Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Raz van Houts, alumnus Klinische Psychologie

Raz van Houts studeerde in 2021 af aan de Universiteit van Amsterdam met een master in Klinische Psychologie. Sindsdien heeft hij een indrukwekkend carrièrepad gevolgd. Naast zijn werk als psycholoog bij een vrijgevestigde praktijk in Amsterdam, is hij in 2024 begonnen aan de opleiding tot GZ-psycholoog. Bovendien debuteerde hij in 2023 als schrijver met zijn boek We zijn allemaal patiënten. Raz deelt zijn inzichten over psychologie, zijn carrière, en de uitdagingen in het werkveld. 

Hoe kwam je bij psychologie terecht?

‘Ik ben altijd een verbinder-type geweest en kon bovendien goed met mensen omgaan, iets wat mijn omgeving ook opmerkte. Ik denk dat ik mensen wilde helpen, maar dokter worden was geen optie; ik kon namelijk niet tegen bloed. Zodoende kwam ik bij psychologie terecht.’ 

Hoe heb je je studie ervaren?

‘Ik wist vanaf het begin dat ik me wilde richten op klinische psychologie, dus veel andere vakken voelden als ‘moetjes’ die niet binnen mijn interessegebied vielen. Toch waren die vakken, zoals neuropsychologie en statistiek, achteraf gezien waardevol. Naarmate de studie vorderde, werd het vakkenpakket steeds specifieker, met als hoogtepunt de klinische stage.’ 

Wat betekende die stage voor jou?

‘De stageperiode bevestigde voor mij dat ik goed zat; dit werk kon én wilde ik doen. Mijn stageplek – en nu mijn huidige werkplek – werkt op een manier die erg goed bij mij past, zonder al te veel protocollen en rigiditeit.’ 

Protocollen zijn dus niets voor jou?

‘Psychologie zie ik als een gezamenlijke ontdekkingstocht met de patiënt. Protocollen kunnen nuttig zijn en bieden zekerheid, maar ze kunnen ook beperkend werken. Zeker bij moeilijkere casussen is een strikte benadering vaak minder effectief. Voor sommige therapeuten biedt het houvast, maar ik zou gek worden als ik als een robot protocollen moest afdraaien.’ 

Je hebt ook een boek geschreven, We zijn allemaal patiënten. Wat maakte dat je dit juist aan het begin van je carrière hebt geschreven? 

‘Met mijn boek wilde ik het werk vastleggen voordat het voor mij vanzelfsprekend zou worden. Ik merk nu al dat ik termen gebruik die voor een beginner of iemand die overweegt in therapie te gaan, misschien nog niet bekend zijn. Door het schrijven wilde ik reflecteren op mijn werk en het delen met een breder publiek.’ 

Wat heb je er zelf van geleerd?

‘Dat beroepsgeheim soms een enorm grijs gebied kan zijn. Ook verdiepte ik mij meer in alle informatie over de verdeling van opleidingsplekken voor de GZ-opleiding. Het is zorgwekkend dat de wachtlijst groeit, terwijl er onvoldoende GZ-psychologen worden opgeleid.

Er zijn veel ervaren collega’s die door dit systeem niet door kunnen stromen naar GZ-psycholoog. Ze hebben de ervaring, de cursussen en het inzicht, maar niet het papiertje. Dat is zorgelijk en zonde, want daardoor kunnen we patiënten niet snel genoeg helpen, wat de wachttijd verlengt.’ 

Heb je een idee waarom de wachttijd zo oploopt? 

‘Ik denk dat het een perfect storm is met A) psychologen die nog niet de juiste titels hebben, B) minder een taboe op psychologische hulp, waardoor mensen misschien sneller hulp zoeken en C) problemen in de maatschappij, waarbij niet snel uitzicht is op verbetering. Financiële zorgen, gedoe op werk, discriminatie; dat perspectief is niet per se verbeterd.’ 

Wat maakt jou trots?

‘Het feit dat ik mensen heb kunnen helpen een stap verder te komen, maakt me trots. Niet zozeer op mezelf, maar vooral op de patiënten. Ik heb hen weleens een brief geschreven om te delen hoe bijzonder het voor mij was om deel te mogen uitmaken van hun proces. Ondanks alle frustraties is het prachtig werk.’ 

Wat zou je beginnende psychologen willen meegeven?

‘Geniet van het beginner zijn, want dat ben je maar één keer. Maak gebruik van de kans om samen met collega’s mee te kijken, je te verdiepen in boeken, cursussen en PsyFlix en je breed te oriënteren. Durf jezelf te zijn en mens te zijn.

Je hebt al een fundament in het vak, want je bent al afgestudeerd. In de eerste plaats ben je echter ook mens. Alle theorieën, protocollen en technieken komen daar gaandeweg bij. Ze zijn waardevol, maar mogen niet afleiden van wie je bent als therapeut.’