Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Voorbeelden van projectuitdagingen

Groepsprojecten

In de groepsprojecten combineer en pas je alle vaardigheden en kennis van de opleiding toe, vaak door werkelijke problemen aan te pakken in overleg met klanten en maatschappelijke belanghebbenden. Deze projecten ondersteunen je bij het ontwikkelen en integreren van:

  1. sociale en geesteswetenschappelijke expertise
  2. digitale expertise
  3. onderzoek expertise én
  4. expertise op het gebied van verandering. 

Tijdens de groepsprojecten werk je aan verschillende soorten opdrachten. Van beleidsnota's en manifesten tot websites, experimentele ontwerpen of prototypes van digitale tools en interventies. Je individuele opdrachten omvatten bijvoorbeeld literatuurbesprekingen, onderzoeksvoorstellen, case study-rapporten, essays, simulaties en informatievisualisaties. In ieder semester worden zowel groepsprojecten als individuele opdrachten beoordeeld, waarbij elk deel voor 50% meetelt in de eindbeoordeling (groep 50%/ individueel 50%).

Opdrachten of groepsprojecten kunnen betrekking hebben op onderwerpen zoals:

  • aansporen tot duurzaam gedrag bij mensen thuis door aanpassingen te doen in het interface van elektrische apparaten
  • big data gebruiken om agressie onder adolescenten tegen te gaan
  • onderzoek doen naar vraagstukken rond blockchaintechnologie, zoals het streven naar meer transparantie en duurzaamheid in logistieke processen
  • inzicht krijgen in de verspreiding van infectieziekten
  • signaleren van mensenrechtenschendingen door middel van informatietechnologie
  • onderzoek doen naar de mogelijke toepassing van digitaal forensisch onderzoek in de maatschappij
  • sociale groeperingen in kaart brengen in een tijdperk van (digitale) surveillance
  • zoeken naar technologische mogelijkheden om de kwetsbare positie van vluchtelingen te verbeteren

Projectvoorbeeld - Energieverbruik

"Huishoudens zijn goed voor ongeveer 25% van het totale energieverbruik in Nederland. Verwarming, voornamelijk opgewekt door fossiele brandstoffen zoals aardgas (75%), is daar een belangrijk onderdeel van. Interventies gericht op het beïnvloeden van het huishoudelijk energieverbruik kunnen dan ook een groot effect hebben op het milieu. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) berekende in 2009 dat het voor huishoudens haalbaar is om hun verbruik met maar liefst 33% kunnen verminderen. Wat voor aanpassingen zijn er mogelijk om het energieverbruik van huishoudens te verminderen? Veel interventies zijn gericht op het verminderen van de energiebehoefte door isolatie van huishoudens te stimuleren of alternatieven zoals zonnepanelen en warmtepompen haalbaarder te maken. Maar, er zijn ook andere manieren, zoals het beïnvloeden van individueel gedrag. Slimme thermostaten geven bijvoorbeeld meer inzicht in het energieverbruik, waardoor individuen hun gedrag daarop kunnen afstemmen. Sommige energieleveranciers proberen gedrag te beïnvloeden door inzichten uit ‘gamification’ toe te passen, waarbij individuen laten zien hoe zij zich bijvoorbeeld verhouden tot het gemiddelde of hun buren.

Het vraagstuk van energieverbruik is belangrijk, maar ook ‘wicked’. In dit project verken je daarom de beloften en beperkingen van slimme thermostaten, als onderdeel van het grotere en complexe vraagstuk van huishoudelijk energieverbruik. Je kunt putten uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek, ministeries, gemeentelijke bronnen en energiebedrijven. Deze kwantitatieve gegevens verschaffen kennis over wat er in de maatschappij in het algemeen gebeurt. Om inzicht te krijgen in individueel gedrag en percepties over interventies zoals slimme thermostaten, gaat je ook in gesprek met diverse belanghebbenden, zoals huiseigenaren, huurders, woningcorporaties, bedrijven, en beleidsmakers op verschillende niveaus."

Projectvoorbeeld - Surveillance: COVID-19 Apps

"Te midden van ingrijpende veranderingen in de samenleving als reactie op de COVID-19-pandemie heeft de Nederlandse regering de hulp ingeroepen van, onder andere, app-ontwikkelaars: "Apps kunnen het vermogen van mensen om zelf te handelen of macht uit te oefenen (“agency”) van mensen vergroten bij het opsporen van infecties en het melden van gezondheidsproblemen. Dit ondersteunt, versnelt en verlicht bron- en contactonderzoeken van de publieke gezondheidszorg (GGD)." Binnen een week boden 750 ondernemers "slimme digitale oplossingen" aan, waarvan zeven voorstellen op de shortlist kwamen voor een versnelde  ontwikkeling.

Tegelijkertijd werden deskundigen, wetenschappers, belanghebbenden en de samenleving in het algemeen uitgenodigd om advies en kritiek te leveren. Velen uitten bezorgdheid over privacy en veiligheid, zetten vraagtekens bij het zoeken van een oplossing voor de coronacrisis in de technologie en vestigden de aandacht op de verstrekkende gevolgen van apps die de gezondheid bewaken of contacten traceren. In één petitie werd Michel Foucault aangehaald: "Surveillance is permanent in zijn effecten, zelfs als het discontinu is in zijn actie." (Foucault, 1975).

In het algemeen zijn de ontwikkelingen in eHealth de laatste jaren in opmars. Voor sommigen kunnen apps of mobiele apparaten de toegang tot informatie over diens eigen gezondheid verbeteren, waardoor de agency van dat individu wordt versterkt. Medische hulp op afstand kan de druk op overbelaste gezondheidszorgsystemen verlichten. Zo kunnen apps patiënten helpen therapie- of behandelingsschema’s vol te houden of medisch advies bieden in afgelegen gebieden.

Tegelijkertijd brengen bedrijven als Apple en Google tracking apparaten zoals slimme horloges op de markt, die inzicht geven in het (on)gezonde gedrag van individuen. Voor anderen leidt de toegang tot (en het verdienen aan) dergelijke uiterst gevoelige en persoonlijke informatie tot bezorgdheid over privacy en toezicht. Zo kan gedetailleerde informatie worden gebruikt om producten of beleid af te stemmen op specifieke groepen van de bevolking, met verstrekkende maatschappelijke gevolgen - zoals de critici van de COVID-19-apps hebben opgemerkt.

Het is duidelijk dat particuliere gezondheidsinformatie zowel zeer waardevol als controversieel is. In dit project reconstrueer je beleidsprocessen rond COVID-19 apps, om inzicht te krijgen in vragen over hoe netwerken en netwerkorganisatie bestuurd worden  (“governance”), de moraliteit van het reguleren van digitale interventies, en wisselwerking tussen de privacy van het individu versus maatschappelijke veiligheid in de context van een pandemie. Hierbij gebruik je onder andere gegevens over ziekenhuisopnames en intensive care-capaciteit, vanuit het perspectief van het beheersen van de verspreiding van de ziekte. Ook de perspectieven van ontwikkelaars, critici, wetenschappers en gebruikers van apps zijn cruciaal voor het ontwerp van digitale interventies."