9 September 2025
Er is de Tussenevaluatie ‘Een slimmer Collegejaar’, een landelijk project waarin verbeteringen in de werkbaarheid en studeerbaarheid in het curriculum worden onderzocht. De belangrijkste inzichten zijn:
De COR onderschrijft die verbetervoorstellen volledig, maar wil graag een radicaal hieraan verbonden punt maken. Het streven moet niet zijn om bij voorbaat een matig functionerende jaarindeling (8-8-4) met wat kleine aanpassingen in stand te houden. De UvA moet op zoek naar een jaarindeling die voldoet aan de voorwaarden van een gedoseerde en studeerbare jaarindeling: een korter collegejaar met minder toetsen/herkansingen, en een beter werkbaar en minder ‘vol’ curriculum.
De huidige structuur zorgt voor een constante en continue druk die zowel voor studenten als docenten die aansluitende blokken moeten onderwijzen vaak als onwerkbaar wordt ervaren. Bij sommige faculteiten wordt de 8-8-4 structuur als hoofdoorzaak van de werkstress en studeerstress ervaren, bij andere faculteiten past het model blijkbaar beter bij het werkproces. Dat maakt duidelijk dat een herziening van het collegejaar niet per se een one-size-fits-all model zijn. De randvoorwaarden moeten echter wel voor iedereen gelijk zijn.
Daarom stelt de COR als voorwaarde dat de nieuwe jaarindeling eerlijker is voor alle docenten en studenten. Nu zijn er per faculteit en/of opleiding en/of vak andere onderwijsvrije periodes, aantallen herkansingen, al dan niet mogelijkheden tot herkansen in de zomerperiode.
8-8-4 werd ooit (ondanks grote protesten) ingevoerd om uniformiteit te bereiken, zodat studenten probleemloos vakken bij een andere faculteit en bij andere universiteiten kunnen volgen. Maar tegen de tijd dat 8-8-4 aan de UvA werd ingevoerd, hadden andere universiteiten al tot andere jaardelingen besloten. Studentenkeuzes worden ook meer bepaald door de vraag op welke tijdstip en dag een vak gegeven wordt, niet of het een week eerder of later begint. Daarbij lukt het studenten ook om vakken te volgen bij andere universiteiten die gezegend zijn met een andere jaarindeling. Aangezien het reguliere onderwijs in de regel overdag is, en het extracurriculaire (honours- en keuzeonderwijs) meestal in de avond, lukt het studenten prima onderwijs op andere locaties dan de eigen te volgen.
Principieel verkeerd aan 8-8-4 is dat het gefundeerd is op het beheersbaar houden van de zaalroostering. Terwijl je toch mag verwachten van een universiteit dat onderwijs, didactiek, werkbaarheid voor docenten en studeerbaarheid voor studenten de basis is van een jaarindeling.
De uniformiteit (onwrikbaarheid) van 8-8-4 heeft er juist toe geleid dat alle faculteiten hun eigen aanpassingen zijn gaan maken om het nog enigszins werkbaar en leefbaar te maken, waardoor er juist heel grote verschillen in de jaarindeling en docent en studentbelasting is ontstaan.
Omdat in het project Slimmer Collegejaar de structuur waarbinnen onderwijs gegeven niet bevraagd wordt, wil de COR een onderzoek naar een herziene jaarindeling, met daaraan gekoppeld een aantal concrete aanbevelingen. Het CvB wordt met klem verzocht een beslissing nemen over een nieuwe jaarindeling voor/op 1 september 2026, en de nieuwe jaarindeling moet ingevoerd worden in het academisch jaar 2027-2028.