Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Klimaatopwarming, schaarse energiebronnen en een hoge woningnood. Steden staan de komende jaren voor grote opgaven. Om ons als inwoners te blijven voorzien van schoon water, warme huizen en betaalbare woningen, en tegelijkertijd te verduurzamen en klimaatbestendig te zijn, moeten betrokken organisaties intensief met elkaar gaan samenwerken. Sociale wetenschappers aan de Universiteit van Amsterdam bedenken samen met de praktijk hoe.

Amsterdam moet de komende jaren grondig op de schop: de stad moet meer woningen bouwen, het riool is in grote delen van de stad hard aan vervanging toe, en de stad wil van het aardgas af en moet klimaatbestendig worden. Deze opgaven zijn voor de verschillende betrokken partijen te groot om individueel op te pakken. Waternet, Liander en de gemeente Amsterdam brengen daarom in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam de kansen en obstakels in kaart wanneer infrastructuur op elkaar wordt afgestemd. Daarnaast werken ze aan verandering van achterliggende regels en routines. 

‘Een stad als Amsterdam staat de komende jaren voor verschillende uitdagingen’, legt een van de betrokken onderzoekers John Grin uit. ‘We hebben de energietransitie, de transitie naar een circulaire economie, de transitie naar een klimaatbestendige stad, en de datatransitie.’ Al deze grote projecten doen beroep op infrastructuur onder de grond terwijl het daar al razend druk is. Grin en collega’s zoeken daarom met betrokken organisaties uit hoe je met dezelfde infrastructuur meerdere functies kunt bedienen. Dat drukt de kosten, helpt om te gaan met schaarste aan ruimte onder de grond.

Vliegwiel van praktijksamenwerking

De UvA raakte betrokken toen de complexiteit van de opgave tot de praktijkorganisaties doordrong.  Men kende het onderzoek van Michaela Hordijk naar co-creatie en Grins werk over gezamenlijk ontwerpen van systeeminnovaties, omdat beide onderzoekers al veel met de praktijk samenwerkten. ‘Zo ontstaat een vliegwiel van praktijksamenwerking’, aldus Grin.

En waar begin je om een heel systeem te veranderen? 

‘We maken ons algemene idee en ambitie eerst heel concreet met projecten die al in de stad lopen’, vertelt Grin. ‘In deze projecten gaan we met onze ontwerpmethode aan de slag waarmee we deelterreinen aan elkaar verbinden. Zo brengen we al doende mogelijke obstakels en winstpunten in kaart.’ Een winstpunt is bijvoorbeeld het werken met een gemeenschappelijke portemonnee waarmee je nu in bepaalde infrastructuur investeert waar later ook andere partners profijt van hebben.  

Deze inzichten delen de onderzoekers vervolgens met andere projecten en via een leergang. In deze leergang werken deelnemers vanuit verschillende gemeentelijke organisaties samen aan voorbeeldprojecten. Hun kennis, inzichten en vaardigheden komen vervolgens in betrokken organisaties beschikbaar. 

Rekening houden met verschillende waarden en behoeftes van betrokken organisaties

De sociale wetenschappen noemt Grin bij uitstek geschikt om zo te helpen bij ontwerpprocessen die systemen innoveren. ‘Je kunt het vraagstuk alleen aanpakken als je rekening houdt met verschillende waarden en behoeftes van betrokken organisaties en weet waar de huidige systemen vandaan komen. Aan de UvA zijn we heel goed in het doorgronden van die historische en maatschappelijke betekenis van systeeminnovatie.’

Ook met ons samenwerken?

In samenwerking met onze wetenschappers, studenten en docenten op zoek naar praktische oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen? Samen met onze onderzoekers wetenschappelijk onderzoek opzetten? Of gewoon meer weten over de mogelijkheden?