Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.

Onderzoeksvisie

Ook investeert de UvA in state of the art-onderzoeksfaciliteiten voor de kwaliteit van het onderzoek. Wetenschappelijke integriteit en open science ziet de UvA als essentiële randvoorwaarden voor de kwaliteit van het onderzoek.

Strategisch Kader Onderzoek

De UvA is een toonaangevende, onderzoeksintensieve universiteit, waar over de volle breedte hoogwaardig onderzoek plaatsvindt en waar onderwijs en onderzoek onlosmakelijk verbonden zijn. Het onderzoek van de UvA is van hoge kwaliteit. Om het hoge niveau te handhaven en internationaal een vooraanstaande positie te blijven innemen, heeft de UvA een strategisch kader ontwikkeld.

De hoofdlijnen van het Strategisch Kader Onderzoek
  • Strategische positionering op basis van de intellectual footprint van de UvA

    Bij de invulling van het onderzoeksbeleid schenkt de UvA meer aandacht aan haar relatieve positie. Het vetrekpunt daarbij is de eigenheid, de intellectual footprint van het UvA-onderzoek. Het gaat hierbij om de specifieke inbreng, de invalshoek van de UvA in wetenschappelijke disciplines. Dit kan gaan om een keuze voor bepaalde onderwerpen, een focus op bepaalde methoden, het werken vanuit specifieke paradigma’s, een multi- of interdisciplinaire benadering et cetera. In de onderzoeksstrategie voor de komende jaren wordt meer nadruk gelegd op die intellectual footprint als basis voor de positionering van het UvA-onderzoek.

    Concreet betekent dit:

    • Faculteiten en onderzoeksinstituten benoemen speerpunten op basis van hun competitive advantage: de gebieden waar de UvA zich internationaal mee onderscheidt of op den duur mee kan onderscheiden.
    • Er is expliciet aandacht voor de vernieuwing van het onderzoek en de manier waarop we dat kunnen faciliteren. De UvA zal in dat kader nog meer inzetten op interdisciplinaire samenwerking, omdat dit een belangrijke bron van vernieuwing kan zijn.
    • Een grotere inzet op team science binnen de universiteit. Een scherpere definiëring van complementaire rollen binnen een groep onderzoekers kan ruimte scheppen voor projecten of trajecten die van strategisch belang zijn voor de onderzoeksgroep of het -instituut.
    • Meer samenwerking met externe partijen; de deelname vergroten in (inter)nationale netwerken en consortia gericht op het verwerven van externe middelen.
  • Verbinding met maatschappij en stad; sterke profilering

    Een ander onderdeel van een meer strategische positionering is een betere verbinding van het onderzoek met maatschappelijke vraagstukken. Veel van het UvA-onderzoek is reeds geïnspireerd op maatschappelijke of economische vraagstukken, maar dat laat onverlet dat de UvA haar betrokkenheid bij maatschappelijke organisaties en vraagstukken verder wil vergroten. Het uitgangspunt daarbij is dat wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijke vraagstukken elkaar versterken.

    Concreet betekent dit:

    • We ontwikkelen en/of continueren duurzame strategische relaties met maatschappelijke organisaties/bedrijven, bijvoorbeeld in langlopende onderzoeksprojecten, in clusterorganisaties en bij het formuleren van maatschappelijke onderzoeksagenda’s.
    • Specifiek besteden we meer aandacht aan een betere inbedding van de UvA in diverse netwerken in en rondom Amsterdam.
    • We maken meer werk van de profilering van het UvA-onderzoek in aansprekende thema’s. Die profilering helpt om beter herkenbaar te zijn voor zowel maatschappelijke partners als voor het algemene publiek. Daarnaast draagt de profilering bij aan het inzichtelijk maken van de maatschappelijke relevantie van het UvA-onderzoek en daarmee ook aan de publieke legitimiteit.
  • Onderzoekers faciliteren met onderzoeksfaciliteiten en -infrastructuren

    Om kwalitatief hoogwaardig onderzoek te doen, worden state of the art-onderzoeksfaciliteiten steeds belangrijker. De UvA blijft investeren in specifieke onderzoeksfaciliteiten op de diverse campussen. Het doel daarvan is het bieden van uitstekende faciliteiten voor onderzoekers, onder meer door een (Amsterdamse) concentratie van onderzoeksfaciliteiten en infrastructuur.

    Concreet betekent dit:

    • Investeren in een geavanceerde IT-infrastructuur die de onderzoekers aan de UvA optimaal faciliteert en de drempels voor gebruik verlaagt. De UvA ontwikkelt een cloud infrastructure die voorziet in netwerken, rekencapaciteit en de opslag van data gedurende de verschillende fasen van het onderzoek.
    • De ontwikkeling van een Data Science Centre (DSC) dat erop gericht is het datagedreven onderzoek aan de UvA verder te professionaliseren. Het DSC verrijkt en vernieuwt het UvA-onderzoek door de ontwikkeling en toepassing van data science.
    • Het beter gebruiken van bestaande faciliteiten en infrastructuur door zowel interne als externe partijen.
  • Wetenschappelijke integriteit en open science als noodzakelijke randvoorwaarden

    Wetenschappelijke integriteit is een noodzakelijke voorwaarde voor de kwaliteit van het onderzoek en de vooruitgang van de wetenschap. De UvA sluit zich aan bij de Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit van de VSNU en de daarin genoemde principes van eerlijkheid, zorgvuldigheid, transparantie, onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid en de in de code genoemde zorgplicht.

    De UvA deelt het idee dat open science de vooruitgang van de wetenschap bevordert en schaart zich achter de doelen van open science. De UvA acht het daarbij wel van belang dat open science daadwerkelijk meerwaarde biedt voor de wetenschap en de belangen van de UvA en haar onderzoekers niet schaadt.

    Concreet betekent dit:

    • De UvA zorgt voor een werkomgeving waarbinnen goede onderzoekspraktijken worden bevorderd en gewaarborgd en richt zich op de implementatie van een veelomvattend advies van een UvA-werkgroep over integere wetenschapsbeoefening.
    • De UvA stelt zich in nationaal en internationaal verband actief op en zal uitdragen dat de transitie naar open science op zo’n manier moet worden vorm gegeven dat deze het universitair onderzoek bevordert.
    • In het kader van ‘erkennen waarderen’ houdt de UvA de huidige evaluatie- en waarderingssystemen tegen het licht met als doel een meer evenwichtige evaluatie van haar medewerkers, met minder nadruk op kwantitatieve indicatoren van individuele successen.
    • Een evenwichtig personeelsbeleid betekent ook een beleid dat meer gericht is op diversiteit binnen onderzoeksgroepen. Dit houdt in dat de UvA aandacht blijft houden voor diversiteit in achtergrond van alle onderzoekers, en vrouwen in hogere onderzoeksposities.