestaat buiten de geijkte paden om. Ze heeft weliswaar rechten gestudeerd aan de UvA, maar werkt al jaren met veel plezier in de filmwereld. Clea vindt het heerlijk dat ze zelf haar tijd kan indelen en ze houdt van afwisseling. ‘Ik moet er niet aan denken om 5 dagen per week hetzelfde te doen.’

Gouden Kalf

De filmwereld is Clea onverwacht ingerold toen ze bijna klaar was met haar studie. ‘Ik had niets met film. Ik ben in aanraking gekomen met de filmregisseur Robert Jan Westdijk, omdat onze vaders lang met elkaar hadden samengewerkt. Robert Jan was via bekenden op zoek naar investeerders in zijn debuutfilm Zusje.’ Haar vader bekijkt het prospectus voor de financiering die op basis van een commanditaire vennootschap (cv)-constructie is. Er zitten wat foutjes in en hij stelt voor om zijn dochter ernaar te laten kijken. Het blijkt te klikken met Robert Jan en samen verbeteren ze het prospectus. Ook controleert Clea het op juridische onvolkomenheden. ‘Een maand later kregen we van de Autoriteit Financiële Markten een waarschuwing. Ze hadden twijfels of wat we deden volledig volgens de regels was. Die waren gemaakt voor veel grotere financieringsconstructies dan onze en waren op veel vlakken praktisch niet uitvoerbaar. Ze wilden graag een proefproces voeren. Dan zou er jurisprudentie zijn, waardoor het wel kon.’ Uiteindelijk werd Clea zelfs producent van Zusje. ‘Na een paar maanden samenwerken met Robert Jan vroeg ik of hij al een producent had. Ik had nul ervaring, maar hij zag het wel zitten. De film werd een heel groot succes.’ Zusje werd in 1995 bekroond met een Gouden Kalf, won in de jaren daarna nog 11 internationale prijzen en werd aan 28 landen verkocht.

Wilde studiejaren

Clea is rechten gaan studeren omdat ze zich graag met goede doelen bezighoudt en bij een grote organisatie als UNESCO of UNICEF wilde werken. Ze studeert in een tijd dat de basisbeurs al bestaat, maar de tempobeurs nog niet. ‘Je kon zo lang over je studie doen als je wilde.’ Er is nog geen college- of werkgroepsverplichting. ‘Ik ging eerlijk gezegd heel vaak niet. In de tentamentijd sloot ik me op in de bieb.’ Clea werkt, gaat vaak op reis en gaat veel uit. ‘Het was een wilde tijd. Ik ging bijvoorbeeld met een vriendje die ook rechten studeerde een paar maanden naar India en Indonesië. We hebben van alles buiten de studie om gedaan.’

Op de vraag wat ze het waardevolst aan haar studie vindt, antwoordt Clea dat ze heel snel teksten kan lezen en doorgronden waar de kern zit. Rechten gaat niet alleen om de theorie maar vooral om begrijpen wat er bedoeld wordt, vindt ze. ‘Mensen die niets van een rechtenstudie afweten, denken vaak dat je veel moet stampen. Maar je moet juist alles opzoeken. Je moet weten waar het staat, want je kunt niet door 1000 pagina’s bladeren. Je moet het systeem begrijpen. Daar heb ik nog steeds veel aan in mijn huidige werk.’

Aan de tekentafel voor een financieel plan

Na het succes van Zusje werkt Clea nog een paar jaar als producent, maar ze vindt het te stressvol. ‘Alle zakelijke beslommeringen gaan via de producent.’ Wel vindt ze het erg leuk om betrokken te zijn bij de financiering van films. Inmiddels werkt ze al 25 jaar op het gebied van filmfinanciering. ‘Ik zit met name met producenten aan de tekentafel om een financieel plan te maken.’ Clea legt uit welke bronnen van financiering er zijn. ‘Er zijn fondsen die op culturele gronden iets toekennen. In Nederland, maar ook in andere landen. Daarvoor moet je netwerken. Dat doen producenten vaak zelf. Dan heb je Europese fondsen, waarbij je aan allerlei richtlijnen moet voldoen. Enige juridische kennis is hierbij heel handig. Ook zijn er regionale fondsen. Die willen graag dat je in hun regio komt draaien, waarvoor je aan een heel ander eisenpakket moet voldoen. Die eisen stellen ze zelf: ze staan niet in een wet, maar zijn fondsgerelateerd. Verder is er fiscaal gedreven financiering. In veel landen kun je als investeerder gebruikmaken van fiscale regelingen. Deze lopen vaak via banken of vermogensbeheerders. Tot slot heb je nog commerciële partijen, bijvoorbeeld studio’s in Amerika of omroepen buiten Nederland, zoals de BBC of ZDF. Die kunnen soms ook grote bedragen betalen. Vaak heb je een combinatie van partijen die meedoen aan een film.’ Clea is degene die ervoor moet zorgen dat alles samenkomt. ‘Ik bereken wie wanneer wat krijgt en zorg dat dit klopt met hun eigen regelgeving. Uiteindelijk stel ik ook de contracten op. Maar bijvoorbeeld een bank heeft doorgaans eigen contracten die ik niet maak maar wel beoordeel. Dankzij mijn juridische achtergrond begrijp ik goed wat daar instaat.’

