Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Journalisten praten graag en vaak over hun vak, maar liever niet over hun eigen werk. UvA-promovendus Timon Ramaker onderzocht de rol van reflectie op de redactievloer. Volgens hem zou het een prominente plek moeten krijgen in de professionele ontwikkeling van de journalist. ‘Maar daar is wel een cultuurverandering voor nodig.’

Tijdelijke contracten, reorganisaties, stevige concurrentie en dan natuurlijk elke keer weer die deadline. ‘De druk in de journalistiek is hoog, van binnen en van buiten. En dat maakt dat journalisten snel defensief reageren op kritiek. Journalisten hebben te maken met allerlei critici op allerlei niveaus. Van chefs en collega’s intern tot de helaas steeds vaker voorkomende intimidatie op straat en op social media’, stelt Ramaker.

Geen tijd en ruimte

Publicaties over de redactiecultuur van programma’s als De Wereld Draait Door en de rapportage over werkcultuur bij de NPO laten zien dat sociale en psychologische veiligheid op redacties lang ver te zoeken was. ‘In die omstandigheden de tijd én de ruimte pakken om op je eigen werk te reflecteren met je collega’s is dan knap lastig’, zegt Ramaker. ‘Combineer dat met hoge tijdsdruk en een wereld die de afgelopen tien jaar steeds meer is gaan draaien op scoringsdrang en data en dan zie je dat er eigenlijk geen moment meer overblijft voor reflectie.’

Onveiligheid en kansen

In gesprekken die Ramaker al sinds 2016 voert over het onderwerp met journalisten, komt de term onveiligheid dan ook vaak naar voren. ‘Het is een veel gevoeld sentiment in de journalistiek. De conclusies van het rapport van de commissie Van Rijn over grensoverschrijdend gedrag bij de landelijke publieke omroep kwamen voor insiders echt niet als een verrassing’, zegt Ramaker. ‘Maar het heeft het onderwerp wel tot een groot thema gemaakt. En dat biedt mogelijkheden om er ook iets mee te doen.’ Uit zijn onderzoek blijkt dat er ondanks de druk veel kansen voor reflectie in de dagelijkse praktijk zijn, soms heel georganiseerd zoals tijdens redactievergaderingen, maar vaker spontaan, zoals een gesprekje met een collega bij de lunch of het koffieapparaat.

Leiding speelt belangrijke rol

Volgens Ramaker speelt de leiding van een redactie een hele belangrijke rol in het creëren van de ruimte voor reflectie. ‘Je ziet daar ook steeds meer belangstelling voor. Hoofdredacties willen dat werknemers zich uitspreken en zoeken naar manieren om reflectie te versterken. Dat is een behoorlijk verschil met de tijd dat ik aan dit onderzoek begon.’

‘Redacties moeten durven experimenteren met reflectie. Want het kan ze veel opleveren’, zegt Ramaker. ‘Je hebt reflectiemomenten nodig om op de lange termijn kwaliteit te kunnen blijven leveren. Het geeft ook een tegengewicht tegen de door data gemotiveerde keuzes die gemaakt worden. Meer reflectie op de redactie stelt je ook in staat de vraag te stellen: wat willen we maken? En aan welke waarden willen we eigenlijk dat die productie voldoet?’ Ook draagt het bij aan werkplezier. ‘En dat hoeft echt niet veel geld te kosten. Realiseer je hoe reflectie kan helpen uitval op de redactie kan terug te dringen. Tel uit je winst.’

Inbouwen in dagelijkse praktijk

Volgens Ramaker zouden hoofdredacties er dan ook goed aan doen de reflectie slimmer in te bouwen in de dagelijkse praktijk en te stimuleren door de dag heen. ‘De journalistiek is een nieuwsfabriek geworden’, zegt Ramaker. ‘En daarin moet weer ruimte komen voor de menselijke maat. Een open leercultuur waarin reflectie een belangrijke rol speelt helpt daarbij.’

Dinsdag 3 juni verdedigde Timon Ramaker zijn proefschrift aan de Universiteit van Amsterdam. Meer details hier