Fernanda Sampaio de Carvalho is klinisch psycholoog/psychotherapeut, IMH-specialist en psychoanalytica voor kinderen en adolescenten, werkzaam bij het Sophia Kinderziekenhuis. Ze studeerde in 1991 af als ontwikkelingspsycholoog aan de Universiteit van Amsterdam. Welke weg heeft zij afgelegd, welke lessen leerde ze onderweg en welke tips geeft ze jou als toekomstige psycholoog?
Ergens in de pubertijd raakte ik geïnteresseerd in het gedrag van mensen. Heel lang wist ik echter niet dat er een wetenschappelijk gebied was dat zich daarmee bezighield. Ik ontdekte – heel toevallig via een film, Spellbound van Alfred Hitchkock – dat er mensen waren die als beroep hadden om uit te vogelen waarom mensen zich gedragen zoals ze zich gedragen, en dat ook proberen bij te sturen.
Het bijsturen is overigens nooit mijn primaire focus geweest. In de eerste instantie was het daardoor ook niet per se mijn doel om psychotherapeut te worden; de nadruk lag bij mij meer op het begrijpen van het gedrag van mensen. Ik was vooral geïnteresseerd in de vragen: “Wat maakt dat mensen doen wat ze doen? En wat betekent dat nou eigenlijk?”
Zeker in de eerste jaren vond ik het ontzettend interessant; wederom bleek voor mij dat er overal in de wereld mensen waren die zich bezighielen met het onderzoeken van niet alleen het gedrag van mensen, maar ook de “waarom” achter dat gedrag.
Nu ik aan de andere kant van het spectrum zit, merk ik ook de beperkingen van veel wetenschappelijk onderzoek. Er wordt soms te snel een conclusie getrokken op basis van gedragsvragenlijsten. Wie vullen die in? Vaak zijn het hoogopgeleide mensen met tijd om ze in te vullen. Minder zichtbare groepen, zoals laaggeletterden, anderstaligen of mensen in armoede blijven ondervertegenwoordigd. Ga dus ook met deze mensen in gesprek. Wees nieuwsgierig en vraag naar hun verhaal in plaats van te varen op te moeilijke of oningevulde lijsten.
Na mijn afstuderen heb ik eerst bij de faculteit Psychologie aan de UvA gewerkt. Daarnaast had ik een werkervaringsplek op een kinder- en jeugdafdeling van een RIAGG en deed ik onderzoek voor de Raad van de Kinderbescherming. De praktijk waar ik die onderzoeken deed, werd gerund door twee psychotherapeuten. Zo kwam ik in aanraking met de kinder- en jeugdpsychotherapie.
Op de werkervaringsplaats kwamen kinderen met klachten – bijvoorbeeld bedplassen, ruziemaken, driftbuien, whatever – en werd de klacht gedragstherapeutisch behandeld. Later, bij de RIAGG in West-Friesland, kwamen ouders en kinderen met dezelfde problematiek, maar werd er psychoanalytisch over nagedacht. Het ging niet zozeer over het afleren van het (bijvoorbeeld) boze gedrag of het aanleren van goed gedrag, maar over het begrijpen van waarom het kind nou zo boos was, met oog voor de ontwikkelingsfase.
De hele psychodynamiek van gezinnen werd meegenomen, wat voor mij een enorme verademing was. Het bestaan van de binnenwereld werd meer erkend, met verwachtingen en verlangens die per gezinslid kunnen verschillen én het idee dat mensen een heleboel gevoelens hebben die de motor voor ons gedrag zijn.
Kinderpsychoanalyse is anders dan wat mensen zich meestal voorstellen bij psychoanalyse. Kinderen liggen niet op een bank, zoals volwassenen. In plaats daarvan komen ze drie à vier keer per week spelen. In dat spel komen de belangrijke thema’s naar voren, zoals: 'Mag ik winnen?', 'Mag ik valsspelen?', 'Mag ik doen wat ik wil, of vindt ze me dan niet meer leuk?' Omdat kinderen minder een buffer hebben tussen hun binnenwereld en de buitenwereld, zijn de thema’s vaak directer en inzichtelijker dan bij volwassenen.
Als jonge psycholoog ben je blij met een baan, maar let op dat je niet wordt opgezadeld met veel te moeilijke casussen. Ook al ben je nog zo blij dat je een baan hebt gevonden, het klopt niet dat je ‘gewoon maar moet gaan doen’. Het is belangrijk dat je goed begeleid wordt en dat je de kans krijgt om jezelf verder te ontwikkelen. Zoek naar mogelijkheden om je te specialiseren of aanvullende opleidingen te volgen. En vooral, durf te vragen naar de juiste randvoorwaarden voor jouw ontwikkeling.
Tekst: C.L.V. Staal