Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Nederlands kent vier specialisaties:
  • Historische letterkunde

    Bij Historische Nederlandse letterkunde gaat het om teksten uit de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd (1100-1800). Literatuur wordt als een breed begrip gehanteerd en het accent ligt op de sociaalhistorische inbedding van teksten en op de functie van literaire elementen.  De benadering is interdisciplinair en cultuurhistorisch. Daarbij worden de nieuwste digitale mogelijkheden benut.

    Onderzoek

    Tussen 1100 en 1800 was literatuur net als vandaag verbonden met vertellers, schrijvers, opdrachtgevers, uitgevers en lezers. Het onderzoek richt zich op die posities en hun dynamiek. Voor de middeleeuwse literatuur zijn digitaal tekstonderzoek en Europese intertekstualiteit in de ridderepiek de hoofdprojecten. Voor de vroegmoderne tijd loopt het digital humanities project ‘De Culturele Industrie van Amsterdam’, over de complexe rol van kunst in de samenleving. We onderzoeken bijvoorbeeld retorische technieken, schrijverscarrières, theaternetwerken en de romanmarkt. Daarmee past het onderzoek in het programma Writing, Culture and Identity. Social Dimensions of Literature in the Netherlands.

    Onderwijs

     Studenten krijgen te maken met allerlei soorten teksten uit de periode 1100-1800, zoals toneelstukken, gedichten, liederen en romans. We bekijken wat hun literaire eigenschappen zijn en we zoeken naar het verband tussen de teksten en hun sociale achtergrond. Zo komen we vaak terecht bij de politiek, de godsdienst, de kunstwereld en de handel. Studenten leren de taal waarin de teksten uit de middeleeuwen, renaissance en verlichting geschreven zijn, zodat die zelfstandig kunnen worden gelezen. En wat zijn de literaire eigenschappen van de teksten? Oude handschriften en boeken nemen we ter hand en studenten leren die te beschrijven.  
    De BA Nederlandse taal en cultuur biedt eerst een overzicht van beroemde toppers en vergeten boeken, met nadruk op de maatschappelijke achtergrond van de teksten en hun literaire eigenschappen.  

    De vakken in de master Nederlandse taal en cultuur sluiten nauw aan bij het onderzoek, zoals de reputatie van schrijvers door de tijd heen. Studenten worden bekwaamd in digitale onderzoeksmethoden.

  • Moderne letterkunde

    Literaire teksten staan nooit op zichzelf. Omdat de context bepaalt wat we wel of geen ‘literatuur’ noemen, en vooral omdat auteurs en teksten steeds in relatie staan tot de rest van de maatschappij. Of het nu gaat om Multatuli’s reactie op de uitbuiting van de Javaan, of om de postmoderne romans van Charlotte Mutsaers.
    Een interdisciplinaire benadering is nodig om de verschillende functies van literatuur in kaart te brengen: filosofie, culturele sociologie, politieke theorie en media-theorie spelen een grote rol in ons onderwijs en onderzoek.

    Onderwijs

    In de bachelor worden er zes verschillende vakken gegeven bij moderne letterkunde. Daarin staan steeds de relaties tussen literaire teksten (vanaf 1800) en de culturele context voorop. Na een intensieve cursus literaire analyse kijken studenten bijvoorbeeld hoe de internationale notie van Romantiek als kader kan worden ingezet bij het bestuderen van Nederlandse literatuur. Of bestuderen ze hoe er door schrijvers werd gereageerd op het veranderende seksuele discours in de jaren '60.
    Binnen de BA Nederlandse taal- en cultuur is er een track moderne letterkunde. Hetzelfde geldt voor de MA Nederlandse taal en cultuur. Voor verdere verdieping kan gekozen worden voor de onderzoeksmaster Literary Studies.

    Onderzoek

    Literaire teksten staan altijd in een dynamische verhouding tot de rest van de cultuur. Welke functie hebben die teksten, en in hoeverre is die te vergelijken met andere kunstvormen en andere media? Wat is er in deze relatie specifiek aan het literaire vertoog, en met welke theorie kunnen we die specificiteit het beste benaderen? Of het nu gaat om literatuur en het journalistieke discours, literatuur en neuro-wetenschappen, celebrity studies, literatuur en nieuwe media, of memory studies, steeds is de benaderingswijze theoretisch en interdisciplinair.

  • Taalkunde

    De bestudering van het Nederlands aan de UvA kenmerkt zich door een belangstelling voor de dynamiek van taal. In processen van taalverandering blijken eerste- en tweedetaalverwerving een grote rol te spelen. Hoe en waarom die taalverwervings-processen precies hun effect hebben op taalverandering, zijn vragen die centraal staan in ons onderzoek en onderwijs. De dynamiek van het Nederlands blijkt ook uit de variatie die we binnen de taalgrenzen aantreffen. Het onderzoek richt zich op de vraag welke patronen er in de variatie zijn te ontdekken en wat die patronen zeggen over het menselijke taalvermogen.

    Onderzoek

    Uit onderzoek blijkt dat tweedetaalverwervers van het Nederlands soms hetzelfde doen als moedertaalverwervers, maar op andere punten niet. Kennelijk leren eerstetaalverwervers bepaalde grammaticale aspecten op een andere manier dan tweedetaalverwervers. Taalverandering en taalverwerving zijn nauw aan elkaar gerelateerd. Kinderen en tweedetaalverwervers kunnen aan de wieg staan van taalveranderingen, mede als gevolg van de manier waarop ze de taal verwerven. Bovendien geldt dat taalvariatie veelal te begrijpen is uit de manier van taalverwerving. Zo geldt voor sommige dialecten dat ze in een ver verleden veel in contact stonden met andere dialecten of talen. Die dialecten zijn door tweedetaalleerders sterk beïnvloed en dat laat zijn sporen na op de grammaticale structuur van die dialecten.

    Onderwijs

    Studenten van de bachelor Nederlandse taal en cultuur leren in het eerste jaar praten en denken over zinnen en taalstructuren. In het tweede jaar van de opleiding verdiept de kennis zich rondom het thema taaldynamiek. Kindertaalontwikkeling en taalverandering staan centraal; tevens leren studenten onderzoekartikelen lezen en interpreteren. In het derde jaar volgt de student eerst een tweetal cursussen over recente  onderzoeksthema’s en voert daarna onder begeleiding een onderzoek uit op een thema dat aansluit bij het onderzoek van de stafleden op theoretisch dan wel toegepast taalwetenschappelijk gebied of op een combinatie daarvan.

  • Taalbeheersing, argumentatietheorie en retorica

    In het vakgebied van de taalbeheersing wordt studie gemaakt van de manier waarop mensen taal gebruiken voor verschillende doeleinden. Aan de UvA ligt daarbij de nadruk op het bestuderen van de talige en cognitieve aspecten van argumentatie (LANCAR) en van persuasieve communicatie in verschillende contexten zoals de gezondheidszorg, de politiek, de rechtspraak en de wetenschap (PERSUADE).

    Docenten met expertise op deze gebieden geven colleges in de bachelor Nederlandse taal en cultuur, die een speciale track Taalbeheersing heeft, en de bachelor Cognition, Language, and Communication.

    Ook verzorgen zij onderwijs in de research master Linguistics and Communication, de duale master Communication and Information, de master Nederlandse taal en cultuur, de duale master Redacteur/editor, en het faculteitsbrede programma Wetenschappelijk schrijven.