Veldervaring noodzakelijk

Clea heeft een collega-juriste met wie ze af en toe een kantoor deelt. Zij werkt veel voor dezelfde opdrachtgevers en doet auteursrechtelijke zaken. Natuurlijk zijn er ook advocaten die hetzelfde werk doen, maar volgens Clea zijn deze vaak veel duurder en weten ze meestal ook weinig van het zakelijke deel. ‘Die collega-juriste doet bijvoorbeeld crew- en castcontracten en moet de arbeidswetgeving kennen. Zij zoekt naar een manier om wetgeving en praktijk zo vorm te geven dat er afspraken worden gemaakt die volgens de wet mogen én in de praktijk haalbaar zijn.’ Clea vindt het belangrijk dat ze een paar jaar ‘in het veld’ heeft gewerkt. ‘Advocaten die niet bekend zijn in de filmwereld zeggen soms dingen waarvan ik denk: zo werkt dat helemaal niet in de praktijk.’

Als voorbeeld noemt Clea dat in een door een advocaat opgesteld contract vaak een zin staat als ‘degene die overbudget veroorzaakt, is daarvoor verantwoordelijk’. ‘Overbudget is een serieus probleem. Met één zinnetje kun je niets als je in de problemen komt. Je moet doorvragen. Ik heb een contract met meer dan een pagina tekst ontwikkeld waar precies instaat volgens welke purchase-ordernummers de begroting moet worden opgesteld en hoe die moeten worden afgetekend. Maar ook volgens welk stramien dat moet, wie er een handtekening onder mag zetten, binnen hoeveel tijd je moet reageren, et cetera. Als er dan een overbudgetsituatie is, wordt het duidelijk waar fouten zijn gemaakt. En het zorgt er bovendien voor dat mensen beter opletten.’

Copyright: FdR
‘Ik hoor best af en toe van juristen: wat jij doet, zou ik ook leuk vinden’

Tekort aan juristen met veldervaring

‘Er is een tekort aan juristen in de filmwereld die weten hoe een productie in zijn werk gaat, en ik vermoed ook dat er een tekort is in andere creatieve sectoren,’ zegt Clea. ‘Ik ben zelf per ongeluk de filmwereld ingerold, maar je kunt er ook binnenkomen door eerst een lagere positie aan te nemen. Bijvoorbeeld een langdurige stage tijdens of na je studie, gecombineerd met ander, betaald werk. Of via een functie die niet direct met je rechtenstudie te maken heeft. Dat moet je zien als investering om de branche te leren kennen.’ Clea wijst erop dat het in andere landen heel gewoon is om onderaan te beginnen. In Amerika beginnen juristen soms als personal assistant. ‘Je vindt de niet-geijkte paden door even los te laten dat je een afgestudeerd jurist bent. Als je advocaat wil worden, ben je 3 jaar advocaat-stagiair. Als je niet de advocatuur ingaat, kun je ook best eerst een paar jaar werkervaring opdoen.’

Superleuk leven als freelance juriste

‘Ik hoor best af en toe van juristen: wat jij doet, zou ik ook leuk vinden. Ik heb namelijk een superleuk leven. Ik heb een relatief laag uurtarief, maar geen kosten. Ik ben geen advocaat, ik heb geen dure verzekering, geen kantoor. Alles wat ik verdien, is voor mij.  Ik heb heel veel vrijheid en werk in een echt leuke sector.’ Naast haar werk doet Clea veel vrijwilligerswerk. Ze werkt onder andere mee aan een organisatie genaamd Homies Foundation. Deze organisatie koppelt vriendengroepen aan een dak- of thuisloze. Vaak zijn dit statushouders. ‘Wij hebben nu Ali onder onze hoede. Hij komt uit Afghanistan. Hij is door een echtscheiding op straat beland.’ Ook is Clea een aantal keer buddy geweest. ‘Ik hielp een keer in de week een Syrisch gezin met taalcoaching, naar de bieb gaan, dat soort dingen. Dat kan ook allemaal als je genoeg verdient als freelance juriste.’