In het eerste jaar krijg je een brede en algemene kennismaking met het vakgebied van de Taalwetenschap.

• Je volgt het vak ‘Introduction to Linguistics’, waarin je alle basisbegrippen leert die een taalkundige nodig heeft. Daarbij maak je kennis met vakgebieden als fonetiek, morfologie en sociolinguïstiek.
• Daarnaast kies je een moderne taal (anders dan Engels), die we jouw ‘Language X’ noemen. De ervaring die je opdoet met het leren van deze taal gebruik je in de theoretische vakken, waar je gevraagd wordt om voorbeelden uit jouw taal te onderzoeken. Voor je ‘Language X’ kun je kiezen uit Arabisch, Catalaans, Tsjechisch, Nederlands, Frans, Hebreeuws, Italiaans, Duits, Nieuwgrieks, Spaans, Pools, Turks of Nederlandse Gebarentaal (NGT). Als je het Nederlands beheerst, kun je ook kiezen voor Deens, Noors, Russisch, Bosnisch/Kroatisch/Servisch of Zweeds.
• Verder ontwikkel je belangrijke academische vaardigheden, zoals academisch schrijven en zelfstandig onderzoek doen. Het eerste jaar sluit je af met een kleinschalig onderzoeksproject, waarin je het verwerven van een nieuwe taal onderzoekt.

In het tweede en derde jaar verdiep je je kennis van de taalwetenschap en van onderwerpen die jij zelf kiest.

• Je volgt zogenoemde ‘structuurvakken’, waarin je leert over de opbouw van klanken (fonologie), zinsdelen en zinnen (syntaxis), en betekenis (semantiek en pragmatiek), bekeken vanuit verschillende theoretische invalshoeken. Dit traject mondt uit in het project ‘Linguistic Theories’.
• In de ‘structuur vakken’ van jaar 2 werk je met één of meerdere talen uit allerlei delen van de wereld (‘Language Y’). In tegenstelling tot het eerste jaar is het hier niet het doel om vloeiend te worden in een nieuwe taal, maar om je begrip van taalkundige diversiteit te vergroten en te leren hoe je theoretische kennis en praktische vaardigheden toepast bij het analyseren van talen die je nog niet kent.
• Daarnaast volg je methodologische vakken, zoals ‘Philosophy of Science’, ‘Speech Processing’, ‘Research Methods & Statistics’.
• Verder verdiep je je in het verwerven en verwerken van taal met vakken als ‘First Language Acquisition’, ‘Second Language Acquisition’, ‘Psycholinguistics’, ‘Neurolinguistics, Language & Speech Disorders’. Daarbij leer je hoe je taalkundige data verzamelt en hoe deze data kan bijdragen aan theorieën over taalwetenschap, taalverwerving en taalverwerking.

• In het derde jaar kun je je studie helemaal naar eigen wens inrichten. Je kunt je specialiseren met een minor binnen de taalwetenschap of juist in een heel ander vakgebied. Of je kiest uit een breed aanbod van keuzevakken. Je kunt bijvoorbeeld vakken volgen die je kennis van de ‘Language X’, die je in het eerste jaar koos, verder verdiepen.
• Je hebt ook de mogelijkheid om je keuzevakken te gebruiken om een semester in het buitenland te studeren of een stage te lopen. Het programma sluit je af met het schrijven van je bachelorscriptie, je eerste grote onafhankelijke onderzoeksproject.

In het tweede en derde studiejaar krijg je 60 studiepunten om naar eigen inzicht in te vullen.

Keuzevakken

Met je keuzevakken kun je een specifiek onderwerp verdiepen, of juist de breedte ingaan door een keuzevak buiten je eigen studie te kiezen aan de UvA of een andere Nederlandse universiteit.

Minor

Je kunt ook kiezen voor een minor. Dit betekent dat je een samenhangend pakket van vakken (in totaal 30 EC) bij een andere studie volgt, bijvoorbeeld Filosofie of Geschiedenis. 

Het is mogelijk tijdens de studie stage te lopen en een periode in het buitenland te studeren.

Stage lopen

In de keuzeruimte kun je stage lopen. Tijdens een stage doe je werkervaring op en krijg je een indruk van de mogelijkheden binnen een organisatie, en van welk soort werk bij jou past. Een stage, een verblijf in het buitenland en alle ervaring die je tijdens relevante (bij)banen, bestuursfuncties of vrijwilligerswerk opdoet, kunnen een verrijking betekenen van je studietijd én je curriculum vitae (cv).

Studeren in het buitenland

Een verblijf aan een buitenlandse universiteit is een uitstekende manier om je blikveld te verruimen. De UvA beschikt over een uitstekend internationaal netwerk van universiteiten en neemt intensief deel aan internationale samenwerkings- en uitwisselingsprogramma’s. 

Als bachelorstudent ben je zo'n 42 uur per week met de studie bezig. In het eerste studiejaar volg je zo'n 10 tot 15 uur college per week. De andere uren besteed je aan zelfstudie. Je zoekt en bestudeert materiaal in de bibliotheek, je bereidt je voor op colleges of tentamens of schrijft een werkstuk. In het tweede en derde jaar heb je minder college-uren, maar besteed je meer tijd aan werkstukken en onderzoek. 

• Tijdens hoorcolleges licht de docent de literatuur toe die je van tevoren hebt bestudeerd.
• Tijdens werkcolleges werk je intensief samen met je medestudenten, maak je opdrachten en houd je presentaties.
• Toetsen bestaan uit schriftelijke of mondelinge tentamens, presentaties, werkstukken of referaten. De resultaten van de toetsen vormen samen het eindcijfer van het vak.

Als je veel aankunt en sterk gemotiveerd bent, kun je in aanmerking komen voor een honoursprogramma van 30 EC extra, bovenop de 180 EC van je bachelor. Voor de toelating geldt een selectieprocedure. Het honoursprogramma zal je helpen je academische onderzoeksvaardigheden verder te ontwikkelen en je voor te bereiden op een onderzoeksmaster. Als je het honoursprogramma met succes afrondt, krijg je hiervan een vermelding op het supplement van je bachelordiploma.