23 September 2025
Politieke betrokkenheid op jonge leeftijd is van groot belang, omdat dit bepaalt in hoeverre jongeren later actief deelnemen aan de samenleving en democratische processen. In het onderzoek werden vertrouwen in overheidsinstituties, interesse in maatschappelijke vraagstukken, stemintentie en politieke kennis gepeild.
‘Wij keken expliciet naar verschillen tussen scholen en naar de vraag of het uitmaakt wanneer leerlingen in dezelfde scholengemeenschap zitten, en wanneer leerlingen met verschillende sociaaleconomische achtergronden samen in de klas zitten’, legt een van de hoofdonderzoekers en onderwijssocioloog Herman van de Werfhorst uit.
Alle leerlingen raken gaandeweg beter geïnformeerd over de politiek en geven vaker aan te willen stemmen zodra dit mag. Leerlingen die aanvankelijk weinig belangstelling toonden, laten zelfs de sterkste groei zien. Dit wijst volgens de onderzoekers op een zekere mate van gelijktrekking.
Tegelijkertijd blijken de verschillen tussen leerlingen van verschillende onderwijsroutes hardnekkig. En deze verschillen zijn al zichtbaar in de brugklas. Vwo-leerlingen scoren daarbij structureel hoger op alle domeinen. Leerlingen die overstappen naar een ‘hoger’ schoolniveau (bijvoorbeeld van havo naar vwo) laten zelfs een duidelijke groei in politieke kennis zien, terwijl een overstap naar een ‘lager’ niveau juist tot een verlies aan politieke kennis leidt.
‘Omdat deze verschillen al in het eerste schooljaar bestaan, zijn ze niet simpelweg het gevolg van de sociaaleconomische samenstelling van de school’, aldus Van de Werfhorst. Op scholen met een sociaaleconomisch gemengder leerlingenbestand waren de verschillen tussen vwo en vmbo zelfs eerder groter dan kleiner.
Op scholen waar verschillende routes samenkomen, bijvoorbeeld in brede brugklassen, zijn de verschillen wel wat kleiner. Toch blijven ook daar de hardnekkige verschillen zorgelijk, stellen de onderzoekers.
‘Brede brugklassen worden politiek, bijvoorbeeld in Amsterdam, vaak gezien als oplossing voor de kloof in democratische betrokkenheid. Maar in de praktijk verkleinen ze die verschillen dus nauwelijks’, zegt Van de Werfhorst. ‘Misschien komt dat doordat de herkomstmilieus van leerlingen verschillen, of door opvoeding, of het hangt samen met intelligentie. Dat kunnen we niet goed toetsen.’
Wat vooral opvalt is dat het politieke vertrouwen van vmbo-leerlingen tijdens hun middelbare schooltijd zelfs daalt, terwijl het bij vwo-leerlingen groeit. ‘Politiek vertrouwen beïnvloedt je betrokkenheid bij de samenleving en bij democratische processen’, benadrukt Van de Werfhorst. ‘Daar wil je dus eigenlijk geen verschillen zien. En een goed schoolsysteem zou de gelijkheid moeten bevorderen. Maar deze kloof neemt dus toe.’
Volgens de onderzoekers blijft daarmee de selectie van wie naar welke school gaat hét grote vraagstuk rond gelijkheid. ‘Onderwijswetenschappers roepen dit al jaren: de vroege selectie van leerlingen in het Nederlandse onderwijssysteem heeft een grote impact op allerlei ongelijkheden’, stelt Van de Werfhorst.
De resultaten vragen volgens de onderzoekers ook om een kritische evaluatie van de Nederlandse wet rond burgerschapsvorming, die scholen verplicht aandacht te besteden aan democratische waarden en participatie. ‘Het is heel belangrijk om te onderzoeken of die wet effect heeft gehad. Wij hebben gekeken naar één grote groep leerlingen die tegelijk hun middelbare school doorliepen. Dat bood veel vergelijkingsmateriaal, maar je zou ook groepen moeten kunnen vergelijken die in een andere periode op de middelbare school zaten’, aldus Van de Werfhorst.
Herman van de Werfhorst, Geert ten Dam, Sara Geven, Twan Huijsmans, Hester Mennes, Laura Mulder, Jaap van Slageren, en Tom van der Meer, 2025, ‘Track Differences in Civic and Democratic Engagement During Secondary Education: A New Panel Study From the Netherlands.’ The British Journal of Sociology. doi:10.1111/1468-4446.70006.