Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Met de verkiezingen voor de deur doen politieke partijen verwoede pogingen om stemmen te winnen. Maar het is de vraag of veel jongeren hun stembiljet gaan verzilveren. Er is een flinke kloof tussen jongeren en de politiek en die kloof is groeiende. Hoe die kloof te dichten? UvA-onderzoekers Femke Kaulingfreks en Floris Vermeulen publiceren nieuw onderzoek naar jongeren en politieke participatie.
Foto: Josh Barwick

Link Jong Amsterdam

De opkomst bij verkiezingen is laag, zeker in stadsdelen waar veel jongeren wonen met een migratieachtergrond of die praktisch zijn opgeleid. In de onderzoeksrapportage 'Link Jong Amsterdam: Grote afstand én grote betrokkenheid' geven onderzoekers antwoord op de vraag welke rol lokale organisaties, bewonersinitiatieven en jongerenplatforms kunnen spelen in het bestrijden van participatieve ongelijkheid. Vanuit het perspectief van jongeren, sociaal professionals en lokale bestuurders laten we zien hoe participatie op dit moment vorm krijgt, waarom daar ontevredenheid over heerst en hoe het anders kan en moet.

Een van de kernconcepten binnen dit onderzoek is linking sociaal kapitaal. Onderzoeker Floris Vermeulen legt uit: ‘Linking sociaal kapitaal wordt gebruikt om aan te geven in hoeverre groepen "verticaal" genetwerkt zijn met overheidsinstellingen en politieke structuren. Netwerken die jongeren in staat stellen op een relatief gelijkwaardige manier in contact te treden met beleidsmakers en politici, hun problemen kenbaar te maken en gezamenlijk na te denken over oplossingen.’

Copyright: Jeroen Doomernik
Als jongeren toegankelijke informatie krijgen over politiek in hun eigen taal of op manieren die hen aanspreken, neemt hun politieke interesse toe Floris Vermeulen

Beperkte kaders

Contact tussen beleidsmakers en jongeren verloopt ronduit moeizaam. Docent-onderzoeker Sietske Zweegman, vanuit Inholland betrokken bij dit onderzoek, twijfelt niet aan de intentie van de gemeente om jongeren bij de politiek te betrekken. ‘Maar de manier waarop dat gebeurt werkt vaak niet. Zo hebben we als onderzoekers een bijeenkomst bijgewoond waar alle partijen aanwezig waren, behalve de jongeren. Terwijl het juist om hen ging.’ Wat ook speelt is dat jongeren zich maar in beperkte kaders politiek mogen uiten. ‘Denk bijvoorbeeld aan een jongerenraad met voorzitter en notulist. Dat is handig, want dat past in de structuur die er al is. Jongeren die bijvoorbeeld hun zorgen uiten tijdens een InstaLive-sessie, hebben ook een politieke boodschap, maar die past niet in de bestaande structuur.’

Vermeulen is het daarmee eens. 'Als jongeren toegankelijke informatie krijgen over politiek in hun eigen taal of op manieren die hen aanspreken, neemt hun politieke interesse toe. Het is ook belangrijk om jongeren de ruimte te geven om hun stem te laten horen en deze serieus te nemen. Op die manier zullen jongeren zich meer gaan identificeren met de politiek en er vaker over praten met vrienden en familie. Een grotere politieke interesse leidt vervolgens tot een verhoogde politieke participatie onder jongeren, waardoor participatieve ongelijkheid wordt verminderd.'

Jongerenwerkers en docenten

‘Jongerenwerkers en docenten zijn daarbij de sleutel tot succes. Zij hebben de contacten, weten wat er leeft en wat er speelt, én zij hebben het vertrouwen. In deze tijd moeten zij juist met jongeren het gesprek over politiek voeren. Zeker omdat uit ons onderzoek blijkt dat jongeren het wel leuk vinden om te praten over politieke thema's die directe invloed hebben op hun leven.’, aldus Zweegman.

Nog een week te gaan tot de verkiezingen. Femke Kaulingsfreks hoopt dat jongeren toch de weg naar de stembus weten te vinden. ‘Werk jij met jongvolwassenen? Ga dan vooral het gesprek met hen aan over hun politieke visie, om ze zo het zelfvertrouwen te geven dat hun stem er toe doet!’