28 mei 2025
Theo Witvliet werd geboren in 1939 en studeerde theologie aan de Universiteit van Amsterdam en filosofie aan de Universiteit van Straatsburg. Al vroeg in zijn loopbaan viel hij op als iemand die graag grenzen tussen disciplines, werelddelen en wereldbeelden overschreed. Als programmamaker bij de IKON reisde hij in de jaren zeventig naar Afrika en Azië, waar hij in contact kwam met bevrijdingstheologen, een ontmoeting die zijn denken blijvend zou beïnvloeden. In hun visie – waarbij betrokkenheid de eerste theologische daad is – vond Witvliet de sleutel tot een theologie die recht doet aan verschil, lijden en hoop.
In Nederland werd hij de belangrijkste stem in de introductie van contextuele en bevrijdingstheologie. Zijn boeken Een plaats onder de zon en De weg van de zwarte Messias (beide uit 1984) gelden als mijlpalen in het Nederlandse theologische landschap. Op deze laatste studie promoveerde hij cum laude. Witvliet was een bruggenbouwer tussen academie en samenleving, tussen theologie en journalistiek, tussen het christendom en de moderne wereld.
Vanaf 1977 was hij verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, eerst als wetenschappelijk hoofdmedewerker Oecumenica, later als hoogleraar Geschiedenis van het christendom in de moderne tijd en van de Theologische Encyclopedie. Tussen 1986 en 2000 zou hij in die rol talloze studenten inspireren. Zijn colleges – doordesemd van ervaringen uit zijn werk bij de IKON en literair doordacht tot in de vezels – waren beroemd om hun levendigheid, scherpte en humor. Zijn stijl kenmerkte zich door wat velen beschreven als een genadeloze analytische strengheid, gecombineerd met een relativerende, ingehouden vrolijkheid.
Theo Witvliet opende vensters. Voor zijn studenten waren dat de vensters naar andere stemmen: Mpho Ntoane, James Cone, Mercy Amba Oduyoye, maar ook Friedrich Schleiermacher, Karl Barth en Novalis. In al deze stemmen hoorde hij de weerklank van een centrale vraag: hoe leer je christen-zijn in een wereld die voortdurend verandert, en waarin de ander nooit volledig gekend, maar wel werkelijk ontmoet kan worden?
Die thematiek loopt als een rode draad door zijn werk. In Gebroken traditie (1999) stelt hij de vraag naar identiteit en pluraliteit, lang voordat deze thema’s het publieke debat gingen domineren. In Het geheim van het lege midden (2003) onderzoekt hij de rol van beeldcultuur en grenzen: hoe kunnen we grenzen oversteken zonder de ander te annexeren? Zijn antwoord was altijd: door ruimte te maken voor het onkenbare, voor het mysterie van de ander. Werkelijke ontmoeting veronderstelt niet-beheersen. Zijn laatste boek, Kwaliteit van leven. Het humanisme van Martin Buber (2017), keert terug naar deze thematiek en vormt een afsluitend hoofdstuk in een oeuvre dat altijd relationeel, dialogisch en open was.
Naast zijn academische werk bekleedde Witvliet diverse bestuurlijke functies, waaronder het decanaat van de Theologische Faculteit van de UvA, het voorzitterschap van het Disciplineoverleg Theologie van de VSNU en van de onderzoeksschool NOSTER. Van 2004 tot 2006 was hij gasthoogleraar voor Sociale ethiek aan het oecumenisch Instituut Bossey.
Theo Witvliet laat een indrukwekkend oeuvre, een veelheid aan leerlingen, collega’s en vrienden, en een voortdurende inspiratiebron achter. Hij leerde ons denken in context, luisteren voorbij het eigene, en geloven zonder naïviteit.
Met dank aan Erica Meijers, Gerard Wiegers en Jan Willem van Henten voor hun bijdrage bij het samenstellen van dit in memoriam.