8 mei 2025
Volgens Van Kleef denken we traditioneel dat goed gedrag wordt beloond en slecht gedrag wordt afgestraft. 'Dat zit diep in onze cultuur: in religie, sprookjes, films. Ik geloofde dat zelf ook lang.' Maar dat idee wankelt. 'We zien nu steeds meer leiders die zich misdragen én daar populair mee worden. Denk aan fraude, racisme, seksueel grensoverschrijdend gedrag of het ondermijnen van democratische regels — zaken die we doorgaans als onacceptabel beschouwen.'
Van Kleef verwijst onder meer naar een studie waarin 246 voorvallen van normoverschrijdend gedrag werden geanalyseerd. In slechts een derde van de gevallen was de reactie uitgesproken negatief. De rest toonde geen uitgesproken reactie, reageerde positief of had gemengde gevoelens. 'Wat opvalt: als zo’n leider doelen nastreeft die aansluiten bij wat wij willen, zijn we veel eerder bereid onze eigen normen op te rekken. Met andere woorden: als het ons uitkomt, knijpen we een oogje dicht.'
Dominantie speelt daarbij een sleutelrol. 'Een leider die de regels overtreedt wordt als dominant en sterk gezien. Het wordt geassocieerd met leiderschap en daadkracht. Het laat zien dat je tegen een stootje kan en de consequenties van je gedrag ook aandurft: hier staat een leider die zich van niets of niemand iets aantrekt en een eigen koers vaart', zegt Van Kleef.
Maar dat is nog niet het punt waarop grote groepen hun eigen normen en waarden oprekken en op die leiders gaan stemmen. Dat idee van dominantie wordt volgens Van Kleef namelijk pas echt aantrekkelijk als er sprake is van een bedreiging door een bepaalde groep. 'Bij angst schuiven je morele grenzen op. Als jij het gevoel hebt dat je bedreigd wordt, blijkt moraliteit opeens een elastisch begrip. Die dominantie wordt iets om je aan vast te houden.'
De groep die overblijft, valt volgens Van Kleef nu nog vooral verontwaardigd terug op 'dit mag toch niet, dit kan toch niet'. Maar dat werkt averechts. 'Het versterkt het gevoel bij de groep die zich bedreigd voelt en wel behoefte heeft aan een dominante leider. Op basis van zijn analyse stelt Van Kleef dan ook een andere aanpak voor. 'Niet vingerwijzen, maar je richten op het idee dat die gestelde bedreiging niet reëel is. Of dat deze leider geen reële oplossing biedt voor dat gevoelde probleem.'
Belangrijk, omdat onze grenzen aan het verschuiven zijn, volgens Van Kleef. We accepteren gedrag van leiders dat we tot voor kort ondenkbaar vonden. En dat heeft grote gevolgen. 'Internationale wetten en afspraken zijn uiteindelijk het resultaat van gedeelde normen en waarden. Als onze gezamenlijke normen afbrokkelen, volgt de naleving van die wetten en afspraken vanzelf.'