Tussen een idee en een gepubliceerde webtekst zit een aantal stappen. Soms zul je alle stappen doorlopen, soms een deel ervan.
Voor je gaat schrijven is het belangrijk dat het doel van je tekst helder is. Je schrijft de tekst met een bepaald doel vanuit de UvA. Wil je de lezer ergens over informeren, ergens van overtuigen of helpen bij het volbrengen van een taak?
Probeer de belangrijkste boodschap van je tekst van tevoren in één zin samen te vatten: wat moet de lezer in de kern weten na het lezen van de tekst? Dat helpt je om hoofd- en bijzaken te onderscheiden en je verhaal logisch op te bouwen.
Ook je lezers komen naar een website met een specifiek doel. En ze willen het antwoord zo snel mogelijk vinden. Het is daarom belangrijk om een goed beeld van hen en hun behoeften te hebben: voor wie schrijf je de tekst? Wat is de voorkennis van de lezer? Wat wil de lezer doen of weten?
Uit onderzoek blijkt dat hoe minder tekst er op een webpagina staat, hoe hoger het percentage van de tekst dat gelezen wordt. Wil daarom niet alles vertellen, maar zoek de kern.
Gebruik hierbij het piramideprincipe: zet het belangrijkste bovenaan. Zoals contentexpert Gerry McGovern zegt: ‘A website is not a murder mystery. Tell them who did it in the first sentence.’
Online lezen bezoekers vaak niet, ze scannen. Zorg dus voor goede ankerpunten, zoals de titel en tussenkoppen, een beknopt intro, opsommingen en links. Samen moeten ze op hoofdlijnen de inhoud van de tekst weergeven. Zo geef je de lezer houvast.
Heb je veel te vertellen? Deel je teksten op in korte tekstblokken met kopjes. Zorg dat elk tekstblokje (alinea of paragraaf) over één onderwerp gaat.
De opbouw van je tekst in het kort:
Nu de basis staat, kun je gaan schrijven. Hanteer de schrijfstijl van de UvA. Let ook op de juiste spelling en schrijfwijzen zoals afgesproken bij de UvA.
De meeste internetbezoeken beginnen bij een zoekmachine, zoals Google. Het goede nieuws: zoekmachines houden van normaal geschreven, goede, gestructureerde, actuele content. Net als bezoekers. Als je de stappen voor het maken van een goede webtekst volgt, is dat zowel goed voor de lezer als voor je vindbaarheid.
Laat trefwoorden op een logische manier terugkomen in de titel, tussenkoppen, de samenvatting (meta description) en URL. Die weegt de zoekmachine zwaarder mee. Doe dat niet geforceerd. Eén of twee keer een term in een tussenkop is voldoende. Daarnaast komt je term een aantal keer op een natuurlijke manier terug in de tekst.
Gebruik indien mogelijk ook synoniemen van de belangrijkste term in je tekst. Denk aan ‘studieresultaat’ als synoniem voor ‘cijfer’.
Wanneer je beeld of video gebruikt, kies dit dan zorgvuldig. Het is belangrijk dat afbeeldingen en video’s iets toevoegen voor de lezer en dat ze de informatie niet in de weg zitten.
Wees je bewust van het onderscheid tussen decoratief en informatief beeld. Met een informatieve afbeelding bedoelen we een beeld dat informatie overbrengt. Denk aan een infographic, een organogram of een plattegrond van een gebouw. Een decoratieve afbeelding brengt geen informatie over. Of de lezer de afbeelding wel of niet ziet, maakt niet uit voor het begrip van de tekst. Je kunt een pagina er wel mee verlevendigen.
Zorg dat je voldoet aan de richtlijnen voor toegankelijkheid en auteurs- en portretrecht. Bekijk informatie over beeldgebruik (voor medewerkers).
Als redacteur wil je bezoekers zo goed mogelijk helpen. Het is daarbij verleidelijk om ook over dingen te communiceren waar je zelf niet over gaat. Maar in de praktijk is dat geen goed idee. Het is lastig om deze informatie up-to-date te houden. Beperk je daarom tot informatie waar je zelf over gaat en waarover je in direct contact bent met de informatie-eigenaar. Voor informatie van anderen verwijs je.
Schrijf je teksten op een manier dat ze niet snel verouderen. Gebruik bijvoorbeeld objectieve tijdsaanduidingen:
Door aan de toegankelijkheidsrichtlijnen te voldoen, zijn onze websites door iedereen goed te gebruiken. Bijvoorbeeld door mensen die minder goed kunnen zien en die voorleessoftware gebruiken. We zijn wettelijk verplicht aan deze richtlijnen te voldoen.
Breng je belangrijke informatie over met een afbeelding, video of infographic? Schrijf de inhoud daarvan dan ook uit, zodat de content opgelezen kan worden door voorleesprogramma’s.
Maak linkteksten die ook zonder context te begrijpen zijn. Screenreaders springen van link naar link en lezen de linktekst voor. Een linktekst als ‘Lees meer’ of ‘klik hier’ is niet duidelijk. Wel duidelijk: ‘Lees de inkoopvoorwaarden van de UvA.’ Of: ‘Ga naar de Intree-website.’
De UvA is een internationale universiteit. Daarom bieden we veel webcontent ook in het Engels aan. Check of een Engelse vertaling (medewerkerssite) van jouw webtekst vereist of wenselijk is. Zorg in dat geval dat je de tekst laat vertalen door een native speaker en dat deze voldoet aan de UvA-richtlijnen voor Engelse teksten. Bij de UvA gebruiken we Brits-Engels.