Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Hoe kunnen we de biodiversiteit en ecosystemen op aarde beschermen? Voor succesvol natuurherstel is het noodzakelijk om gericht te kijken naar de complexiteit van ecosystemen, bijvoorbeeld naar de interactie tussen soorten en evolutieprocessen. Dit stelt een internationale groep wetenschappers, onder wie UvA-bodemecoloog Elly Morriën, in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift Nature Ecology & Evolution.
Natuurherstel op voormalige landbouwgronden op de Veluwe. Foto: Co Morriën.

Natuurherstelprojecten kunnen niet op tegen de snelle achteruitgang van onze natuurlijke ecosystemen als gevolg van menselijk handelen. Aanleiding voor het onderzoeksteam onder leiding van David Moreno Mateos (Harvard University) om hun ideeën te presenteren over hoe de wetenschap kan helpen, en zo een bijdrage te leveren aan het door de VN uitgeroepen ‘Decennium van het Ecosysteem Herstel’.

Goede indicator

Volgens de onderzoekers is niet alleen het aantal soorten, maar zijn vooral de interacties tussen soorten en de mogelijkheid tot evolueren cruciaal voor succesvol natuurherstel. Traditioneel wordt de complexiteit van een ecosysteem gevisualiseerd door soorten weer te geven als stippen, die worden geteld en bestudeerd. ‘Er wordt weinig aandacht besteed aan de verbindingen en interacties tussen deze soorten, terwijl juist observaties van het aantal interacties een goede indicator kan zijn van hoe succesvol natuurbeheer is’, legt Morriën (Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica, UvA) uit. 

Genetische analyses worden steeds goedkoper, waardoor er op korte termijn een beter begrip is van het hele genoom van soorten. Daarmee kunnen ecologen nauwkeurig gaan bepalen welke populaties zich het beste kunnen aanpassen aan de herstellende en continue veranderende omgeving. Met de nodige voorzichtigheid kan deze benadering helpen bij het nemen van beslissingen over het introduceren of verwijderen van bepaalde soorten in specifieke habitats, in het belang van natuurherstel.

Het ideale startpunt

De onderzoekers reiken ook tools aan om de kennis in de praktijk toe te passen. Door bijvoorbeeld te kijken naar de ecologische geschiedenis van een gebied en te zoeken naar specifieke soorten die sterke invloed hebben op de structuur, het functioneren en de stabiliteit van het ecosysteem, kunnen zogenoemde sleutelsoorten in kaart worden gebracht. Deze soorten zijn vervolgens het ideale startpunt voor het opbouwen van variatie en complexiteit in het ecosysteem.

Een ander belangrijk element zijn de ‘metacommunity hubs’, netwerken die bestaan uit meerdere soorten bomen, insecten, vogels of andere dieren. Deze netwerken vormen een belangrijke schakel in het genereren en opbouwen van ecologische variatie en complexiteit en kunnen eco-evolutionaire en co-evolutionaire cascades veroorzaken. Dit betekent dat de aanwezigheid van deze hubs de kans vergroot dat ook andere soorten zich succesvol kunnen vestigen in herstelde ecosystemen. Op die manier hebben de hubs grote invloed op de interacties, aantallen en functionele eigenschappen van soorten die belangrijk zijn voor natuurherstel, en leiden ze  - idealiter – tot een rijker, stabieler en natuurlijker habitat.

‘Tegelijkertijd moeten we accepteren dat we in veel gevallen niet meer terug kunnen keren naar de oorspronkelijke staat, omdat sleutelsoorten verdwenen zijn of hun genetische databank te veel verarmt, waardoor er geen levensvatbare populaties zijn voor de lange termijn,’ waarschuwt Morriën tot slot.

Publicatiegegevens

David Moreno-Mateos, Antton Alberdi, Elly Morriën, Wim H. van der Putten, Asun Rodríguez-Uña en Daniel Montoya: 'The long-term restoration of ecosystem complexity', in: Nature Ecology & Evolution (april 2020). https://doi.org/10.1038/s41559-020-1154-1